Hoofdstuk 5 trauma en stress Flashcards

1
Q

acute stressstoornis

A

het ervaren van stress of angst na een traumatische gebeurtenis gedurende minder dan een maand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

posttraumatisch stressstoornis (ptss)

A

Langer dan een maand stress ervaren na een traumatische gebeurtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dissociatieve stoornis

A

soort stoornis veroorzaakt door traumatische gebeurtenissen waardoor er verandering ontstaat in het geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dissociatieve amnesie

A

geheugenverlies dat ontstaat door stressvolle gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gelokaliseerde dissociatieve amnesie

A

verlies van alle herinneringen aan gebeurtenissen in een beperkte periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

selectief dissociatieve amnesie

A

geheugenverlies voor sommige gebeurtenissen in een periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gegeneraliseerd dissociatieve amnesie

A

geheugenverlies dat begint met een gebeurtenis maar zich uitbreidt in de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

continu dissociatieve amnesie

A

geheugenverlies gaat door in de toekomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dissociatieve fuga

A

geheugenverlies van de eigen identiteit en het verleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dissociatieve identiteitsstoornis

A

mensen ontwikkelen meerdere persoonlijkheden, die allemaal hun eigen herinneringen, gedachten en gedragingen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wederzijds geheugenverlies (subpersoonlijkheid)

A

geen enkele subpersoonlijkheid is zich bewust van de anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wederzijds bekende patronen (subpersoonlijkheid)

A

elke subpersoonlijkheid is zich bewust van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dissociatieve stoornissen worden veroorzaakt door onderdrukking van herinneringen en gedachten. (perspectief)

A

psychodynamische kijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

dissociatie ontstaat uit normale geheugenprocessen en is een door operante conditionering aangeleerde reactie (perspectief)

A

cognitief-gedachtsmatige visie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar kan zelfhypnose tot leiden

A

dissociatieve stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

deze therapie probeert om onbewuste vergeten ervaringen weer tot bewustzijn te brengen (therapie)

A

psychdynamische therapie

17
Q

depersonalisatie stoornis

A

het gevoel hebben dat je mentale processen en lichaam niet echt zijn

18
Q

derealisatie stoornis

A

het gevoel dat je omgeving niet echt is