Hoofdstuk 2 Flashcards
Criteria normaliteit
- Evolutieve criteria
= bepaalde gedragingen correleren met een bepaalde leeftijd - Kwantitatieve criteria
= gemiddelde, sd bv IQ - Normatieve criteria
- Autonomie
- Integratie
- Aanpassing
Probleem van de subjectiviteit
- Individuele subjectiviteit
- eigen normen en waarden
- eigen vooroordelen en idealen - Sociaal-culturele subjectiviteit
- Men moet zich het referentiekader van de patiënt eigen maken
Psychiatrische epidemiologie
= Houdt zich bezig met psychische morbiditeit in de hele populatie, ongeacht of mensen wel of niet in behandeling zijn.
Beschrijvende epidemiologie
Hoeveel mensen hebben een psychiatrische stoornis?
Analytische epidemiologie
Waarom krijgen mensen een psychiatrische stoornis?
Preventie
Hoe kunnen psychiatrische stoornissen worden voorkomen?
Incidentie
Aantal nieuwe gevallen/ tot pop in een bepaalde periode
Prevalentie
Aantal oude en nieuwe gevallen/totale populatiegroep
Soorten prevalentie
- Periode prevalentie
- Puntprevalentie (op een bep moment)
- lifetime prevalentie
Verloop - Epidemiologie
- Acuut verloop
- Intermitterend verloop (remissie en recidief)
- statisch verloop; toestand onveranderd
- Progressief verloop; toestand verslechtert
factoren van ongelijkheid
- SES
- Stedelijke gebieden
- Alleenstaand
- Leeftijd
- Etniciteit
Geschiedenis
- Intamuraal -> extramuraal
- Solitair -> multidisciplinair
- medisch model -> bio-psycho-sociaal model
- Behandeling van stoornissen -> zorg voor de mens
Etiologie
leer der oorzaken
Fysiopathogenese
= de wijze waarop verstoorde neurobiologische mechanismen bijdragen tot het ontstaan van psychiatrische ziektebeelden.
Psychopathogenese
= De wijze waarop verstoorde psychische mechanismen bijdragen tot het ontstaan van psychiatrische ziektebeelden.