Hoofdstuk 6: Snelheid Flashcards
Definitie snelheid
De eigenschap die toelaat om een motorische actie in de kortst mogelijke tijd te realiseren
4 componenten van snelheid
- tijdsfactor: - reactietijd -actietijd
- snelkracht
- maximale bewegingssnelheid
- snelheidsuithouding
Wat is reactietijd
o = Tijd die verloopt tussen het geven van een startsignaal en het begin van de eerste beweging
o Soorten startsignalen:
Optisch: 0.15-0.20 seconden (keeper bij een voetbalmatch)
Akoestisch: 0.10-0.20 seconden (startschot horen)
Tactiel: 0.09-0.018 seconden (stok doorkrijgen bij 4X400m)
o Verbetering kan tot 30-40% sneller door training
o Geen verband tussen reactietijd en snelheid van de beweging
o Reactietypes
Motorische reactietypes
• Geconcentreerd op motorische reactie
• Sprinters
Sensorische reactietypes
• Waarneming van het verwachte signaal
• Balsporters
wat is actietijd
o = Tijd waarbinnen de sporter zijn motorische actie moet uitvoeren
o Isometrische contractie: gem 0.3-0.4s nodig om maximale kracht op te bouwen
o Actietijd is meestal onvoldoende om maximale kracht te kunnen ontwikkelen
Bv startblokken: optimale afstootduur 0.280-0.340s
o Complex: evenwicht zoeken tussen maximale actietijd vs tijdswinst
Dus: sprinter gaat hoeken aanpassen in startblok
Wat is snelkracht
o = Eigenschappen van de spier-zenuwsysteem om weerstanden met de hoogste mogelijke contractiesnelheid te overwinnen
o Bepaald door:
Contractiesnelheid spiervezels
Aantal contraherende spiervezels
Contractiekracht spiervezels
o Het gaat niet om de kracht op zich, maar wel de snelheid van contractie
o Tijd te kort om maximale kracht te mobiliseren snelheid krachtontwikkeling prestatiebepalend
o Power= kracht X snelheid
o Krachtsnelheidsdiagram:
Gewichten met toenemende belasting met maximale snelheid op te tillen snelheid is maximaal wanneer de te overwinnen weerstand minimaal is
Wat is maximale bewegingssnelheid
C. Maximale bewegingssnelheid
1. Deelbeweging: acyclisch
o Speerwerpen, kogelstoten,…
2. Bewegingsfrequentie: cyclisch
o = Snelheid waarmee dezelfde beweging wordt herhaald
o Optimale verhouding amplitude X frequentie
o Aantal passen/ seconde tijdens maximale sprint, wielrennen,…
Wat is snelheidsuithouding
o Wintgate-test: anaerobe capaciteit
Na 5 seconden: daling in geleverde power
Niet getrainde verliest snelheid al na 20m
Trainingsmethodes snelheid
- opwarming
- reactievermogen
- specifieke kracht
- maximale bewegingssnelheid
Wat is opwarming trainingsmethode
Contractiesnelheid ↑
Contractiekracht ↑
Lichaamstemperatuur ↑
Spierdoorbloeding ↑
Geleidingssnelheid van de zenuwbanen ↑
Enzymactiviteit anaerobe energielevering ↑
dynamische progressief opbouwende opwarming met aandacht voor coördinatie
Wat is reactievermogen trainingsmethode
eenvoudige reacties
o herhaald inoefenen van de globale beweging
o analytische oefenvorm
o sensorische methode
• tijd meedelen
• atleet schat tijd in (tijdsperceptie vergroten)
• streeftijd halen
complexe reacties
o eenvoudige situaties complexe situaties
o wedstrijdvorm (simulaties)
maximale inzet (100%)
zeer korte duur (< 1sec – enkele seconden)
rust van 1-2min
max 15-25 herhalingen
Specifieke kracht trainen snelheidtrainingsmethode
zie tabel pag 27
o specifiek type II vezels = 60-80%
neuromusculaire activatietraining (NMA)
o benutten van toegenomen spierpotentieel = 85-100% explosief
• geen toename van verkortingssnelheid
snelkracht – plyometrie – sportspecifiek
o snelkrachttraining = omzetten kracht naar snelheid = <50% RM
• geen klassieke fitnesstoestellen
• wel bankstoten – squatsprong
Wat is maximale bewegingssnelheid trainingsmethode
a. onbelaste oefeningen
o acyclisch plyometrie
o cyclisch amplitude/ frequentie
o criteria:
• lage belasting – hoge snelheid
• 1-3 seconden aanhouden
• Actieve rust 3-6minuten
• Variatie in methoden
Sprintspecifieke oefeningen
o Deelbewegingen accentueren ter plaatse armactie met hoge frequentie
o Submaximale tempolopen (70-85%) 6X200m 75% met 5 rust
o Snelheidsuithouding (vb120m) 3X 120m – volledige recuper (10min)
o In-out-in sprint 3 X 150
o Al-out sprints 4 X 40m uit startblokken
o Sprinten met weerstand/belasting lichte helling bergop – gewichtsvest – parachute
o Supramaximale sprints (105%) lichte helling bergaf – towing – rugwind – loopband
Welke fysiologische factoren spelen een rol bij snelheid
• Spiermassa en spiervezeltype
Trage & snelle spiervezels – erfelijkheid
• Neuromusculaire activatie
Intramusculaire coördinatie
Efficiënt op elkaar inspelen van de talrijke spiervezels met verschillende contractiesnelheid, zodat een optimale krachtontwikkeling tot stand kmt zo veel mogelijk een groot aantal snelle motorische eenheden te mobiliseren = SIZE principe
Intermusculaire coördinatie
–> Timing tussen de spieren – secifiek trainen (bv bij elektrostimulatie: coördinatie ontbreekt!) agonisten & antaginisten: functionele krachttraining!
Rekking – verkortingscyclus bij contractie!!
Excentrische fase – concentrische fase
Energielevering!!
ATP +CP
Trainingsopbouw van snelheid
Perfecte techniek!
Transfer naar sport specifieke beweging
o (maximale) kracht (maximale) snelheid
Kracht en snelheid parallel trainen in een zelfde mesocyclus!