Hoofdstuk 7 Flashcards

1
Q

Wat onderzocht Galton?

A

Hereditary Geniuses, ultra-slimme mensen moeten een aangeboren eigenschap daarvoor hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is pedigree of eminence?

A

In een familie zijn meerdere mensen ergens superieur in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat vroeg Candolle zich af over erfelijkheid?

A

Heeft de omgeving niet meer invloed op eminence dan erfelijkheid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is positieve eugenetica?

A

Slimme mensen bemoedigen om kinderen te krijgen en domme mensen ontmoedigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een regressielijn?

A

De gemiddelde lijn in een scatter plot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is Pearson’s r?

A

Correlatiecoëfficient, de sterkte van correlatie tussen 2 variabelen. Varieert tussen -1 en 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is heritability?

A

Het percentage van variatie in een populatie die verklaard kan worden door genetische verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat vond Jensen?

A

Domme mensen kun je niet bijscholen, erfelijkheid is te sterk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe probeerden psychologen heritability te bestuderen?

A

Door separated twin studies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is algemene eugenetica?

A

Selectief ‘fokken’ van de mensheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is negatieve eugenetica?

A

Mensen verbieden om kinderen te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een regressie naar het gemiddelde?

A

Als je een extreme meting doet, zal dat bij de volgende meting meer richting het gemiddelde liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly