Hoofdstuk 3 Flashcards
Wat is lokalisatie?
Een plek in de hersenen aanwijzen voor bepaalde psychologische kenmerken
Welke theorie bedacht Willis?
De hersenen bestaan uit witte en grijze stof. Via dendrieten komt info de cel binnen, via axonen gaat het de cel uit.
Witte stof is de axonen, grijze stof is de cellichamen
Wat zijn commissures?
Verbindingsstukken in de hersenen
Wat was de theorie van Gall?
Dieren met een grotere cortex, vertonen complexer gedrag. Andere eigenschappen kun je ook in de hersenen zien
Wat is frenologie?
Als je een eigenschap meer hebt dan normaal, heb je daar meer hersenen voor. Dit zou je kunnen zien door een vervorming van de schedel als een soort knobbel
Wat is fysiognomie? Wie bedacht het?
Een ‘wetenschap’ die de relatie tussen uiterlijk en karakter/IQ liet zien. Bedacht door Lavater
Welke conclusie trok Flourens op basis van frenologie?
Als je delen van de hersenen kapotmaakt (ableert) dan zou het gedrag moeten veranderen
Waar ligt het cerebellum, en wat gebeurt er bij ablatie?
Onder de cortex, slechtere coördinatie
Wat ontdekte Bouillaud?
Frenologie klopt niet, maar er is wel lokalisatie voor taal.
Wat is afasie van Broca/motorische afasie?
Moeite met praten, gaat niet vloeiend en met korte woorden/zinnen.
Wat is afasie van Wernicke/sensorische afasie?
Taalbegrip is verstoord, patiënten kunnen wel praten maar dat is vaak onzin
Wat is conductieafasie?
Probleem met woordvinding en herhaling van woorden
Wat ontdekten Fritsch en Hitzig?
Door middel van elektrische stroompjes ontdekten ze de motorstrip, de sensorische schors en andere delen van de hersenen die bepaalde functies hadden
Wat ontdekte Penfield?
De interpretive cortex zorgt voor een gevoel van betekenis (déjà vu, of “dit is zinvol”)
Wat voor onderzoek deden Franz & Lashley, en tot welke conclusie kwamen ze?
Deden onderzoek naar muizen in een doolhof, en hoe die presteerden na ablatie. Conclusie was dat er geen lokalisatie is voor geheugen.