Hoofdstuk 8 Flashcards
1
Q
emmer, de
A
bucket
2
Q
gordijn, het
A
curtain
3
Q
pop, de
A
doll
4
Q
stout
A
naughty
5
Q
tak, de
A
branch
6
Q
verstoppen
A
conceal
7
Q
wenken
A
beckon
8
Q
afspreken
A
arrange an appointment
9
Q
bisschop, de
A
bishop
10
Q
blank
A
white
11
Q
daad, de
A
deed
12
Q
dimensie, de
A
dimension
13
Q
duivel, de
A
devil
14
Q
financieren
A
finance
15
Q
geheim, het
A
secret
16
Q
gemeenschap, de
A
community
17
Q
grijpen
A
grab
18
Q
hel, de
A
hell
19
Q
knecht, de
A
assistant
20
Q
ondergeschikt
A
inferior
21
Q
opgewonden
A
excited
22
Q
opwinding, de
A
tension, excitement
23
Q
particulier
A
private
24
Q
pedagogisch
A
like child psychology
25
pers, de
press
26
plagen
tease
27
schoorsteen, de
chimney
28
sjouwen
lug, haul
29
werkelijk
real, actual
30
aangelegenheid, de
affair, business
31
afbeelding, de
image
32
atelier, het
studio, workshop
33
bodem, de
ground
34
borst, de
breast
35
contrast, het
contrast
36
Eeuwig
eternal
37
esthetisch
aesthetic
38
goederen, de
merchandise
39
harmonie, de
harmony
40
historicus, de
historian
41
koopkracht, de
buying power
42
kostbaar
costly
43
kous, de
stocking
44
litteken, het
scar
45
manipuleren
manipulate
46
moeras, het
marsh, swamp
47
neger, de
negro
48
ontroerend
compelling
49
opdracht, de
assignment
50
opdrachtgever, de
bidder
51
origineel, het
original
52
puist, de
pimple
53
religieus
religious
54
republiek, de
republic
55
scheepvaart, de
shipping (traffic)
56
schetsen
sketch
57
steen, de
stone
58
stier, de
bull
59
uitstraling, de
your look
60
verlangen, het
desire
61
vlieg, de
fly
62
voorgrond, de
foreground
63
wild
wild
64
wrat, de
wart
65
zelden
rarely
66
aller-
all
67
auteur, de
author
68
dicteren
dictate
69
diepte, de
depth
70
divers
diverse
71
doormaken
to endure
72
Enig
unique
73
Eren
to honour
74
evenals
just as
75
geliefd
popular
76
knap
attractive
77
naaien
to sew
78
observeren
observe
79
onafhankelijk
independent
80
onderneming, de
undertaking
81
oppervlakte, de
surface
82
overnemen
to transfer
83
prijs, de
cost
84
ras, het
breed
85
rubber, het/de
rubber
86
schelen
to differ
87
talloos
countless
88
vastleggen
to secure
89
verklaren
declare
90
voorstelling, de
performance
91
aanvankelijk
originally
92
bleek
pale
93
bundel, de
bundle
94
citeren
to quote
95
filosofisch
philosophical
96
fluisteren
whisper
97
frequentie, de
frequency
98
gemeenschappelijk
common
99
glanzen
gleam
100
grauw
dull
101
karton, het
cardboard
102
lijm, de
glue
103
najaar, het
autumn
104
notaris, de
solicitor, notary
105
overhandigen
present, deliver
106
overkant, de
other side
107
paard, het
horse
108
peilen
measure, survey
109
qua
what concerns the ...
110
rijp
ripe
111
slaaf, de
slave
112
stammen
to originate from
113
stapel, de
pile
114
verwonderen
to amaze
115
vlek, de
spot, stain
