Hoofdstuk 5: Zuren en basen Flashcards
Wanneer ligt het evenwicht van een reactie naar links?
Bij sommige evenwichtsreacties wordt de evenwichtstoestand bereikt als slechts een kleine fractie van de uitgangsstoffen omgezet is in reactieproducten. We zeggen dan dat het evenwicht links ligt.
Wanneer ligt het evenwicht van een reactie naar rechts?
Bij andere evenwichtsreacties wordt de evenwichtstoestand bereikt als de uitgangsstoffen bijna volledig omgezet zijn in reactieproducten. We zeggen dan dat het evenwicht rechts ligt.
Waaruit is een hydroniumion opgebouwd (toon in de chemische formule)
Een H+-ion in water is altijd gebonden aan een watermolecuul. Het samengesteld ion dat zo ontstaat is het oxoniumion, H3O+(aq), ook vaak hydroniumion genoemd.

Wat is een basische oplossing?
Een basische oplossing is een mengsel van water en een stof die we een base noemen. Het kenmerk van een basische oplossing is een bittere, zeepachtige smaak. Voorbeelden zijn kalkwater, ammonia en natronloog.
Een base bevat veel …-ionen en een zuur bevat veel …-ionen.
Een base bevat veel OH--ionen (hydroxide-ionen) en een zuur bevat veel H+-ionen (protonen).

Hoe gaat de berekening voor de Ph-waarde?
Een gangbare maat voor de zuurgraad van een oplossing is de pH, de negatieve logaritme van de concentratie H3O+-ionen:
pH = –log [H3O+(aq)]

Wat is een zuur base indicator?
Een zuur-base-indicator is een kleurstof die gevoelig is voor de pH van de oplossing. Een indicator bestaat uit moleculen die in twee vormen kunnen voorkomen, elk met een eigen kleur.

De evenwichtsconstante Kw noemen we de waterconstante of het ionenproduct van water. De waarde van het ionenproduct is, net als bij ‘gewone’ evenwichtsconstanten alleen afhankelijk van de temperatuur. Bij 298 K geldt:
Kw=
Kw = [H3O+][OH–] = (1,0 × 10–7) (1,0 × 10–7) = 1,0 × 10–14
We onderscheiden zure, neutrale en basische oplossingen op grond van de relatieve H3O+- en OH–-concentraties. Bij welke concentraties is de pH hoger dan 7 en bij welke lager dan 7?
Waarmee berekenen we de basegraad (pOH)?
Naar analogie van de pH kunnen we de basegraad of pOH definiëren: pOH = –log [OH–].
Hoe basischer een oplossing, des te groter is [OH–] en des te lager is de pOH-waarde.

Waar zijn de kleurindicatoren van een zuur-base-indicator op gebasseerd?
De kleuromslag van een zuur-base-indicator vindt plaats tussen bepaalde pH-waarden, die voor elke indicator vastliggen en die voor elke indicator anders zijn.
Wat is de definitie van een zuur volgens de algemene Brønsted-Lowry-theorie:
een zuur is een deeltje (molecuul of ion) dat een H+-ion (proton) kan afstaan: een protondonor. Het deeltje dat na het afsplitsen van H+-ionen overblijft noemen we het zuurrestion (of kortweg zuurrest) van het zuur. We onderscheiden sterke en zwakke zuren.
Wanneer is een zuur een meerwaardig zuur?
Er zijn zuren die meer dan één H+-ion per molecuul kunnen afstaan, zoals zwavelzuur en fosforzuur. Dat zijn meerwaardige zuren.
Wat is een instabiel zuur?
Zuren die niet in zuivere vorm voorkomen, maar alleen in lage concentraties in de oplossing, zoals koolzuur en zwaveligzuur, noemen we instabiele zuren.

Wat zijn organische zuren?
Organische zuren, zoals azijnzuur, zijn protondonors met een koolstofskelet. Ze hebben alle één of meer COOH-groepen. Het H-atoom dat aan de COOH-groep zit, kan als H+-ion aan een watermolecuul worden overgedragen, de overige H-atomen kunnen niet worden afgesplitst.

Wat gebeurt er met een sterk zuur in water?
Een sterk zuur dissocieert volledig in water: alle aanwezige zuurmoleculen hebben hun H+-ion overgedragen op een H2O-molecuul.
De reactie is een aflopende reactie.
Hoe noemen we een oplossing van HCl in water en wat is de chemische notatie hiervan?
Een oplossing van HCl in water noemen we zoutzuur. Zoutzuur bevat geen HCl-moleculen meer. De notatie voor zoutzuur is dan ook niet HCl(aq), maar H3O+(aq) + Cl–(aq).
Let op: sterke zuren in water noteren we dus altijd als gehydrateerde ionen.
Dissocieert een zwakzuur ook volledig in water?
Nee, Een zwak zuur dissocieert onvolledig: er stelt zich een evenwicht in (het zuur-dissociatie-evenwicht).
(Bij de meeste zwakke zuren is minder dan 10% gedissocieerd.)
Is een zuur sterker of zwakker met een hogere Kz-waarde (zuur constante)?
Hoe zwakker een zuur, des te kleiner is zijn Kz-waarde (het zuur-dissociatie evenwicht ligt sterker naar links). Bij oplossingen van gelijke molariteit is er in een oplossing van een zwakker zuur minder dissociatie dan in een oplossing van een sterker zuur
Wat zijn zuurvormende oxiden?
CO2 en SO2 noemen we zuurvormende oxiden. Het zijn zelf geen zuren, maar opgelost in water doen ze H3O+-ionen ontstaan en verlagen ze de pH.
Wat is een binair zuur?
Een binair zuur is een zuur dat een H-atoom en slechts één ander element bevat, meestal een niet-metaal. Binaire zuren hebben de algemene formule HnA.
Wat is de bepalende factor voor de sterkte van het zuur in elementen van de zelfde groep? En voor elementen van dezelfde periode?
Voor binaire zuren van elementen in dezelfde groep van het periodiek systeem is de bindingssterkte de bepalende factor voor de zuursterkte. In de reeks van de waterstofhalogeniden HF, HCl, HBr, HI zijn alle moleculen polair
Voor binaire zuren van elementen in dezelfde periode van het periodiek systeem is de polariteit de bepalende factor voor de zuursterkte. In de reeks CH4, NH3, H2O, HF is de polariteit van de H–A binding de belangrijkste factor voor de zuursterkte.
Wat is de algemene formule voor oxozuren?
Oxozuren hebben de algemene formule HnXOm. Het centrale atoom X is een niet-metaalatoom en is altijd gebonden aan één of meer OH-groepen en kan bovendien gebonden zijn aan één of meer O-atomen.
De H-atomen die als H+-ionen kunnen worden afgesplitst, zitten in de meeste gevallen aan een zuurstofatoom.
Wat bepaalt de sterkte van een oxozuur?
Dissociatie van een oxozuur betekent verbreken van een O–H-binding. Het gemak waarmee deze binding wordt verbroken, bepaalt de sterkte van een oxozuur. Dit hangt samen met de polariteit van de O–H-binding.



