Hoofdstuk 3: Structuur en eigenschappen Flashcards
Wat is het meest voorkomende gas op aarde?
Lucht is het meest voorkomende gas op aarde. Het is een mengsel van voornamelijk stikstof en zuurstof en veel kleinere hoeveelheden van een aantal andere gassen, waaronder argon en koolstofdioxide.
Waarom hebben moleculen in de gas-fase weinig (tot geen) invloed op elkaar?
Dit komt doordat in de gasfase de moleculen van de stoffen zover van elkaar verwijderd zijn, dat ze vrijwel geen invloed op elkaar uitoefenen.
Wat is de Browns-beweging bij gassen?
In een gas bewegen de moleculen trillend en ongeordend door elkaar heen, de zogenaamde brownsebeweging.
Hoe oefenen moleculen kracht uit op een wand van een afgesloten ruimte?
In een afgesloten ruimte botsen de moleculen onafgebroken tegen de wanden van de ruimte en oefenen daardoor een kracht uit op de wand. De gemiddelde kracht die op deze manier wordt uitgeoefend, noemen we de druk van het gas.
Wat beschrijft de ideale gaswet?
De ideale gaswet beschrijft het gedrag van een ideaal gas. Een ideaal gas is een hypothetisch gas, waarvan de moleculen puntvormig zijn (geen volume hebben) en geen interactie met elkaar (kunnen) hebben.
De molaire massa van waterstof M(H2) = 2,00 g mol-1.
Hoeveel mol bedraagt 1kg waterstof?
n(H2) = 1000g/2,00g mol-1 = 500mol
Waaraan is de totale druk gelijk volgens de wet van Dalton?
De totale druk is gelijk aan de som van de afzonderlijke drukken van de gassen in het mengsel. De druk van één van de gassen uit het mengsel heet de partiële druk van dat gas.
Er geldt: p = pA + pB + pC + …
Wat is het molair volume?
Uit de ideale gaswet volgt, dat bij een bepaalde temperatuur en druk 1 mol gas een vast volume inneemt. Dit volume noemen we het molair volume bij die temperatuur en druk. Het molair volume (Vm) bij T = 273 K en 1 atm is 22,4 L mol–1.
We kunnen de partiële druk van een component uitdrukken in de totale druk van het mengsel door de molfractie van de component te gebruiken, wat is de molfractie?
De molfractie van een component in een gasmengsel is gedefinieerd als het aantal mol van die component als fractie van het totaal aantal mol gas in het mengsel.
Hoe kan het dat er vloeirbare en vaste stoffen bestaan?
De aantrekkende krachten tussen deeltjes (ionen, atomen en moleculen), maken dat er vloeibare en vaste stoffen kunnen bestaan. Als dit niet zo zou zijn, zouden alle stoffen gasvormig zijn. Deze aantrekkende krachten werken over een relatief korte afstand.
Welke binding bepaalt de samenhang van:
- Zouten
- Netwerkstoffen
- Metalen
Zouten: ionbinding
Netwerkstoffen: atoom (covalent)binding
Metalen: metaalbinding
Er zijn drie soorten vanderwaalskrachten:
dipooldipoolkrachten (Keesom-interactie),
dipool-geïnduceerdedipoolkrachten (Debye-interactie)
London-dispersiekrachten.
Hoe werken dipool-dipool krachten?
Dipool-dipoolkrachten treden op tussen polaire moleculen. De moleculen oriënteren zich zodanig dat tegengestelde polen naar elkaar toewijzen.
Hoe werken dipool-geinduceerde dipoolkrachten?
Een polair molecuul kan bij een ander molecuul een ladingsverschuiving induceren. Er ontstaat dan tijdelijk een nieuwe dipool, die we een geïnduceerde dipool noemen.
London dispersiekrachten noemen we ook wel dynamische polarisatie, waarom?
Eenvoudig voorgesteld zou je kunnen zeggen dat elk deeltje, polair of apolair op een bepaald moment wel even een dipool is, als de elektronen toevallig zo verdeeld zijn rond de kern dat er momentaan een ladingsverdeling optreedt.
Wanneer treed een waterstofbrug op?
De waterstofbrug treedt op als een waterstofatoom dat gebonden is aan een klein, sterk elektronegatief atoom (een O-, N- of F-atoom) wordt aangetrokken door een vrij elektronenpaar van een O-, N- of F-atoom van een ander molecuul.
Waarom zijn bij bolvormige moleculen de tijdelijke dipool zwakker?
Bij bolvormige moleculen is de tijdelijke dipool zwakker dan bij langwerpige met evenveel elektronen, omdat bij de bolvorm minder kans is op een asymmetrische elektronenverdeling.
Wat is hydratatie?
Als zouten oplossen in water noemen we dat hydratatie. Bij het oplossen worden de ionen omhuld door watermoleculen. De watermoleculen oriënteren zich met de negatieve kant naar een positief ion en met de positieve kant naar een negatief ion.
Wat zijn vloeibare kristallen en waar worden ze gebruikt?
De staafvormige moleculen kunnen zich beneden een zekere temperatuur min of meer ordenen, terwijl de stof toch vloeibaar blijft. In deze toestand spreken we van vloeibare kristallen. Vloeibare kristallen worden onder andere toegepast in LCD-uitleesvensters van zakrekenmachines.
Wanneer is een stof een moleculaire stof?
Alle stoffen die bij kamertemperatuur een vloeistof zijn, zijn moleculaire stoffen. De enige uitzondering hierop vormt kwik.
Wat is de viscositeit van een vloeistof?
De viscositeit of stroperigheid van een vloeistof is een maat voor de weerstand van een vloeistof tegen het uitstromen ervan.
De vorm van de moleculen in een vloeistof hebben invloed op zijn viscositeit, leg dit uit.
l. Lange moleculen hebben de neiging in elkaar te haken (het ‘spaghetti-effect’) en kunnen daardoor moeilijker langs elkaar bewegen waardoor de viscositeit toeneemt.
Hoe werkt oppervlakte spanning?
Midden in de vloeistof wordt een molecuul van alle kanten even sterk aangetrokken. Moleculen aan het vloeistofoppervlak hebben aan één kant geen buren en ondervinden daardoor netto een binnenwaarts gerichte kracht, die het oppervlak wil verkleinen.
Hoe kan het dat een vloeistof ‘‘omhoog’’ gaat via cappilaire werking?
Als in een bepaalde situatie de adhesiekrachten sterker zijn dan de cohesiekrachten, zal de vloeistof een zo groot mogelijk contactoppervlak proberen te maken met de wand van de buis. Daardoor ‘kruipt’ de vloeistof als het ware omhoog in de buis.
Er zijn twee soorten vaste stof structuren, welke?
Kristallijne vaste stoffen en amorfe vaste stoffen.
Welke 4 roosters onderscheiden we en met welke stoffen correleren we deze?
molecuulroosters (moleculaire stoffen)
atoomroosters (netwerkstoffen)
metaalroosters (metalen)
ionroosters (zouten)
Hoe werkt de binding in moleculaire stoffen?
In moleculaire vaste stoffen verzorgen intermoleculaire krachten de binding tussen de moleculen. De eigenschappen van de moleculaire stoffen hangen af van deze krachten.
Zijn de bindingen in moleculaire stoffen sterk of zwak?
Vergeleken met de krachten die de binding verzorgen in netwerkstoffen, metalen en zouten is de intermoleculaire bindingskracht vrij zwak. In het algemeen hebben moleculaire stoffen daarom vrij lage smelt- en kookpunten.
Waarom vormt ijs een uitzondering op de dichtheid van moleculaire stoffen?
Door de zeer regelmatige structuur van ijs, gevormd door waterstofbruggen, stijgt de dichtheid wanneer ijs smelt. IJs drijft daardoor op water. Duidelijk is te zien, dat de dichtheid van water het hoogst is in de vloeibare fase, bij 4 °C.
Hoe zijn netwerkstoffen met elkaar verbonden?
In netwerkstoffen zijn alle atomen onderling verbonden met sterke atoombindingen. De atomen vormen zo een zeer sterk atoomrooster hetgeen tot uiting komt in extreem hoge smelt- en kookpunten.