Hoofdstuk 6 Psychodiagnostiek & assessment Flashcards

1
Q

Beroepscodes

A

Etnische regels opgesteld door beroepsorganisaties voor psychologen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Normgroepen

A

Groepen waartegen testresultaten worden afgezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Range

A

De spreiding van scores tussen de hoogste en laagste waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ware score

A

De daadwerkelijke score die een persoon bij behalen zonder meetfouten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Grootheden

A

Eigenschappen van variabelen die we meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eenheden

A

Manieren waarop een grootheid wordt uitgedrukt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ruwe uitslagen

A

Oorspronkelijke testresultaten voordat ze worden omgezet in standaardscores.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

D-score

A

Score die afwijkt van het gemiddelde bij bepaalde testen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Z-score

A

Gestandaardiseerde score met een gemiddelde van 0 en standaarddeviatie van 1.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Percentielen

A

Een score uitgedrukt als een percentage binnen een verdeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

IQ-score

A

Een score die intelligentie uitdrukt met een gemiddelde van 100.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

T-score

A

Gestandaardiseerde score met een gemiddelde van 50 en standaarddeviatie van 10.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

C-score

A

Score uitgedrukt in een schaal met gemiddelde van 5 en standaarddeviatie van 2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stanines

A

Verdeling van scores in 9 categorieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Regressie-effect

A

Het proces waarbij extreme scores neigen naar het gemiddelde over tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Psychometrie

A

De meting van psychische capaciteiten via gestandaardiseerde tests.

17
Q

Predictieve validiteit

A

De mate waarin een test voorspellende waarde heeft.

18
Q

Inhibitie

A

Het vermogen om irrelevante informatie te onderdrukken.

19
Q

Bias

A

Fouten die ontstaan door vooroordelen tijdens testafname.