Hoofdstuk 6 - Cognitieve dissonantie Flashcards

1
Q

Wat is cognitieve dissonantie?

A

Drijfveer of onaangenaam gevoel van spanning dat wordt veroorzaakt door twee of meer onverenigbare cognities. Volgens latere definities wordt cognitieve dissonantie veroorzaakt door het feit dat men een handeling verricht, die in tegenspraak is met de gebruikelijke positieve opvatting over zichzelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn manieren om cognitieve dissonantie te reduceren?

A
  1. Gedrag veranderen
  2. Gedrag rechtvaardigen door een van de dissonante cognities te veranderen
  3. Gedrag rechtvaardigen door nieuwe cognities toe te voegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is zelfbevestiging in de context van de dissonantietheorie?

A

Manier om dissonantie te verminderen: door onszelf te herinneren aan een of meer positieve eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom overschatten we de pijn van een teleurstelling? En wat gebeurt er echt op het moment dat we teleurgesteld raken?

A

Door de impact bias - de neiging om de intensiteit en duur van onze reacties op toekomstige negatieve gebeurtenissen te overschatten.
Op het moment dat we een teleurstelling te verwerken krijgen, zullen we manieren vinden om de dissonantie die dit oplevert te reduceren, waardoor de impact van de teleurstelling vermindert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom gebeurt dissonantiereductie veelal onbewust?

A

Omdat het beter werkt als we ons niet bewust zijn van het feit dat we ons standpunt wijzigen of een standpunt toevoegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is cognitieve dissonantie het meest pijnlijk?

A

Wanneer een van de cognities te maken heeft met ons zelfconcept of zelfbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie voelt de meest dissonantie wanneer hij of zij iets wreeds, doms of onbekwaams heeft gedaan?

A

Iemand met een hoge eigenwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voorspelt de dissonantie theorie over het kunstmatig opvijzelen van de eigenwaarde bij iemand die een lage eigenwaarde heeft?

A

Kunstmatig opvijzelen van de eigenwaarde van iemand met een lage eigenwaarde door die persoon een positieve uitspraak over zichzelf te laten doen, zorgt ervoor dat die persoon zich slechter over zichzelf voelt.

Bij mensen met lage eigenwaarde is zelfbevestiging alleen effectief als die verankerd is in de realiteit. De persoon moet zich concentreren op zijn echte sterke kanten, positieve waarden en goede eigenscheppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt cognitieve dissonantie bij het nemen van beslissingen?

A

Als we een beslissing nemen, is het zelden zo dat het alternatief alleen maar nadelen heeft. Op dat moment treedt er dissonantie op. Om deze weg te werken, zullen we onbewust het gekozen alternatief aantrekkelijker gaan vinden en het niet gekozen alternatief minder aantrekkelijk. (postdecision dissonance)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is postdecision dissonance?

A

Dissonantie die optreedt nadat men een beslissing heeft genomen en die over het algemeen wordt gereduceerd door de aantrekkelijkheid van het gekozen alternatief te vergroten en die van de verworpen alternatieven te verkleinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de impact van onomkeerbaarheid van een beslissing op hoe blij we zijn met de genomen beslissing?

A

Op het moment dat we een besluit nog kunnen terugdraaien, zullen we daar uiteindelijk minder gelukkig mee zijn dan als we een besluit niet meer kunnen terugdraaien. Dat komt doordat als we een besluit niet meer kunnen terugdraaien, er meer cognitieve dissonantie optreedt waardoor we een besluit meer rechtvaardigen en er dus uiteindelijk gelukkiger mee zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is lowballing?

A

Strategie waarbij een verkoper een klant verleidt iets te kopen door een zeer lage prijs te bieden, vervolgens beweert dat het een vergissing was en dan de prijs verhoogt. Vaak stemt de klant alsnog in met de koop tegen de hogere prijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom werkt lowballing?

A
  1. Illusie van onomkeerbaarheid -> de deal was al gesloten
  2. Gevoel van verbintenis heeft ook gezorgd voor verwachtingen, en als het nu niet doorgaat, zal er teleurstelling optreden (dissonantie)
  3. De prijs is slechts een beetje hoger dan ergens anders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er nadat je een beslissing genomen hebt om je moreel of immoreel te gedragen? Wat betekent dit voor je persoonlijke waarden?

A

Je zult je gedrag rechtvaardigen door je attitude ten opzichte van het gedrag te veranderen. Dus als je iets immoreels hebt gedaan, zul je het immorele gedrag, veel minder immoreel gaan vinden. Als je iets moreels hebt gedaan, dan zul je het immorele gedrag, nog immoreler vinden.
Dit is niet alleen maar een rationalisatie van je gedrag maar een verandering van je persoonlijke waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn culturele verschillen in dissonantie?

A
  1. Mensen uit culturen waar men hollistisch denkt en op gemeenschap gericht is, zullen ook dissonantie ervaren op het moment dat ze iemand die ze kennen zien gedragen in conflict met hun werkelijkheid
  2. Mensen uit culturen waar men hollistisch denkt zullen een beslissing alleen rechtvaardigen als ze het gevoel hebben te worden bekeken, bij mensen uit een cultuur waar men individualistisch denkt is dat andersom.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is rechtvaardiging van inspanning?

A

Neiging om iets waar je hard voor hebt gewerkt aantrekkelijker te vinden

17
Q

Wat is een externe rechtvaardiging?

A

Reductie van dissonantie door te verwijzen naar een reden of verklaring buiten de betrokkene. (bijv. het ontvangen van een grote beloning of het vermijden van een zware straf)

18
Q

Wat is een interne rechtvaardiging?

A

Reductie van dissonantie door iets in zichzelf te veranderen (bijv. attitudes of gedrag)

19
Q

Wat is counter-attitudinal advocacy?

A

Redenering om dissonantie op te heffen die ontstaat als je een mening verkondigt die in tegenspraak met je eigen opvattingen of attitudes is.

20
Q

Wat is de invloed van de optie van externe rechtvaardiging (bijv. doordat je geld hebt gekregen) op counter-attitudinal advocacy?

A

Op het moment dat je een voor jezelf goede externe reden hebt om iets te zeggen wat in strijd is met je attitudes, zul je deze niet snel aanpassen. Als je die redenen niet hebt, dan zul je je attitudes wel aanpassen in lijn met wat je hebt gezegd

21
Q

Wat is het verschil tussen rechtvaardiging van inspanning en counter-attitudinal advocacy?

A

Rechtvaardiging van inspanning gaat over iets waar je hard voor hebt gewerkt
Counter-attitudinal advocacy gaat over een mening die je hebt verkondigt (bijv. bij liegen)

22
Q

Wat is ‘onvoldoende straf’ in het kader van dissonantie?

A

Dissonantie ontstaat als iemand te weinig externe rechtvaardiging ervaart voor het weerstaan van een gewenste activiteit of een gewenst voorwerp; gewoonlijk zal de betrokkene de verboden activiteit of het onbereikbare voorwerp dan minder aantrekkelijk gaan vinden.

23
Q

Wat voor soort beloningen en straffen zorgen voor grotere externe rechtvaardiging?

A

Grote geldsommen of strenge straffen, maar ook bijv. als iemand die je aardig vindt, je iets vraagt (dan doe je dat omdat je die persoon aardig vindt)

24
Q

Wat is zelfoverreding?

A

Langdurige vorm van attitudeverandering die het gevolg is van zelfrechtvaardiging

25
Q

Wat is hypocrisie-inductie?

A

Mensen bewust maken van de dissonantie tussen wat ze zeggen en wat ze doen, met als doel mensen aan te zetten tot verantwoordelijk gedrag.

26
Q

Wat doen hypocrieten?

A

Beoordelen anderen strenger dan mensen die niet het onethische gedrag vertonen en presenteren zichzelf als deugdzamer en ethischer dan wie dan ook.

27
Q

Wat gebeurt er met je attitude ten opzichte van een persoon als je die persoon een gunst verleent?

A

Dan ga je die persoon aardiger vinden, aangezien je jezelf overtuigt dat je iemand een gunst verleent omdat je die persoon aardig vindt.

28
Q

Wat gebeurt er als mensen andere onschuldige mensen pijn doen of wreed behandelen?

A

Dan zullen ze die mensen vervolgens niet aardig vinden of zelfs ontmenselijken om de cognitieve dissonantie te verminderen

29
Q

Wat is een van de belangrijkste oorzaken van posttraumatische stress onder oorlogsveteranen uit Afghanistan of Irak?

A

Het onvermogen de cognitieve dissonantie te reduceren die ontstaat door het vermoorden van onschuldige burgers

30
Q

Wat gebeurt er met dissonantie als iemand een negatief zelfbeeld heeft?

A

Dan ontstaat er minder dissonantie wanneer er dom of immoreel gedrag wordt uitgevoerd. Er is immers geen positief zelfbeeld om in stand te houden.

31
Q

Wat is de zelfverificatietheorie?

A

Het idee dat mensen de behoefte hebben om bevestiging te zoeken voor hun zelfconcepten, of die nu positief zijn of negatief. In sommige situaties kan die behoefte in conflict komen met het verlangen om een positief beeld van zichzelf in stand te houden.

32
Q

Waarom zou iemand gemotiveerd zijn om een negatief beeld van zichzelf in stand te houden?

A
  1. Het is verontrustend en verwarrend is als onze ideëen over onszelf ontkend worden. (behoefte aan zelfverificatie)
  2. Omgaan met mensen die ons anders zien dan wijzelf, zou weleens genant kunnen worden als ze er uiteindelijk achter komen dat we iets toch niet zo goed kunnen als zij dachten. Het is beter om onze zwakheden vanaf het begin te kennen.
33
Q

Wat gebeurt er als iemand met een negatief zelfbeeld complimenten krijgt?

A

Dan conflicteert de behoefte aan zelfverheffing (positief zelfbeeld) met de behoefte aan zelfverificatie (consistent, coherent beeld van zichzelf, en vermijden te worden ontmaskerd).
Op het moment dat iemand gelooft dat het negatieve beeld gemakkelijk te veranderen is, zal bij deze persoon de behoefte aan zelfverificatie prevaleren. Heeft behoefte aan accurate feedback zodat ze weet wat te veranderen.
Op het moment dat iemand gelooft dat het negatieve zelfbeeld niet makkelijk te veranderen is, zal de persoon kiezen voor de behoefte aan zelfverheffing.

34
Q

Wat is zelfrechtvaardiging?

A

Neiging om de eigen acties te rechtvaardigen om daarmee het gevoel van eigenwaarde in stand te houden