Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Wat is lokalisatie?

A

Een plek in de hersenen aanwijzen voor bepaalde psychologische kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke theorie bedacht Willis?

A

De hersenen bestaan uit witte en grijze stof. Via dendrieten komt info de cel binnen, via axonen gaat het de cel uit.
Witte stof is de axonen, grijze stof is de cellichamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn commissures?

A

Verbindingsstukken in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was de theorie van Gall?

A

Dieren met een grotere cortex, vertonen complexer gedrag. Andere eigenschappen kun je ook in de hersenen zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is frenologie?

A

Als je een eigenschap meer hebt dan normaal, heb je daar meer hersenen voor. Dit zou je kunnen zien door een vervorming van de schedel als een soort knobbel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is fysiognomie? Wie bedacht het?

A

Een ‘wetenschap’ die de relatie tussen uiterlijk en karakter/IQ liet zien. Bedacht door Lavater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke conclusie trok Flourens op basis van frenologie?

A

Als je delen van de hersenen kapotmaakt (ableert) dan zou het gedrag moeten veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar ligt het cerebellum, en wat gebeurt er bij ablatie?

A

Onder de cortex, slechtere coördinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat ontdekte Bouillaud?

A

Frenologie klopt niet, maar er is wel lokalisatie voor taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is afasie van Broca/motorische afasie?

A

Moeite met praten, gaat niet vloeiend en met korte woorden/zinnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is afasie van Wernicke/sensorische afasie?

A

Taalbegrip is verstoord, patiënten kunnen wel praten maar dat is vaak onzin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is conductieafasie?

A

Probleem met woordvinding en herhaling van woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat ontdekten Fritsch en Hitzig?

A

Door middel van elektrische stroompjes ontdekten ze de motorstrip, de sensorische schors en andere delen van de hersenen die bepaalde functies hadden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat ontdekte Penfield?

A

De interpretive cortex zorgt voor een gevoel van betekenis (déjà vu, of “dit is zinvol”)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor onderzoek deden Franz & Lashley, en tot welke conclusie kwamen ze?

A

Deden onderzoek naar muizen in een doolhof, en hoe die presteerden na ablatie. Conclusie was dat er geen lokalisatie is voor geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is equipotentionaliteit?

A

Geheugen is verspreid over de cortex

17
Q

Wat is de Law of Mass action?

A

Als genoeg cellen kapot zijn, stopt de rest ook met werken

18
Q

Wat is de redundancy hypothesis/overtolligheidshypothese?

A

Als een deel van de hersenen beschadigd is, kan een ander deel de taken overnemen. Geheugen wordt op meerdere plaatsen opgeslagen

19
Q

Wat ontdekten Milner en Scoville, en hoe ontdekten ze dat?

A

Ze ontdekten het declaratief en procedureel geheugen, doordat ze de hippocampus bij een patiënt hadden verwijderd

20
Q

Wat is het procedureel geheugen?

A

Het geheugen dat motorische acties onthoudt (zoals fietsen)

21
Q

Wat is het declaratieve geheugen?

A

Het geheugen voor herinneringen die je bewust kan oproepen

22
Q

Wat is functioneel herstel?

A

Intacte delen van het brein kunnen de taken van het verwijderde deel overnemen

23
Q

Patiënt Tan had…? Hij kon alleen maar het woord ‘tan’ zeggen, maar kon wel begrijpen wat er tegen hem werd gezegd

A

Broca’s afasie

24
Q

Wat gebeurt er als je de sensory strip ableert?

A

Dan verlies je gevoeligheid op bepaalde delen van je lichaam

25
Q

Waar zorgt de interpretative cortex voor?

A

Interpretatieve reacties: een nieuwe kijk op een situatie
Ervaringsgerichte reacties: hallucionaties of flashbacks gebaseerd op het verleden

26
Q

Welk deel van de hersenen is belangrijk voor her vormen van nieuwe herinneringen?

A

De hippocampus