Hoofdstuk 14 Flashcards

1
Q

onderzoek naar abnormaal gedrag

A

gebaseerd op personen die gearresteerd zijn door de politie of die hulp zoeken voor hun problemente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

termen variaties seksueel gedrag

A

seksueel afwijkend gedrag
perversie
seksuele variatie
parafilie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

statistische definitie seksuele variatie

A

seksueel gedrag dat zeldzaam is of nier door veel mensen wordt uitgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sociologische benadering seksuele variatie

A

seksueel gedrag is gedrag wat de normen van de samenleving schendt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

psyshologische benader

A

4 D, disfunctioneel, distrees, deviant en dangerous

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

medische benadering

A

DSM-4 bevat 8 atypische seksuele intresses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

parafilie

A

ongewoon, onconventionele seksueel gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

parafiele stoornis

A

parafilie die zorgt voor distressof schaadt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

continuum

A

normale abnormale continuüm zien als abnormaal seksueel gedrag geen aparte categorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fetisch

A

terugkerende intense, seksuele fictie op een object of delen van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verklaring fetische

A

klassieke conditioneren
cognitieve vervorming inde zin hebben met conventionele stimulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Studie van Rachman

A

fetisch studie, knappe vrouw en hoge hak vervolgens mensen al opgewonden door de hoge hak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cross dressing

A

verwijst naar het kleden als een Lid van andere geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voyeurisme

A

een persoon die seksueel opgewonden raak van het kijken naar nietsvermoedende mensen die naakt zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

exhibitonisme

A

persoon die genot ervaart aan het blootstellen van zijn genitaliën aan niet instemmend persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

seksverslaving

A

onduidelijk in dsm 5 maar persoon gaat via een cyclus van 4 stappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

4 stappen cyclus seksverslaving

A
  1. preoccupatie
  2. rituelen
  3. dwangmatig seksueel gedrag
  4. wanhoop
18
Q

compusielf seksueel gedrag

A

stoornis waarbij een intense seksueel opwindende fantasie, alternatief voor seksverslaving.

19
Q

mensen met compulsief seksueel gedrag hebben

A

gebrek aan impulscontrole
krijgen sociale en legale sancties
interferentie in interpersoonlijk en beroepsmatig functioneren
gezondheidsrisico’s `

20
Q

hyperseksualiteit

A

buitensporig, onverzadigde seksdrive, 7 of meer orgasme per week maar dit past meer bij vrouwen dan mannen.

21
Q

nymfomanie

A

hyperseksualitiet bij vrouwen

22
Q

saturiasis

A

hyperseksualiteit bij mannen

23
Q

welk medicijn kan hyperseksualiteit veroorzaken

A

levodopa medicatie tegen parkison

24
Q

Parafilische Hyperseksualiteit

A

extreem hoge frequenties van het kijken van porno of frequent gebruik van betaalde partners en verschillende extra parafiele stoornissen.

25
Avoidant Masturbation
mannen die veel tijd spenderen aan het kijken van porno en een paar uur per dag masturberen.
26
Chronic Adultery
mensen die veel vreemd gaan, maar een paar parafiele interesses hebben en weinig tijd spenderen met het najagen van seksuele bevrediging
27
Sexual Guilt
de hoeveelheid seks ligt in een normale range, maar mensen voelen zich er heel schuldig over
28
Designated Patiënt
de partner heeft hele strenge geloven over seks en ontdekt activiteit bij de cliënt waar ze het niet mee eens zijn. De cliënt vertoont geen extreme gedragingen of parafiele stoornissen.
29
Asphyxiophilia (of hypoxyphilia)
verlangen om bij zichzelf zuurstof tekort op te wekken, meer voor bij mannen dan vrouwen
30
Zoophilia (bestiality or sodomy)
seksuele opwinding door seksueel contact met een dier
31
Frotteurisme
men raakt zijn genitaliën aan of wrijft ze tegen het lidhaam van een niet instemmend persoon
32
Saliromanie
verlangen om vrouw, haar kleding of haar beeld te beschadigen of vervuilen
33
Coprophilia
ontlasting is belangrijk voor seksuele bevrediging
34
Urophilia
urine is belangrijk voor seksuele bevrediging
35
Necrofilie
seksueel contact met een overleden persoon
36
Sexsomnia
slaap seks, meer een slaapstoornis dan seksuele stoornis/parafilie
37
primaire preventies
voorkomen dat er problemen onstaan
38
secundaire preventie
verge stadium van de diagnose kan behandeld worden tijd het moment van deviant gedrag
39
behandelingen van seksuele variatie
medische behandeling cognitive gedragstherapie mutisystematische therapie
40
medische behandelingen
chirugische castratie hormonale behandelig psychofarmacologische behandeling
41
mulisystemische therapie
therapeutisch programma wat gericht is op jonge zedendelinquenten, combi van familietherapie ,vaardigheidstraining en cognitieve gedragstherapie
42
welke meest effectief
cognitieve gedragstherapie