Hoofdstuk 11 Flashcards
emoties/affectieve invloeden
emotionele staten hebben zowel direct an indirect op tot wie we ons aangetrokken voelen
direct effect
positief affect leidt er gewoonlijk toe dat we andere gunstiger beoordelen, negatief affect leidt tot afkeer/dislike
indirect effect
persoon brengt een indirecte bestaande emotionele toestand over op nieuwe mensen die we ontmoeten
theorie byte’s law of attraction
we vinden mensen leuker wanneer ze vaak aardig zijn tegen ons en zelfde vervelend. voorkeur aan mensen die gelijk zijn interactie lonend is voor eigen gedrag
propinquity
ook ben bekend nabijheidseffect
herhaalde blootstelling
drijfende kracht achter nabijheidseffect, familiariteit leid tot leuk vinden
assortative mating
veel bewijs mensen gaan om met mensen die op hun lijken
matching fenomeen
attitudes, intelligentie en aantrekkelijkheid matchen
sociale vergelijkingstheorie
het selecteren van gelijke partners kan ons zelfwaardinging versterken door onze eigen wereldbeelden te bevestigen
complementariteit
het idee dat tegenpolen elkaar aantrekken
homophily
de neiging om contact te hebben met mensen van gelijke sociale status , vooral geval bij ras en daarna opleiding en leeftijd
theorie same-sex attraction; exotic becomes erotic theory (darly bem)
zelfde geslacht voelen zich aangetrokken tot wat voor hen ongewoon of exotisch is
schaarste
lage beschikbaarheid verhoogt de perceptie van aantrekkelijkheid
onderzoek schaarste
pennebakker
pennebakker onderzoek
mannen en vrouwen aantrekkelijkheid van de anderen door de avond heen beoordelen, door de avond werken mensen aantrekkelijker niet kan door schaarste of/en door bierbril
two component theory of love Berscheid en walsters
stede dat 2 condities, fysiologische arousal en het plaatsen van cognitief label (liefde) op de arousel, aanwezig moeten zijn wil er gepassioneerde liefde onstaan
neurochemicalen aantrekkelijkheid
feromonen
dopamine
serotioine
oxytocine
theorie social strategies theory
wanneer we een persoon aantrekkelijk vinden, zien we hen als een gezond persoon wat indiceert dat deze persoon vruchtbaar is
contrast effect
het idee dat perceptie van het gem kunnen worden veranderd door aanwezigheid van outliers
self-disclosure
je partner persoonlijke zaken over jezelf verteld wat leidt tot meer intimiteit en verbondenheid
triangular theory of love sternberg
intimiteit, passie en decision of commitment
lee’s liefdesstijlen
legt de nadruk op hoe mensen de liefde benaderen
eros
krachtige aantrekking aan het fysieke uiterlijk van een geliefd persoon
ludus
speelse liefde, mensen willen niet te betrokken eaken of afhankelijk worden van de andere
storge
liefde zonder gekke dingen een vredige en betoverende affectie
hechtingstheorie van liefde, Hazan en shaver
veilig, angstig, vermijdende en angstig-ambivalente
passionele liefde
begin relatie, toestand van intense fysiologische opwinden en intens verlangen om samen te zijn met die ander
compassionate liefde
later in de relatie, gevoel van deuce gehechtheid en toewijding aan 1 persoon waarmee je een intieme relatie hebt
neurochemie passionele liefde
prolactine verhoogt naar orgasme en zorgt voor hechting
oxytocine draagt bij an lange termijn relaties en vertrouwen
dopamine
companionate liefde neurochemie
oxytocine en vasopresiine
liefde hersenen activiteit
verminderde activiteit in hypothalamus, amygdala en somatosesnsorische cortex
communicatie problemen/technieken
mind reading
documenting
leveling
editing
I laugange
nonverbale communicatie
validatie
intent
wat spreken bedoeld
impact
wat de andere persoon denkt dat de spreker bedoel
effectieve communicater
spreker wiens intent en impact matchen