Hoofdstuk 4 Cultuur en psychodiagnostiek

Question 1

Multiculturele Capaciteitentest

Answer 1

Test voor cognitieve vaardigheden, gericht op mensen met diverse achtergronden.

Question 2

SON-R

Answer 2

Intelligentietest geschikt voor kinderen met taalproblemen of migratieachtergrond.

Question 3

Non-verbale test

Answer 3

Het meten van intelligentie zonder beroep op taalvaardigheid.

Question 4

Beck Depression Inventory (BDI)

Answer 4

Test die vaak wordt gebruikt om de ernst van depressie te meten.

Question 5

NEO-PI-R

Answer 5

Onderzoekt persoonlijkheidskenmerken, zoals extraversie en altruïsme.

Question 6

Dubbele vertaling

Answer 6

Een richtlijn die het terugbrengen van een test naar moedertaal en weer terug voorschrijft.

Question 7

Contextuele psychodiagnostiek

Answer 7

Onderzoeksmethode waarbij zowel testomstandigheden als culturele competenties worden meegewogen.

Question 8

Reïficatie

Answer 8

Een fout waarbij abstracte begrippen worden gezien als concrete entiteiten.

Question 9

WAIS-IV

Answer 9

Een intelligentietest die geschikt is voor personen van 16 tot 85 jaar.

Question 10

SCL-90

Answer 10

Screeningstest voor angstsymptomen bij verschillende bevolkingsgroepen.

Question 11

Normeringsbias

Answer 11

Normen die verouderd zijn, verminderen de betrouwbaarheid van een test.

Question 12

Intercultureel testgebruik

Answer 12

Het gebruik van dezelfde psychologische tests bij autochtonen en allochtonen.

Question 13

Utrechtse Copinglijst (UCL)

Answer 13

Test om strategieën te onderzoeken die mensen gebruiken in stressvolle situaties.

Question 14

MMPI-2

Answer 14

Schaal om persoonlijkheidskenmerken en psychopathologie te meten.

Question 15

Raven Matrizes

Answer 15

Psychologische test die non-verbaal redeneren meet.

Question 16

Multiculturele capaciteitentest (MCT)

Answer 16

Psychometrisch instrument dat cognitieve capaciteit beoordeelt.