Hoofdstuk 17 Flashcards

1
Q

seksuele stoornis

A

een probleem met seksuele reacties wat Mentale distress veroorzaakt gekoppeld aan de seksuele respons cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

eisen seksuele stoornis

A

minimaal 6 maanden last van klachten gepaard met distress
geen gevolg zijn van andere psychiatrische problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

classificatie seksuele stoorniseen

A

levenslang
acquiered/verworven
generiek of situationeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

soorten seksuele stoornissen

A

verlangenstoornissen
opwindingsstoornissen
orgasmestoornissen
pijnstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verlangenstoornissen

A

male hypoactief seksueel verlangen
vrouwelijke seksueel interesse/opwindingstoornis
vrouwelijke seksueel verlangen/opwindingsstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

male hypoactief seksueel verlangen

A

gebrek aan interesse, sterk verminderde interesse of weinig responsief verlangen voor seks die een ander initeert, komt 2 keer zoveel voor bij vrouwen als bij mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vrouwelijke seksueel interesse

A

de lage seksuele intresse en opwindingstoornis zijn samengevoegd. verlangen komen vaak samen met opwindingsporblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vrouwelijke seksueel verlangen

A

gebrek aan reactie op seksuele stimulatie waaronder ook weinig lubricatie, bevat psychologische als fysiologische elementen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

opwindingsstoornissen

A

erectiestoornissen en dan lifelong en acquired

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lifelong erectile disorede

A

man nooit een erectie kunnen krijgen die voldoende is voor seks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

acquired erectile disorder

A

man heeft op andere momenten een erectie gehad die genoeg was voor gemeenschap maar heeft hier nu moeite mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bijdragen aan erectiestoornis

A

ziekte geassocieerd met hart en circulatie systeem, diabetes, hypoganadisme en hyperproctinemia. ook beschadigingen aan lagere deel ruggengraat ernstige stress of vermoeidheid en prostaatoperatie maken het moeilijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

orgasmestoornissen

A

premature/vroegtijdige ejaculatie
vertraagde ejaculatie/mannelijke orgasme stoornis
vrouwelijke orgasme stoornis
situationele orgastische stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

premature ejaculatie

A

binnen 1 minuut, onvermogen uit stellen, distress over probleem, fysieke factoren die invloed hebben kan lokale infectie of degeneratie in delen van zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vetraagde ejaculatie

A

onvermogen om orgasme te krijgen, duurt erg lang voordat het orgasme wordt ervaren
Dit komt minder vaak voor dat premature ejaculatie. Ruggenmergschade, multiple sclerose en prostaat operatie kunnen een verlaat orgasme veroorzaken. Echter wordt het merendeel veroorzaakt door psychologische factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vrouwelijk orgasme stoornis

A

ook wel bekend als anorgasmia, orgasmatische dysfunctie, geremd vrouwelijk orgasme. 20% van de vrouwen rapporteert moeilijkheden met het bereiken van een orgasme. Dit wordt het merendeel veroorzaakt door psychologische factoren, maar ernstige ziekte, slechte algehele gezondheid, extreme vermoeidheid, of schade aan het ruggenmerg kunnen deze stoornis ook veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

situationele orgasmatsiche stoornis

A

een vrouw heeft in bepaalde situatie wel orgasme en in ander niet bijv. mastrubatie en geslachtgemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

pijnstoornissem

A

genito-pelivine/ penetratie disorde
dyspareunie
vaginisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

genito-pelvine pijn/ pentratie disorder

A

dyspareunia en vaginisme zijn samengevoegd in de dsm 5, komen vaak samen voor. mannen kunnen ook pijn ervaren dus deze naam inclusiever

20
Q

dyspareunia

A

ervaren pijn tijden de gemeenschap, bestaande uit zowel diepe of oppervlakkige dyspareunie

21
Q

oorzaken dyspareurnie

A
  • stoornissen van de vaginale ingang: geïrriteerde overblijfselen van maagdenvlies, littekens of infectie van klieren van bartholin
  • stoornissen van de vagina: vaginale infectie, allergiesche reactie
  • bekkenstoornissen: bekkeninfecties, endometriose tumoren, cysten en scheuren van ligamenten die baarmoeder beschermen
22
Q

psychologische oorzaak

A

Het idee dat de penis nadert zorgt voor negatieve gedachten over pijn, dit zorgt ervoor dat je cognitieve angst hebt hierdoor worden de gevoeligheid en alertheid groter. minder vochtig meer gespannen bekkenbodem spieren

23
Q

vaginisme

A

spastische samentrekking van de spieren rond de ingang van de vagina, waardoor het niet mogelijk is om seks te hebben. hoe positiever mensen denken over seks hoe makkelijk het zal gaan

24
Q

oorzaken seksuele stoorniseen

A

fysieke oorzaken
medicatie
illicit of recreational drugs
alcohol
psychologische oorzaken
interpersoonlijke factoren

25
Q

wiet effect

A

kan bijdragen aan risicovol seksueel gedrag en chronisch gebruik kan in verband gebracht worden met verminderd seksueel verlangen en orgasmestoornissen, effect afhankelijk van gender

26
Q

chronisch sos gebruik

A

verlies van seksueel verlangen, orgasmestoornissen en erectiestoornissen

27
Q

crystal methamphetine gebruik

A

bijdragen bij risicovolle seks

28
Q

opiaten narcotica gebruik

A

sterke onderdrukkende effecten op seksueel verlangen en respons

29
Q

psychologische oorzaken

A

immediate cause
prior learning

30
Q

immediate cause

A

dingen die gebeuren tijdens gemeenschap, angsten zoals faalangst, cognitieve inferentie (prestatiedruk) spectatoring (beoordelen van eigen seksuele expertiese) falen partner committeren en effectief stimulerend gedrag hebben

31
Q

prior learning

A

dingen die mensen eerder hebben geleerd
(hele lijst hier best logisch)

32
Q

onderzoek van Barlow niet de apen

A

onderscheid tussen specula functioneel people en specula dysfynctioning people. mensen stellen eisen aan seksuele performance. slecht mensen vermeiden goed mensen komen in positieve feedbackloop

33
Q

3 gebreken van APA volgens de nieuwe blik

A
  1. ze behandelijk mannelijk en vrouwelijk seksueliteit op dezelfde manier
  2. ze negeren relationele context
  3. ze negeren de verschillen onder vrouwen en de natuurlijke variaties in seksualtiet van vrouw
34
Q

nieuwe blik categorieën vrouwen

A
  1. seksuele problemen door socioculturele, politiek of economische factoren
  2. sequel problemen gerelateerde aan de partner en de relatie
  3. seksuele problemen veroorzaakt door pyschologische factoren
  4. seksuele problemen door medische facotoren
35
Q

Seksuele problemen door socioculturele, politieke of economische factoren

A

֍ Onwetendheid en angst door inadequate seksuele voorlichting, gebrek
aan toegang tot gezondheidsdiensten of andere sociale beperkingen.
֍ Seksuele vermijding of distress door onvermogen om te voldoen aan
culturele normen met betrekking tot ideale seksualiteit.
֍ Inhibities door conflict tussen de normen van iemands originele cultuur
en die van de dominante cultuur.
֍Gebrek aan interesse of vermoeidheid door familie- en
werkverplichtingen.

36
Q

Seksuele problemen gerelateerde aan de partner en de relatie

A

֍ Seksuele inhibitie of distress veroorzaakt door bedrog of angst voor de partner wegens misbruik.
֍ Discrepanties in verlangen of voorkeur voor seksuele activiteiten.
֍ Onwetendheid of inhibitie over seksuele communicatie.
֍ Verlies van seksuele interesse door conflicten of door traumatische
ervaringen.
֍ Verlies van opwinding door de gezondheidsproblemen of seksuele
problemen van de partner.

37
Q

Seksuele problemen veroorzaakt door psychologische factoren

A

֍ Seksuele aversie of inhibitie van seksueel genot door vorige ervaringen van fysiek, seksueel of emotioneel misbruik.
֍ Persoonlijkheidsproblemen met hechting, afwijzing, depressie of angst.
֍ Seksuele inhibitie door angst voor seksuele handelingen of diens mogelijke gevolgen, zoals pijn tijdens de seks of angst voor
zwangerschap of SOA’s.

38
Q

Seksuele problemen veroorzaakt door medische factoren

A

֍ Medische condities die neurologisch, circulatoir, endocriene of andere lichaamssystemen beïnvloeden.
֍ Zwangerschap of SOA’s.
֍ Bijwerkingen van medicatie.

39
Q

PLISSIT model

A

bied handvatten om hulp aan patiënten en cliënten met mogelijke seksuele problemen
permisson
limited info
specefike suggestie
intensieve therapie

40
Q

balansmethode van gianotten

A

-seksueel functioneren is de som van stimulerende en inhalerende factoren
-factoren bestaan uit fysieke, emotionele en praktische factoren
-je gaat met de client kijken welke factoren verander worden
-veel inhalerende factoren grote kans niet functioneren
-veel stimulerende factoren, goed functioneren kans groot

41
Q

systematische desensitisatie

A

gedragstherapie om angst af te laten nemen

42
Q

sensate focus oefeningen

A

gedragstherapie om doelgerichte attitudes richting seks te elimineren

43
Q

koppeltherapie

A

5 delig model voor behandelen mannen met erectiestoornis

44
Q

5 deligmodel koppeltherapie

A
  • Seksuele en prestatieangst vermindering.
  • Educatie en cognitieve interventie
  • Script beoordeling en modificatie.
  • Conflictresolutie en relatieverbetering
  • Terugvalpreventietraining
45
Q

stop-start techniek

A

wordt gebruikt als behandeling voor premature ejaculatie

46
Q

biomedische therapieen

A

medicijnbehandeling
intracavernsoal injectie
zuiaparaten
operationele therapie