Hoofdstuk 5.6 Financien Flashcards
Begroten
het berekenen van de kostprijs.
Budgetteren
het vaststellen van het budget.
Budgetbewaking
het monitoren van de bestedingen, uitgaven en verplichtingen, het inschatten van
de nog te verwachten kosten, het analyseren van de status en het eventueel escaleren bij een
dreigende overschrijding van de toleranties naar het naast hogere management.
Projectadministratie
de formele administratie van het project.
Financiële projectadministratie
het financiële deel van de projectadministratie, waarin alle
inkomsten en uitgaven voor het project worden vastgelegd.
Procuratie
de bevoegdheid financiële verplichtingen aan te gaan.
Kostendrager
een product dat door het project moet worden gerealiseerd.
Kostenpost
een activiteit of aankoop, die nodig is om kostendragers te realiseren.
Kostensoort
een bepaald soort productiemiddel, dat moet worden ingezet om kostendragers te
realiseren.
Managementreserve
een budgetpost voor werkzaamheden die in rede niet voorzien kunnen
worden, maar wel binnen de scope van het project vallen (unknown-unknowns).
Contingentiereserve
een budgetpost ter dekking van voorziene risico’s (known-unknowns).
Marge
een opgenomen voorbehoud vanwege onnauwkeurigheid in de begroting.
Tolerantie
de overeengekomen ruimte in het plan waarbinnen de verantwoordelijk manager niet
naar het naasthogere niveau hoeft te escaleren voor besluitvorming.