Hoofdstuk 18 Flashcards

1
Q

verschil STD en STI

A

verwijst alleen naar de gevallen waar er een infectie is die ook symptomen veroorzaakt, STi verwijst naar alle infecties met of zonder symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

chlamdydia

A

bacterie, symptomen verschijnen tot 7-21 dagen na infectie. 50% man en 75% asymptotisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

symptomen vrouwen chlam

A

-pijn tijdens plassen
-ongewone vaginale afscheiding
-pijn in buik of bekken
-pijn tijdens de seks
-bloeden na de seks
-bloeden tussen menstruatie periodes door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

symptomen man chlam

A

pijn tijdens het plassen
witte of waterige afscheiding uit topje van de penis
brandende of jeukend gevoel in plasbuis
pijn in de testikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gonneroe

A

druiper, bacterie oudste soa tatum had het

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

symptomen gonneroe

A

Symptomen verschijnen 2-5 dagen na infectie.
* Dikke groene of gele uitscheiding van de vagina of penis.
* Pijn bij plassen.
* Vrouwen: bloeden tussen de menstruatie in.
1 op 10 vrouwen asympotoisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

syfilis

A

Veroorzaakt door toeponem palladium bacterie, veel minder vaak voor dan gon en chlam wel. heftige ziekte man en kwetsbaarder voor HIV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stadia syffilis

A

primaire stadia
secondaire stadie
latente syfllis
late syfilis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

primaire sufilis

A

eerste symptomen rond = 2 a 3 weken na besmetting, belangrijkste symptoom kleine pijnloze zweer. ook gezwollen klieren nek lies of oksel gaan meestal binnen 2-8 weken weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

secundaire syfilis

A

Deze fase begint een paar maanden na het verschijnen van de zweer.
* Vlekkerige rode uitslag die overal op het lichaam kan voorkomen, maar vaak ontwikkelt het zich op de palm van de handen of de voetzolen. Het doet geen
pijn en jeukt niet.
* Kleine huidgroei (vergelijkbaar met genitale wratten) op de vulva of rond de
anus.
* Witte plekken in de mond.
* Griepachtige symptomen, zoals vermoeidheid, hoofdpijn, gewricht pijn, en
griep.
* Opgezwollen klieren en soms pluksgewijs haarverlies.
gaan meestal na een paar weken over. kunnen aantal maanden komen en gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

latente fase

A

niet meer besmettelijk, zwangere vrouwen kunnen doorgeven foetus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tertiaire syfilis/late syffilis

A

weer besmettelijk, verspreiden naar andere delen lichaam
kunnen serieuze levensbedreigende problemen veroorzaken, zoals:
* Meningitis (hersenvliesontsteking).
* Beroertes.
* Dementie symptomen.
* Verlies van coördinatie.
* Gevoelloosheid.
* Zichtproblemen of blindheid.
* Hartproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

genitale herpes

A

veroorzaak herpes simplex viris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

HIV

A

retrovirus, en veel meer informatie lees de samenvatting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verloop van HIV infectie

A
  • Stadia 0: initiële infectie en ontwikkeling van de antilichamen tegen het virus
    gedurende 2 tot 8 weken, aantal T-cellen blijft rond de 1000 (normaal).
  • Stadia 1: T-cel aantal verlaagt, maar nog steeds meer dan 500. Velen hebben
    geen uiterlijke symptomen.
  • Stadia 2: T-cel aantal tussen 200 en 499.
  • Stadia 3: AIDS. Aantal T-cellen onder de 200.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

testen voor HIV

A

ELISA
western blot of immunobiot methode
home access HIV-1 test system

17
Q

behandeling HIV

A

hele tekts maar medicijn dat processie van ziekte vertraagt heeft.

18
Q

PrEP

A

medicijn met antriretrovirals dat toegediend kan worden aan mensen in een hoog risico groep om te zorgen dat ze het niet krijgen

19
Q

virale hepitis

A

5 soorten meest voorkomende hepatitis B

20
Q

symptomen hepitiius B

A
  • Onderbuik pijn.
  • Donkere urine.
  • Koorts/ griep.
  • Gewrichtspijn.
  • Verlies van eetlust.
  • Misselijkheid en overgeven.
  • Zwakte en vermoeidheid.
  • Geel worden van de huid, en wit worden van de ogen (geelzucht).
21
Q

zika virus

A

reusapen

22
Q

de beest ziektes

A

trichomoniasis
schaamluis
scabies (schurft)

23
Q

factoren op het verspreiden van STI vergroten

A

biologische
psychologische
gedragsmatig

24
Q

psychologische factoren

A
  • Gebruik van anticonceptiepillen kan valse gevoelens van “veiligheid” creëren wat het condoomgebruik ondermijnt.
  • Stigma en schaamte rondom het testen ontmoedigt sommige mensen om zich te laten testen.
  • Mensen zijn onrealistisch optimistisch over hun gezondheid: “Dat overkomt mij niet”.
  • In een relatie zitten kan ertoe leiden dat je je partner als “veilig” beschouwt, wat de behoefte van een condoom verminderd. Echter, vreemdgaan komt redelijk vaak voor.
25
Q

gedragsmatig factoren

A
  • Vroege aanzet tot intieme seksuele activiteit.
  • Opeenvolgende seksuele relaties.
  • Gelijktijdige seksuele relaties.
  • Hoog-risico seksuele partners.
  • Hoog-risico seksueel gedrag.
  • Inconsistent en onjuist condoom gebruik.
  • Drugsgebruik.
  • Seksuele dwang.
  • Gebrek aan kennis en zorgen over STI’s.
26
Q

biologische factoren

A
  • Gebrek aan symptomen maakt dat sommige infecties makkelijker verspreiden, omdat mensen denken dat ze asymptomatisch zijn.
  • Infecties die open zweren veroorzaken (bijv.. syfilis en herpes) zorgen ervoor dat infecties makkelijk het lichaam binnenkomen en verlaten.
  • Mensen zijn resistent tegen behandeling of er is geen behandeling.
27
Q

vaginits

A

vaginale onsteking 2 vormen, geen STI

28
Q

candida

A

vorm van vaginitis, veroorzaakt door schimmel candida