Hoofdstuk 2: fysiologische basis van training Flashcards

1
Q

Brandstof, duur, afbraakproduct, zuurstof nodig?, voorbeeld sport van alactisch anaeroob systeem 1

A
ATP
3 à 4 sec 
Geen melkzuur
  Zonder zuurstof 
Discuswerpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Brandstof, duur, afbraakproduct, zuurstof nodig?, voorbeeld sport van Alactisch anaeroob systeem creatinefosfaat-systeem

A
ATP-CP
Tot 10 seconden 
 Geen melkzuur 
 Zonder zuurstof
100m sprint
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Brandstof, duur, afbraakproduct, zuurstof nodig?, voorbeeld sport van lactisch anaeroob systeem

A
Glycogeen 
10 à 90 sec 
Wel melkzuur
 Zonder zuurstof 
400m sprint
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Brandstof, duur, afbraakproduct, zuurstof nodig?, voorbeeld sport van aeroob systeem

A
KH + vetten  
Vanaf 3 min 
Gene melkzuur 
Met zuurstof 
Marathon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het fosfageensysteem

A

 ATP adenosinetrifosfaat verkregen door afbraak van CP creatinefosfaat (minireserve)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is ATP

A
  • brandstof voor spieren

- Bestaat uit ADP + 3 fosfaatgroepen + energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

2 soorten energieleveringATP

A
  • anaerobe energielevering (geen tussenkomst o2, 3 fasen)
  • aerobe energielevering
    (tussenkomst o2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Doel van anaerobe energielevering

A

zo veel mogelijk energie geven in zo kort mogelijke tijdspannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Alactisch anaeroob systeem: fase 1 ATP-systeem

A

o ATP in voorraad in spiercellen op gebruiken
ATP ADP +fosfaatgroep + energie
o Omzetting adhv “myosine ATP-ase”
o MAAR: volstaat slechts voor 2 à 3 seconden
o DUS: andere energiesystemen moeten aangesproken worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Alactisch anaeroob systeem: fase 2 creatinefosfaat-systeem

A

o “creatinefosfaat” geeft een fosfaatgroep ADP
CP + ADP creatine + ATP
o Omzetting adhv “creatinekinase”
o Bijzonder snelle én grote energielevering
 Want: geen zuurstof
 Dus; maximale inspanningen!
o Maar: CP voorraad in spier volstaat slechts voor 0 à 10 seconden
o Dus: KORTE MAXIMALE INSPANNINGEN
 50% VAN CP aangevuld na 30 seconden
 100% aangevuld na 4 minuten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Lactisch anaeroob systeem: wel melkzuur: fase 3

A

Glycogeen-afbraak zonder zuurstof

o	Glucose --> glycogeen in spieren 
Glycogeen -->3 ATP + melkzuur 
o	Goed voor 10 à 90 seconden energie 
o	Grote energielevering 
o	Snel, zonder zuurstof, >10 seconden 
o	Maar: vorming van lactaat (melkzuur) 
	Branderig gevoel, pijn 
	Coördinatie verminderd 
	Uitputting, opgave 
o	Dus: MIDDELLANGE MAXIMALE INSPANNINGEN 
	Na 1u is lactaat verdwenen uit het bloed, maar bloedbeschadiging: duurt meerdere dagen vooraleer volledig hersteld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Doel van aerobe energielevering

A

 gedurende een langdurige inspanning een grote hoeveelheid aan energie moeten leveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Eigenschappen aerobe energielevering

A

 Eigenschappen:
o Zuurstof nodig om KH (glycogeen + glucose) en vetten te “verbranden” (in mitochondriën)
o Kan héél lang werken (tot 3-4u)  grote capaciteit
o Klein vermogen, dus submximale inspanning
o Geen storende afbraakproducten (enkel CO2 & H2O)
o Maar: komt erg traag op gang (na 2-3min)
o Dus: LANGE SUBMAXIMALE INSPANNING
 Max duurinspanning = alleen KH verbranden: 2u volhouden
 20% KH  reeds vermoeidheid
- snel herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Van wat is de energielevering tijdens inspanning afhankelijk

A

o Duur van de inspanning vb. <10sec: analactisch anaeroob 30min: aeroob
o Intensiteit van de inspanning vb. 30min loopwedstrijd – zeer hoog tempo: anaeroob lactisch
o Verhouding arbeid-rust vb. voetbalwedstr.: 10sec sprint – 20sec wandelt: anaeroob alactisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is EPOC

A

zuurstofschuld = excess post-exercise oxygen consumption (hervullen van fosfaatsysteem)

zuurstofverbruik boven de rustwaarde tijdens de recuperatiefase bij een inspanning van 0-3min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurd er bij intervalinspanningen in rust en arbeid

A

 Arbeid: ATP-CP systeem
 Rust: na 20-25sec is reeds 50% ATP-CP aangevuld via: (theoretisch geen melkzuurvorming)
 ATP en CP in bloed
 Aeroob systeem die eveneens ATP terug aanvult
 Maar: melkzuurvorming als
 Als rusttijd ↓
 Als arbeidstijd ↑

17
Q

Wat is de invloed van training op energielevering

A

 Elke inspanning: wordt gekenmerkt door:
o Bepaalde duur
o Bepaalde intensiteit
 Herhaaldelijk uitvoeren van dezelfde inspanning
o Bepaalde energiesystemen worden efficiënter
 Bv. 3x/wk 5 km lopen, sprinttraining, voetbaltraining
 Bepaalde “nevenwerkingen” (lactaat) worden kleiner of “draaglijker”
o Bv 400m: minder lactaat in bloed en/of atleet kan beter lactaat verdragen