Hoofdstuk 6 Psychodiagnostiek & assessment Flashcards
Beroepscodes
Etnische regels opgesteld door beroepsorganisaties voor psychologen.
Normgroepen
Groepen waartegen testresultaten worden afgezet.
Range
De spreiding van scores tussen de hoogste en laagste waarden.
Ware score
De daadwerkelijke score die een persoon bij behalen zonder meetfouten.
Grootheden
Eigenschappen van variabelen die we meten.
Eenheden
Manieren waarop een grootheid wordt uitgedrukt.
Ruwe uitslagen
Oorspronkelijke testresultaten voordat ze worden omgezet in standaardscores.
D-score
Score die afwijkt van het gemiddelde bij bepaalde testen.
Z-score
Gestandaardiseerde score met een gemiddelde van 0 en standaarddeviatie van 1.
Percentielen
Een score uitgedrukt als een percentage binnen een verdeling.
IQ-score
Een score die intelligentie uitdrukt met een gemiddelde van 100.
T-score
Gestandaardiseerde score met een gemiddelde van 50 en standaarddeviatie van 10.
C-score
Score uitgedrukt in een schaal met gemiddelde van 5 en standaarddeviatie van 2.
Stanines
Verdeling van scores in 9 categorieën.
Regressie-effect
Het proces waarbij extreme scores neigen naar het gemiddelde over tijd.
Psychometrie
De meting van psychische capaciteiten via gestandaardiseerde tests.
Predictieve validiteit
De mate waarin een test voorspellende waarde heeft.
Inhibitie
Het vermogen om irrelevante informatie te onderdrukken.
Bias
Fouten die ontstaan door vooroordelen tijdens testafname.