Hoofdstuk 5 Flashcards
Klinische criteria schizofrenie
1 maand lang gedurende een groot deel van de tijd ten minste twee van de volgende symptomen;
- Wanen = inhoudelijke denkstoornis
- hallucinaties = perceptie/waarnemingsstoornis
- onsamenhangende spraak; van de hak op de tak springen
- ernstig chaotisch of katatoon gedrag
- Negatieve symptomen
Duur: minstens 6m tekenen van de stoornis
- tijdens de actieve psych fase zijn er geen of hoogstens kortdurende depressieve of manische episodes
- disf op sociaal, beroepsmatig, familiaal en persoonlijk vlak
- de stoornis is niet het gevolg van middelengebruik of van een lichamelijke aandoening
Algemene kenmerken Schizofrenie
- heterogeen ziektebeeld; niet mooi afgelijnd ziektebeeld, divers van persoon tot persoon
- weinig tot geen ziekte inzicht
- belang symptomenclusters;
1. positieve symptomen
gestoorde realiteitsbesef; wanen/hall
cognitieve en psychomotorische desorganisatie; onsamenhangende spraak, ernstig chaotisch of katatoon gedrag
2. negatieve symptomen
kenmerken formele denkstoornissen
= onsamenhangende spraak
- INCOHERENTIE = patient moeilijk ku volgen
-Ongewone associaties - Wijdlopigheid = draad van het verh kwijt
- Concretistisch denken = letterlijk interpreteren
- Neologismen = nieuwe woorden gebruiken
- Echolalie = kopieer gedrag
- Perseveratie = blijven denken/vasthouden aan een bepaald gedacht/gevoel
kenmerken Inhoudelijke denkstoornissen
- Waan
“oncorrigeerbare foutieve overtuigingen met volgende kenmerken” : - Opvattingen zijn duidelijk in strijd met de objectieve realiteit
- De gedachten worden als absolute zekerheid verdedigd
- De inhoud van dit ‘geloof’ behoort niet tot het cultuurgoed van een grotere groep
- De overtuiging is particulier
Vaak bizar karakter = het zou nooit in de werkelijkheid kunnen gebeuren
Waansysteem : complex van samenhangende wanen
kenmerken waarnemingsstoornissen
Hallucinaties : “zintuiglijke waarnemingservaringen zonder externe bron voor die waarneming, terwijl de patiënt daar absoluut van overtuigd is”
Thema’s hallucinaties
- Auditieve of akoestische hallucinaties : stemmen (!);
De patiënt hoort stemmen die zijn gedachten hardop uitspreken
De patiënt hoort stemmen die over hem spreken
De patiënt hoort stemmen die zijn activiteiten beschrijven - Visuele of optische hallucinaties
- Olfactorische hallucinaties (reuk)
- Gustatoire hallucinaties (smaak)
- Tactiele of haptische hallucinaties (tastzin)
Kenmerken ernstig chaotisch of katatoon gedrag
Katatone symptomen;
1. katalepsie = wasachtige buigbaarheid
2. Mutisme = extreme praatangst
3. negativisme = tegenovergestelde zeggen
Kenmerken negatieve symptomen
- Affectieve vervlakking
- Apathie
- Spraakarmoede (alogie)
- Sociaal terugtrekgedrag
- Zelfverwaarlozing
- Affectdiscordantie (lachen terwijl je verdrietig bent)
- Angsten
- Prikkelbaar en explosief gedrag
Co morbiditeit schizofrenie
- 75 % depressie
aan middelen gebonden stoornissen
Nicotine : 75%
Alcohol : 40 %
Cannabis : 45 - 66 %
Hallucinogenen : 20 %
Stimulantia : 11 %
Sedativa : 3 - 11 %
Opiaten : 2 - 6 %
Differentiële diagnostiek
- Neurologische & somatische aandoeningen;
Lichamelijke oorzaak - Psychotische depressie
Psychotische verschijnselen komen bij een depressie alleen voor tijdens episodes van een stemmingsstoornis - Ontwikkelingsstoornisen
ASS - Waanstoornis
Niet-bizarre waan; algemeen niveau van functioneren blijft intact
Kortdurende psychotische stoornis
< 1 maand
Schizofreniforme stoornis
< 6 maanden
Diagnostiek schizofrenie
- (Hetero)anamnese
= Doordat de pat weinig tot geen ziektebesef - Psychiatrisch onderzoek
- Lichamelijk onderzoek;
Uitsluiten lichamelijke aandoening
CZS (CVA, dementie/delirium, E, infectie, migraine,…)
Hormonale aandoeningen ((bij)schildklierafwijkingen) - Laboratoriumonderzoek
Uitsluiten gebruik of onthouding middel
Epidemiologie schizofrenie
- Overal ter wereld (niet cultuurgebonden)
- Bij arm en rijk
- Incidentie: 0,2 / 1000
= Hoger in stedelijke gebieden van geïndustrialiseerde landen - Prevalentie
Puntprevalentie : 4/1000 - 35.000 tot 55.000 Vlamingen
- Bij mannen (15-25 jaar) vroeger dan bij vrouwen (25-35 jaar)
- Even veel voor bij mannen als bij vrouwen
Prodromen - schizofrenie
= verschijnselen die wel in een bepaalde richting wijzen, maar waarop nog geen diagnose kan worden vastgesteld.
- Zich isoleren van familie en vrienden
- Prikkelbaarheid
- Concentratieverlies
- Angst- en depressieve klachten
- Zich ongemakkelijk voelen
- Constante moeheid
- Achterdocht of verlies van vertrouwen
neurobiologische afwijkingen schizofrenie
Neurotransmitters :
- Dopaminehypothese
Hyperdopaminerge transmissie in het limbisch systeem (positieve SS)
-> Neuroleptica : blokkeren DA-d2-receptoren
Frontale hypodopaminerge transmissie (negatieve SS)
- Neuroanatomie
Groter volume laterale ventrikels bij SZ
Kleiner totaal hersenvolume
Kleiner volume hippocampus - Neuropsychologie
Problemen aandacht, geheugen, planmatig handelen
Frontale en temporale regio - Neurofysiologie
Stresskwetsbaarheidsmodel - schizofrenie
- Diathese; genetische kwetsbaarheid
- Potentiële stressfactoren
- Potentieel beschermende factoren