Hoofdstuk 8: Coördinatie en techniektraining Flashcards
Met wat heeft coördinatie te maken
- Efficiëntie
- Snelheid, uitvoering
- Esthetisch
- blessurepreventief
Definitie van coördinatie
= vermogen om de beweging van verschillende lichaamsdelen die bij een atie betrokken zijn op een efficiënte manier te controleren
Op wat heeft coördinatie effect
- mate waarin iemand een technische vaardigheid onder de knie krijgt
- hoeveel tijd dit zal kosten
Wat is de definitie van techniektraining
= proces dat als doel heeft een sportvaardigheid aan te leren of te verbeteren
(= streven naar een optimale uitvoering met demogelijkheid voor kleine individuele variaties van de sporter )
Wat is de definitie van motorisch leren
= geheel van processen die door oefening en ervaring een (relatief) permanente verandering in gedragsmogelijkheden doen ontstaan
verandering op neuronaal niveau
consistent goede uitvoering
+ of –
Tabel pag 34 coordinatie verloop
ma doen e! want kenu al
Eindpunt van een motorisch leerproces
- zeer hoge stabiliteit herhalen met zeer weinig variaties
- aanpassingsvermogen
- minimale energiekost
- maximale efficiëntie
- optimale timing
Wat zijn de componenten van coördinatie
- reactievermogen
- koppelingsvermogen
- orientatievermogen
- differentiatievermogen
- evenwichtsvermogen
- wendbaarheid
- ritmegevoel
Definitie reactievermogen
= De eigenschap om na een signaal zo snel mogelijk een beweging in te zetten en uit te voeren
• hoe langer de inspanning, hoe minder belangrijk het RV is. => belangrijk bij explosieve sporten
Definitie koppelingsvermogen
= Het vermogen om deelbewegingen en enkelvoudige bewegingen optimaal met elkaar af te wisselen, in elkaar over te laten vloeien of tegelijkertijd uit te voeren in functie van een doelgerichte motorische actie
definitie orientatievermogen
= Het bewustzijn van en het kunnen veranderen van de lichaamshoudingen en -bewegingen in de ruimte en de tijd, steeds in functie van een doelgerichte actie
visueel systeem + evenwichtsorgaan spelen een belangrijke rol
definitie differentiatievermogen
= het vermogen om bepaalde zeer precieze deelbewegingen van de globale beweging uit te voeren en/of in laatste instantie te veranderen
corrigeren van kleine details, lichte veranderende omstandigheden
beweging begint identiek resultaat gemakkelijk veranderen
definitie evenwichtsvermogen
Definitie evenwichtsvermogen: = Het vermogen om het evenwicht te bewaren 1. statisch evenwicht evenwichtsbehoud 2. dynamisch evenwicht evenwicht tijdens verplaatsing
Definitie wendbaarheid
= het vermogen om tijdens een sportieve actie de bewegingsuitvoering snel en efficiënt aan te passen aan een waargenomen situatieverandering
Aanpassingsvermogen:
kleine én grote aanpassingen
voorspelbaar of onvoorspelbaar
Definitie en belang ritmegevoel
= de eigenschap om de specifieke afwisseling van contractie en relaxatie van een beweging aan te voelen en om te zetten in een efficiënt bewegingspatroon
Belang:
- waarnemen ritmische elementen => aangepaste timing
- aanhouden juist ritme
- timing bij bepaalde explosieve technieken: elastische energie bij afstoten
2 soorten coördinatie
- algemene coördinatie
niet-sportspecifiek - specifieke coördinatie
algemene + sportspecifieke vaarigheden
Effect coördinatie op jonge leeftijd trainen
groot verschil in latere wedstrijdprestaties
Leren van een vaardigheid oefenen, presteren en leren
aanleren-stabiliseren-verfijnen
leren van een vaardigheid neurologisch perspectief
- online leren: kwaliteit van de uiutvoering stijgt
- consolidatie : eerste 6uren volgen op een trainingssessie: rust en slaap is belangrijk! (verankeren CZS)
- adaptatie: aanpassen van bewegingsuitvoering
Leren van een vaardigheid adhv feedback
Intrinsieke FB: • Kinetische receptoren: mechanische receptoren (spierspoeltjes + golgi- apparaatjes) • Tactiele receptoren • Evenwichtsorgaan • Ogen: belangrijkste kanaal • Gehoor: 2e belangrijkste
Extrinsieke FB: • Product: eindresultaat o Tijd, aantal horden, aantal stappen, snelheid o Proces: INFO OVER DE BEWEGINGSUITVOERING ZELF!
Wat is intrinsieke FB
Intrinsieke feedback is de informatie die iemand ontvangt van zijn eigen lichaam, zoals: zicht, gevoel, gehoor, tast en informatie over de stand van de ledematen, gewrichten, spieren en het evenwicht (proprioceptieve informatie). Bijvoorbeeld: een speler voert de backhandslag uit.
Wat is extrinsieke FB
Extrinsieke feedback is de informatie die de trainer toevoegt aan de intrinsieke feedback, ook wel toegevoegde feedback genoemd.
Leermodel van McClements en Sanderson in woorden
zie tabel pag 36
Sporter beslist een beweging uit te voeren (gewenst resultaat) id momentane omstandigheden (initiele conditie)
Daarvoor wil het geheugen een passen beeld van de beweging aangespreken dat een set van instructies (motorisch programma) in gang zet
Het uitvoeren is de handeling en daaruit vloeit eerste feedback uit (intrinsiek later extrinsiek)
Deze feedback w vergeleken met bewegingsbeeld en kinesthetische kopie
Bewegingsbeeld: bevat info over hoe een beweging er moet uit zien
Kinestetische kopie: hoe ze moet aanvoelen
Etappes in het leren van een vaardigheid
tabel pag 36
- bewegingsidee (verwerven)
- verfijnen uitvoeren (verfijnen)
- automatische uitvoering (stabiliseren)
- corrigeren van oude fouten zelf fouten corrigeren
Definitie transfer
= vooruitgang die op wedstrijden geboekt wordt als gevolg van het oefenen van een andere vaardigheid of een vaardigheid buiten wedstrijdcontext
Fysische gelijkenissen
Cognitieve processen
Opletten met oefenvormen
leren van een vaardigheid: rust en slaap
- beter om 1u per dag, meerdere weken lang te oefenen dan dubbel zoveel uren maar de helft van de oorspronkelijke periode. Dit zorgt voor een betere technische prestatie
- oefenen + tijd & slaap = vooruitgang
- oefenen + tijd = stabilisatie
- vooral de REM slaap is bevorderlijk
Soorten mentaal leren
- extern beeld: het letterlijk voor je zien
* intern beeld: het je voorstellen hoe een beweging gemaakt moet worden
Hoe ziet de classificatie van vaardigheden er uit
Sportprestaties
//
Technische vaardigheden
/ \
cyclisch acyclisch
gesloten: enkelvoudig, meervoudig
open: variaties combinatie
Zie tabel pag 38 voor soorten vaardigheden
8—>
enkele algemene methodische richtlijnen leren vaardigheid
• herhaling
o verbetering, verfijning en stabilisatie
• feedback
o extrinsieke FB trainer
o intrinsieke FB jezelf
o beter geen extrinsieke FB dan foute FB
o belangrijkste aandachtspunten eerst
• passief
• opsplitsen
o opsplitsen van complexe vaardigheden
• bijzondere methodische middelen
o ritmegevoel traag of snel uitvoeren
o externe middelen horden dichter plaatsen
o analytisch VS globaal eerst deelbewegingen, daarna alles
o tijdsdruk tennisballen sneller spelen
o informatie in begin met spiegels, daarna ogen toe
o voorbelasting oefenen in vermoeide situatie is extra leereffect
Wat zijn de etappes in het methodische proces van een vaardigheid leren
• STAP 1/ aanbrengen nieuwe vaardigheid: VERWERVEN
o Demo of video van correcte vaardigheid
o Globaal beeld = essentie
o Communicatie atleet-trainer
o WATCH-ME
• STAP 2/ verwerken sporttechnische vaardigheid: VERFIJNEN
o Oefenen!! doel vermelden!
o Globaal/ details
o Helpen/ beveiligen
o Externe FB (coah!)
o Nadruk op correcte bewegingen/ progressie
o Observatie/ analyse fouten
o Direct of indirect verbeteren van fouten
o FOLLOW ME
• STAP 3/ optimaliseren van het leerproces STABILISEREN
o Indirecte methoden:
Observatieopdracht
Opdrachten met variaties in techniek of uitwendige omstandigheden
SHOW ME
Algemene bemerkingen bij techniektraining
• veelzijdige ontwikkeling • goed inzicht in beweging noodzakelijk • zo snel mogelijk zonder fouten • negatieve invloed van wedstrijden • beginniveau (techniek nog niet durven uitvoeren) • frequent genoeg trainen, anders geen leerproces • techniektraining gebeurt meestal in frisse omstandigheden (aandacht en concentratie) • stagnatie in het leerproces o overaanbod informatie o vermoeidheid o foutieve info o gebrekkige conditie o gebrekkige motivatie