Hoofdstuk 6 Flashcards

1
Q

acrosoom

A

kapje op de zaadcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

zona pellucida

A

laagje van de eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ectoderm

A

centraal zenuwstelsel en de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

endoderm

A

organen, spijfverstegingssysteem en het ademhalingssysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mesoderm

A

spieren, skelet verbindingssysteem, voortplantigssysteem en bloedsomloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

placenta

A

massa van weefsel wat het embryo omvat in de vroege ontwikkeling en zorgt voor de voeding voor groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

navelstreng

A

wordt gevormd in de vijfde week van de embryonale ontwikkeld en zorgt ervoor dat de voedingsstoffen bij de foetus terecht komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

amniotic fluid

A

vruchtwater onderhoudt de foetus met de constante temperatuur en dient als stootkussen voor mogelijk beschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uitscheiding human chorionic gonadotropic

A

hCG hormoon, wordt gemeten bij zwangerschapstesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ontwikkeling foetus

A

eerste trimester
tweede trimester
derde trimester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

eerste trimester

A

de kleine massa Dekker ingenesteld in de baarmoeder ontwikkelt zich tot foetus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tweede trimester

A

de vrouw kan de voelen bewegen en de arts kan de hartslag van de foetus waarnemen vanaf 18e week, met echo’s kan dit al eerder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

derde trimester

A

de foetus draait in de baarmoeder in lengtelingging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

couvade syndroom

A

vader, ervaart zwangerschapssymptomen als slechte spijsvertering, gastritis, misselijkheid, veranderingen in eetlust en hoofdpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Braxton-hicks weeen

A

pijnloze samentrekkingen van baarmoeder ter voorbereiding op de bevalling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

effecten van antibiotica bij zwangerschap

A

kan de foetus beschadigen, gekleurde tanden, botdefirnaties, doofheid en geelzucht kunnen worden veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

effecten van alcohol bij zwangerschap

A

circuleert de foetus mar kan het nog niet afbreken, foetaal alcohol syndroom

18
Q

effecten van sos bij zwangerschap

A

risico op vroeggeboorte en laag geboorte gewicht, hoofd kleinere omtrek en is laag cognitief functioneren

19
Q

effecten van Marijana bij zwangerschap

A

THC gaat door de foetus heen, verminderde foetale groei en laag geboortegewicht, bij ernstig gebruik lage verbale vaardigheden en teugen functioneren optreden

20
Q

effecten van sterioiden bij zwangerschap

A

sommige hormonen kunnen leiden tot masculatisatie van de vrouwelijke foetus

21
Q

effecten van roken bij zwangerschap

A

vertraagt foetale groei doordat verminder voedings- en zuurstoffen naar het kind konden. het kind kan astma, cognitieve problemen, adhd, en antisociaal gedrag kijken

22
Q

effecten van SSRI bij zwangerschap

A

lager geboortegewicht slechte neonatale adaptatie

23
Q

effecten van chemische stoffen bij zwangerschap

A

zoals verf, cosmetica en schoonmaakmiddelen: hogere mate van aandachtstekort/ hyperactiviteit

24
Q

ectopic pregnancy

A

buitbaarmoederelijk zwangerschap

25
Q

pseudocyesis

A

schijnzwangerschap

26
Q

zwangerschaps-geinduceerde hypertensie

A

hypertension
ore-eckanosia
eclampsia`

27
Q

hypertension

A

verhoogde bloeddruk

28
Q

precies-eclampsia

A

verhoogde bloeddruk gepaard met gegenarilseerde edema en proteïnurie

29
Q

eclampsia

A

verhoogde bloeddruk, stuiptrekking, mogelijke coma en dood

30
Q

vroeggeboorte

A

vroegtijdig bevallen is de belangrijkste complicatie die de ontwikkeling van kind kan beïnvloeden

31
Q

babys geboren rond 22-32 weken

A

cognitieve en motorische beperking/verslechterimg op 5 jarige leeftijd

32
Q

babys geboren rond 32-36 weken

A

hebben meer kans om op hun 16e opgenomen te worden psychotische stoornissen

33
Q

babys geboren rond 34-35 weken

A

iq score onder de 85 gezien bij 6 jarige babys

34
Q

virale infectie tijden de zwangerschap

A

bepaalde virussen kunnen door de placenta barriere heen en brengen schade aan de foetus

35
Q

aangeborem afwijkingen

A

kunnen komen door middelengebruik of genetische of chromosomale afwijkingen

36
Q

vruchtwaterpunctie

A

kan deze deficits vroegtijdig opsporen, de punctie haalt wat vruchtwater uit de baarmoeder om dat te onderoeken, 1% veroorzaakt een abortus

37
Q

vlokkentest

A

alternatief voor de punctie

38
Q

Miskraam

A

gebeurt wanneer een zwangerschap door natuurlijke oorzaken uit zichzelf stopt, voordat een coceptus levensvatbaar is. ongeveer de heft van de zwangerschappen eindigt in een miskraam (meestal eerste trimester)

39
Q

effacement

A

uitdunning verstrijken bij bevallen

40
Q

dilation

A

ontsluiting van de baarmoederhals tijdens bevallen