Hoofdstuk 7 Flashcards

1
Q

redenen voor anticonceptie`

A

persoonlijke en maatschappelijke redenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

coitus interruptus

A

voor het zingen de kerk uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

coitus obstructus

A

druk uitoefenen op de testikels zodat het sperma geëjaculeerd wordt in de blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

coitus reservatus

A

de man vermijdt ejaculatie volledig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

douching

A

wassen van de vagina of penis meestal met cola, kan zorg voor infecties en embolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pessarium

A

een zetpil, voorwerp of elixer dat in de vagina kan worden geplaatst om de doorgang van sperma te blokkeren of sperma te doden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sea sponges

A

voorkomt dat het sperma de baarmoederhals binnedringt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

condoom

A

barrieremethode die wordt gedragen door de man of vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

borstvoeden

A

veel culturen geloven dat borstvoeding conceptie verlaagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarop letten bij anticonceptie keuze

A
  • Permanent of omkeerbaar.
  • Doeltreffendheid/ effectiviteit.
  • Bijwerkingen.
  • Motivatie van de gebruiker.
  • Gebrek aan betrokkenheid van de partner.
  • Vergeetachtigheid.
  • Toegankelijkheid (inclusief kosten).
  • Vermogen om aanwijzingen op te volgen.
  • Vermogen om soa-overdracht te voorkomen.
  • Individuele gezondheid.
  • Individueel comfortniveau.
  • Individueel seksueel gedrag.
  • Interventie uitgevoerd door medisch personeel?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

failure rate

A

het zwangerschapspercentage bij gebruik van een bepaalde anticoncptie methode, hoeveel vrouwen zwanger zal zijn na een jaar gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

perfecte gebruikers

A

je houd je perfect aan de manier hoe het hoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

typische gebruikers

A

vergeet wel eens of gebruikt het niet helemaal juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hormonale methode

A

tijdelijk effect op verminderen van vrouwelijke vruchtbaarheid zeer effectief, ze werken door voorkomen van de ovulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke hormonale methodes zijn er

A

pil
patch
vaginale ring
implantaat
injecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

combinatiepil

A

bevat oestrogeen en progesteron, oestrogeen hoog waardoor FSH geinihibeerd word en progesteron houdt baarmoederhalsslijm dik en remt LH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

driefasenpil

A

je krijgt stabiele niveaus van oestrogeen binnen, maar drie fases van progesteron.

18
Q

progesterone-only pillen/mini pillen

A

wordt gebruikt om oestrogeen-gerelateerde bijwerkingen te voorkomen, zorgen voor zeer onregelmatige menstruaties

19
Q

anticonceptiepleister

A

wordt toegediend door de huid en gaat 7 dagen mee, 3 weken een pleister 1 week niet

20
Q

viginale ring (Nuvaring)

A

flexibele transparante ring gemaakt van plastic, hoog in de vaginale geplaatst, 21 dagen laten zitten 7 dagen eruit

21
Q

noodpil/morning after pil

A

zwangerschap voorkomen, meest effectief binnen 24 uur, afhankelijk vanaf wanneer in de cyclus kan het ovulatie stoppen, functionerenen sperma stoppen, bevruchting voorkomen of de ontwikkeling van het endometrium tegengaan

22
Q

prikpil

A

toegediend door injecties, effectiever dan de pil moet elke 3 maanden herhaald worden, ovulatie stopt en baarmoederslijm verdikt en endometrium groeit niet
bij stoppen dan osteoporose optreden

23
Q

implantaat

A

dun ijzertje, onder de huid voorkomt ovulatie, baarmoederslijm dik geen endocriem

24
Q

iud/spiraaltje

A

klein stukje plastic of metaal dat hormoon bevat wat de baarmoeder een giftige omgeving maakt voor het sperma en eitjes

25
Q

diafragma

A

wordt in de vagina ingebracht en past precies om de baarmoederhals

26
Q

femcap lea’s shield en de spons

A

vaginale barres zoals het diafragma , ze moeten gebruikt worden met spermicide of microbicide

27
Q

spermicides

A

zijn zaaddodende middelen die via een applicator in de vagina, dichtbij de baarmoederhals worden gebracht

28
Q

fertility awereness methodes

A

natuurlijke vormen van anticonceptie waarbij geen gemeenschap plaatsvind tijdens de vruchtbare periode

29
Q

Basal body temperature method

A

in de folliculaire periode is de temperatuur redelijk gelijk. Op de dag van de ovulatie is een daling en de dag erna een enorme piek. Gemeenschap zou veilig zijn vanaf 3 dagen na de ovulatie.

30
Q

Kalendermethode

A

veronderstellen ovulatie ongeveer 14v dagen plaatsvind voor mesntruatie, 28 dagen, onthouding van seks tussen 10-17 dagen

31
Q

standard days methode

A

regelmatig cyclus 26-32 dagen onthoud zich van seks dag 8-19

32
Q

Cervical mucus method

A

een aantal dagen na de menstruatie produceert de vagina geen slijm en kan een vrouw last hebben van vaginale droogte. In deze periode is het veilig om te vrijen.

33
Q

Sympto-thermal methode:

A

combineert de basal body temperature methode met de cervical mucus method.

34
Q

mannelijke sterilisaties

A

vasectomy
vasovasostomie

35
Q

vasectomy

A

de vas deferend wordt geknoopt of doorgesneden, man niet meteen hierna ontvruchtbaar want er kan wat sperma achterblijven

36
Q

vasovasostomie

A

vasectomy terug draaien

37
Q

vrouwlijke sterilisatie

A

verschillende technieken maar hebben allemaal te maken met her blokkeren van de eileiders, on om keer baar
laparoscopy en transcervical approach

38
Q

laparsocopy

A

clipjes of ringetjes aangebracht rond de eileders

39
Q

minilaparotomy

A

een Laparascopy die meteen na de bevalling wordt gedaan

40
Q

transcervical approach

A

is een methode waarbij geen incisie wordt gemaakt maar instrumenten via de baarmoederhals en baarmoeder worden ingebracht, blokkade geplaatst in elke eileder

41
Q

abortus procedures

A

vacuum aspiration method
dilation and evacuation
abortuspil
methotexate