Hoofdstuk 4 Flashcards
Stoornissen in het gebruik
- Middelenmisbruik
- Middelenafhankelijkheid
Stoornissen door het gebruik
- Intoxicatie
- Onthouding
Misbruik van een middel
Een patroon van onaangepast gebruik v/e middel dat significante beperkingen of lijden veroorzaakt, zoals in een periode van 12 m blijkt uit tenminste een (of meer) van de volgende;
- Herhaaldelijk gebruik van het middel met als gevolg dat het niet meer lukt om in belangrijke mate te voldoen aan verplichtingen op werk, school of thuis
- Herhaaldelijk gebruik van het middel in situaties waarin het fysiek gevaarlijk is
- Herhaaldelijk, in samenhang met het middel, in aanraking komen met justitie
- Voortdurend gebruik van het middel ondanks aanhoudende of terugkerende problemen op sociaal of intermenselijk terrein
Middelenafhankelijkheid
Een onaangenaam gevoel van gebruik dat leidt tot stoornissen en problemen, blijkend uit het optreden op een willekeurig moment binnen de periode van één jaar van tenminste drie van de volgende verschijnselen :
- Optreden van tolerantie, gedefinieerd als :
De behoefte de hoeveelheid van de stof sterk te vergroten teneinde hetzelfde effect te verkrijgen;
Beduidend minder effect bij voortgaand gebruik van dezelfde hoeveelheid van de stof - Onthoudingsverschijnselen
Voor de stof kenmerkende onthoudingsverschijnselen
Gebruik van de stof (of een nauw verwante stof) om de onthoudingsverschijnselen tegen te gaan - Hevig verlangen naar het middel
- Veel tijd en energie spenderen om aan de stof te komen
- Vaak langer of meer gebruiken dan voorgenomen
- Voortgezet gebruik, ondanks kennis van negatieve consequenties
- Opgeven of verwaarlozen van belangrijke sociale, werk- en / of recreatieve activiteiten
intoxicatie door een middel
Het ontstaan van een reversibel middel-specifiek syndroom als gevolg van recent gebruik van een middel.
Gedrags- of psychische veranderingen die het gevolg zijn van het effect van het middel op het CZS die in significante mate onaangepast zijn en die tijdens of kort na het gebruik van het middel ontstaan.
De symptomen zijn niet het gevolg van een somatische aandoening en zijn niet eerder toe te schrijven aan een andere psychiatrische stoornis
Onthouding van een middel
De ontwikkeling van een middel-specifiek syndroom als gevolg van het staken (of verminderen) van het gebruik van het middel dat daarvoor aanzienlijk en van lange duur is geweest.
Het middel-specifieke syndroom veroorzaakt in significante mate lijden of beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren of het functioneren op belangrijke andere terreinen.
De symptomen zijn niet het gevolg van een somatische aandoening en zijn niet eerder toe te schrijven aan een andere psychiatrische stoornis.
Psychoactieve stoffen - indeling
= middelen die een bewustzijnsverandering teweegbrengen
- Psycholeptica = dempende werking
- Psychoanaleptica = stimulerende werking
- Psychodysleptica = verstoring waarneming
Psycholeptica
- Alcohol
- Sedativa
- Opiaten
Psychoanaleptica
- Cocaïne
- Amfetamine
- Caffeïne
- Nicotine
Psychodysleptica
- Hallucinogenen
- Cannabis
Epidemiologie - alcoholgebruik
Hogere mortaliteit / suïcidaal gedrag
Leven ca. 10-15 jaar minder lang
Probleemdrinker ?
> 1 binge/week (>6 glazen/keer/2uur)
Psychische, sociale of materiële problemen
Psychische intoxicatieverschijnselen
- Prikkelbaarheid, agressie
- Emotionele labiliteit, euforie, depressie
- Aandachts- en concentratieproblemen
- Geheugenproblemen (black-out)
Lichamelijke intoxicatieverschijnselen
- Dysarthrie
- Evenwichts- en coördinatiestoornissen
- Nystagmus
Onthoudingsverschijnselen
- Prikkelbaarheid, rusteloosheid, slapeloosheid
- Angsten
- Tremor
- Transpiratie
- Misselijkheid
Psychische stoornissen
-Alcoholonthoudingsdelier
- Alcoholhallucinose
- Syndroom van Wernicke
- Syndroom van Korsakoff