Hoofdstuk 1 Flashcards
Tussenvraag 1.1. De eenmanszaak is geen rechtspersoon, kan dus geen verplichtingen aangaan, maar toch kunnen er andere mensen werken. Waar is dat personeel dan in dienst?
Dat personeel is dan in dienst van de ondernemer zelf.
Tussenvraag 1.2. Waarom zijn eenmanszaken vaak beperkt van omvang?
Hoe meer mensen in een bedrijf werken, hoe groter de risico’s. In een eenmanszaak draagt de ondernemer die risico’s zelf. Vandaar dat grotere bedrijven vaak overstappen naar andere rechtsvormen.
Tussenvraag 1.3. Wendy, Maarten en Femke hebben een maatschap. Wendy brengt 10.000 in gemeenschap, Maarten 5.000 en Femke arbeid. Ze maken 100.000 winst. Hoe zal deze winst worden verdeeld als er niks is afgesproken over de winstverdeling in de overeenkomst?
Femke brengt geen geld in. Maarten is de maat met het laagste geldbedrag aan inbreng. De inbreng van Femke wordt gelijk geschaald met die van Maarten. Van de uiteindelijke winst krijgt Wendy de helft en Maarten en Femke ieder een kwart. Dus 50.000, 25.000 en 25.000.
Tussenvraag 1.4. Waarom is er bij aansprakelijkheid in de maatschap wel het onderscheid in beheers- en beschikkingsdaden en bij de vof niet?
Dat heeft voornamelijk te maken met het feit dat de maatschap niet staat ingeschreven bij het Handelsregister. Crediteuren kunnen dus niet teruglezen tot hoever de bevoegdheid van een maat gaat. Om hem te beschermen is bepaald dat beheersdaden bij iedere maat kunnen worden verhaald. Bij de VOF speelt dat probleem niet, omdat in het register duidelijk kan worden teruggelezen tot hoever de bevoegdheid van een vennoot gaat en wat het doel van de vennootschap is.
Tussenvraag 1.5. Waarom gaat er juist voor de maten in de huidige openbare maatschappen veel veranderen?
Maten in een openbare maatschap zijn in de huidige situatie in gelijke delen aansprakelijk voor schulden van andere maten. Als ze in de nieuwe wetgeving kiezen voor openbare vennootschappen, zonder dan wel met rechtspersoonlijkheid, worden ze hoofdelijk aansprakelijk voor elkaars schulden.
Tussenvraag 1.6. Noem een overeenkomst en een verschil tussen de OVR en de BV.
Overeenkomst:
Zijn beide rechtspersonen.
Moeten ingeschreven worden in het Handelsregister.
Verschil:
Vennoten zijn in een OVR hoofdelijk aansprakelijk, de directie van de BV niet.
Bij de BV zijn er aandeelhouders, bij een OVR niet.
Tussenvraag 1.7. Er zijn mensen die vinden dat als de verplichte blokkeringsregeling wordt afgeschaft, ook de naam BV moet veranderen. Kun jij uitleggen waarom mensen dat vinden?
De blokkeringsregeling bepaalt dat aandeelhouders die eruit willen stappen, hun aandelen eerst moeten aanbieden aan de andere aandeelhouders van de BV. Op die manier wordt de BV besloten gehouden. Als die blokkeringsregeling wegvalt dan is dat besloten karakter niet meer gewaarborgd.
Rechtsvormen
Iedereen die een bedrijf wilt starten zal in een vroeg stadium na moeten denken over de juridische vorm. Dit houdt in dat de (toekomstige) ondernemer een idee moet hebben over het model waarin hij de onderneming wil gieten. Hij kan namelijk kiezen uit verschillende opties.
Rechtspersoonlijkheid
Een rechtspersoon is een zelfstandig juridisch orgaan. Dat betekend dat een rechtspersoon, net als een natuurlijk persoon, verplichtingen kan aangaan. De rechtspersoon zelf kan overeenkomsten sluiten, mensen in dienst nemen, een pand huren etc. Wie iets koopt bij die rechtspersoon heeft een overeenkomst met die rechtspersoon.
Eenmanszaak
De eenmanszaak kenmerkt zich door het feit dat er maar één eigenaar is, één verantwoordelijk persoon. Een eenmanszaak kan dus niet worden opgestart met zijn tweeën.
Geen rechtspersoon
De ondernemer sluit zelf alle overeenkomsten, gaat alle schulden aan en loopt alle risico’s.
Geen scheiding
Als je geen rechtspersoon bent is er geen scheiding tussen je privévermogen en je ondernemingsvermogen.
Overeenkomst maatschap
De maatschap is een overeenkomst tussen twee of meerdere personen. Een maatschap kan dus nooit door iemand individueel worden gesloten. Het gaat om een afspraak tussen personen om te gaan samenwerken.
Vrij beroep
Een maatschap kan alleen worden opgericht indien een vrij beroep wordt uitgeoefend, zoals: huisartsen, fysiotherapeuten, advocaten, notarissen en makelaars. Dit zijn beroepen waar een hele specifieke kennis en kundigheid voor nodig is.
Beheersdaden
De handelende maat heeft vooraf een volmacht gekregen van de andere maten. Een volmacht wordt geacht te zijn verleend als het gaat om een zogenaamde beheersdaad. Hieronder worden alle handelingen verstaan die tot de normale activiteiten behoren van de betreffende maatschap.