Hoofdstuk 4 Flashcards
Tussenvraag 4.1. Kan de vader van Denise de koopovereenkomst laten vernietigen, omdat zij minderjarig en dus handelingsonbekwaam is?
Zie openingscasus H4
Het is niet Denise die de overeenkomst aangaat. Die is meerderjarig en handelingsbekwaam.
Tussenvraag 4.2. Op welk moment ontstaat de koopovereenkomst als ik bij de H&M een nieuwe broek koop?
Dat de H&M iets aanbiedt, zie je aan het feit dat het kleding ophangt met daaraan een prijskaartje. Door naar de kassa te gaan en het daar aan te bieden aan de caissiere aanvaard je en ontstaat de overeenkomst.
Tussenvraag 4.3. Kunsthandelaar Meijer koopt op een veiling een oude Rembrandt. Vlak voor de levering brandt het veilingshuis af en daarmee ook het schilderij. Het veilingshuis wil Meijer daarop een schilderij van Van Gogh meegeven. Kan dat?
Nee, het schilderij is een specieszaak. Nakoming van de eerste overeenkomst is blijvend onmogelijk. Een ingebrekestelling is niet nodig, de verkoper is in verzuim en kan dat niet veranderen door een ander schilderij te leveren.
Tussenvraag 4.4. Harrie, een kleine zelfstandig ondernemer in de IT, verkoopt op de koninginnemarkt van Amsterdam een Chinese oude vaas aan antiekhandelaar Peter. Is hier sprake van een consumentenkoop?
Nee, dit is geen consumentenkoop. Harrie is dan wel een ondernemer, maar hij handelt nu niet voor zijn IT-bedrijf. Hij verkoopt de vaas als particulier. Bovendien is de koper een handelaar. Hij kan de vaas weer verkopen. Er is alleen sprake van consumentenverkoop als de koper een particulier is.
Tussenvraag 4.5. Waarom zal in het kader van dit hoofdstuk de vraag of er sprake is van een geldige titel snel zijn beantwoord?
Dit hoofdstuk behandelt de koopovereenkomst. Daarmee is de titel gegeven.
Tussenvraag 4.6. Claudia koopt in de Free Record Shop de nieuwe CD van Robbie Williams. Ze betaald met pin en krijgt de CD mee in een tasje. Is Claudia eigenaar geworden van de CD? Met andere woorden heeft er een eigendomsoverdracht plaatsgevonden tussen de FRS en Claudia?
Ja ze is eigenaar geworden, want er is voldaan aan de vereisten. Er is een geldige titel, namelijk de koopovereenkomst. Er is sprake van beschikkingsbevoegdheid aan de kant van de FRS. En er is een levering, want het bezit wordt overgedragen aan Claudia op het moment dat ze de CD meekrijgt in het tasje.
Tussenvraag 4.7. Stel dat op 10 augustus, in de openingscasus, op weg naar de ouders van Denise de tv uit de auto van de bezorgingsdienst wordt gestolen. Voor wiens risico komt dit? Met andere woorden, wie blijft er met de schade zitten?
De koopovereenkomst wordt gesloten op 3 augustus. Het risico op diefstal gaat pas over bij de eigendomsoverdracht. Deze heeft nog niet plaatsgevonden. Het risico ligt dus bij de verkoper en deze draait dus ook op voor de schade.
Tussenvraag 4.8. Was Bas eigenaar van de fiets? Leg uit!
Zie blz. 68
Nee. Voor eigendomsoverdracht gelden de vereisten uit art. 3:84 BW. Heeft Bas de fiets gekregen op basis van een geldige titel? Nee, er was sprake van diefstal. Op basis van het eerste vereiste kan al geconcludeerd worden dat Bas geen eigenaar is.
Tussenvraag 4.9. Wat kan Albert in dat geval ondernemen tegen Bas en op welke grond?
Zie blz. 68/69
Bas pleegt een wanprestatie. Hij kan zijn onderdeel van de overeenkomst niet nakomen. Albert heeft een aantal mogelijkheden. Nakoming zal niet lukken, want de fiets moet terug naar Ivo. Ontbinden kan wel, dan krijgt hij zijn geld terug.
Tussenvraag 4.10. Stel dat de reden dat de tv in de openingscasus het niet meer doet, gelegen is het feit dat Denise hem de avond daarvoor per ongeluk van de tafel had gestoten. Ze zegt hier echter niks van en gaat terug naar de winkel? Wat voor gevolgen heeft dit voor de verkoper?
Het is een consumentenkoop, want de tv is gekocht door een particuliere koper van een professionele verkoper. Het voorval vind plaats binnen 6 maanden na de levering. Ze kan dus naar de winkel stappen en stellen dat de zaak non-conform is. De verkoper zal in dat geval, als er twijfels bestaan over de toedracht, moeten aantonen dat de schuld bij de koper ligt.
Tussenvraag 4.11. Waarom mag een verkoper zich niet beroepen op algemene voorwaarden die hij op de achterkant van een factuur heeft gezet?
De algemene voorwaarden moeten voor het sluiten van de overeenkomst worden opgestuurd of bij het sluiten van de overeenkomst ter hand worden gesteld. Als het op de achterkant van de factuur gebeurt dan is er al een overeenkomst en is het bedrijf te laat.
Genuskoop / specieskoop
Bij genuskoop is de koper vooral geïnteresseerd in de soort. Hij koopt niet een individueel product, maar een onderdeel van de soort. Het maakt dan niet uit welke zaak of object van een bepaalde soort gekocht en geleverd wordt. Bij een specieskoop is dat anders. Daar is het onderwerp van de koopovereenkomst specifiek bepaalbaar. De koper wil juist die zaak hebben, en niet een ander.
Drie vereisten eigendomsoverdracht
Eigendom gaat over van de verkoper naar de koper als voldaan is aan drie vereisten. Er moet een geldige titel zijn, de verkoper moet beschikkingsbevoegd zijn en er moet geleverd worden.
Geldige titel
Met geldige titel wordt niets meer en niets minder bedoeld dan de reden dat een goed wordt overgedragen. De koopovereenkomst is zo’n geldige titel, maar ook schenking en ruil zijn geldige titels van eigendomsoverdracht.
Beschikkingsbevoegdheid / juridische bevoegdheid
De verkoper van een goed moet beschikkingsbevoegd zijn. Hij moet de juridische bevoegdheid hebben om het goed over te dragen. Alleen de eigenaar heeft die bevoegdheid, een dief of iemand die een goed geleend heeft bijvoorbeeld niet.