Hoofdstuk 3 - Sociale cognitie Flashcards
Om te begrijpen hoe mensen over hun sociale wereld denken en hoe correct hun indrukken zijn, moeten we onderscheid maken tussen twee typen sociale cognitie. Welke zijn dat?
- Automatische sociale cognitie
- Gecontroleerde sociale cognitie
Wat is automatisch denken?
Denken dat onbewust , onopzettelijk, onwillekeurig en zonder inspanning geschiedt.
Wat zijn schema’s?
Mentale structuren die mensen gebruiken om hun kennis over de sociale wereld te organiseren rond thema’s of objecten. Deze structuren hebben invloed op de informatie die mensen opmerken, waarover ze nadenken en die ze zich herinneren.
(Schema’s komen ook voor bij Ontwikkelingspsychologie als onderdeel van de cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget)
Wat zijn scripts?
Schema’s over specifieke gebeurtenissen, oftewel een beschrijving van hoe zo’n gebeurtenis gewoonlijk verloopt.
Hoe werkt de ziekte van Korsakov in verband met schema’s?
Mensen verliezen het vermogen om nieuwe herinneringen te vormen en moeten iedere situatie benaderen alsof ze die voor het eerst meemaken. Het vormen van nieuwe schema’s en het organiseren van informatie of inpassen in schema’s of scripts lukt niet meer.
Wanneer zijn schema’s erg belangrijk?
Op het moment dat we geconfronteerd worden met informatie die op verschillende manieren geinterpreteerd kan worden. Op dat moment gebruiken we schema’s om de lege plekken in te vullen.
Wat wordt bedoeld met toegankelijkheid in het kader van schema’s?
Mate waarin schema’s en concepten zich op de voorgrond van ons bewustzijn bevinden waardoor het waarschijnlijker is dat we ze gebruiken bij onze oordelen over de sociale wereld?
Wat voor soorten toegankelijkheid zijn er in het kader van schema’s?
Blijvende toegankelijkheid door eerdere ervaringen
Tijdelijke toegankelijkheid
Op welke manieren wordt de tijdelijke toegankelijkheid van bepaalde schema’s vergroot?
- Relatie tot het doel dat we op dat moment hebben, bijv. tentamen maken
- Door recente ervaringen (priming)
Wat is priming?
Het proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema, kenmerk of concept verhogen
Wat is er nodig om een gedachte als primer te laten fungeren?
De gedachte moet toegankelijk zijn door een recente ervaring, en hij moet toepasselijk zijn, dus gerelateerd aan het onderwerp of persoon op dat moment.
De persoon moet ontvankelijk zijn voor het onderwerp van de priming
Wat is het perseveratie-effect? Wat is een verklaring hiervoor?
Opvattingen van mensen over zichzelf en de sociale wereld houden aan, ondanks bewijzen van het tegendeel.
Opgehaalde herinneringen over waarom iets is zoals we denken dat het is, liggen dan vers in het geheugen en beinvloeden onze denkbeelden, zelfs als we informatie krijgen die het tegendeel bewijst.
Wat is het bestraffingseffect? Wat is een verklaring hiervoor? En wat zijn de limitaties?
Positieve opvattingen over de sociale wereld waarvan bewezen wordt dat ze onjuist zijn, kunnen omslaan naar zeer negatieve opvattingen.
Mensen overschatten mogelijk in hoeverre hun opvatting op grond van de nieuwe informatie moet worden bijgesteld.
Dit werkt alleen voor positieve opvattingen en niet voor negatieve opvattingen.
Wat is een selffulfilling prophecy?
Situatie waarbij mensen (1) een verwachting hebben over hoe iemand is, die (2) van invloed is op de manier waarop ze zich tegenover die persoon gedragen, waardoor (3) die persoon zich consistent met deze verwachtingen gaat gedragen, zodat (4) hun verwachtingen uitkomen.
Wat is het pygmalion effect?
Een positieve selffulfilling prophecy: als er positieve verwachtingen aan mensen gesteld worden, gaan ze beter presteren.
Een andere manier van automatisch denken naast priming is het automatisch nastreven van doelen. Hoe werkt dat?
Onbewust heb je allerlei doelen, bijv. goede resultaten halen voor je tentamens, een goed mens zijn, anderen helpen. Deze doelen leiden onbewust hoe we beslissingen nemen. Echter, als deze doelen clashen, onbewust, dan is het vaak het doel dat het meest op de voorgrond zit (bijv. door priming) waar we voor kiezen.