Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Tussenvraag 3.1. Tessie wil de auto van Petra kopen. Petra biedt het aan voor €1.000, maar wil het binnen een week weten. De ochtend daarop geeft Sanne aan €1.500 te willen betalen. Als Tessie die avond daarop zegt akkoord te zijn met de eerst genoemde prijs deelt Petra mee dat het niet meer door gaat. Kan dat zo maar?

A

Nee dit mag Petra niet zo maar doen. Door een termijn voor aanvaarding te noemen, is het aanbod onherroepelijk geworden. Petra zit zelf ook aan de termijn vast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tussenvraag 3.2. Iedereen krijgt wel eens folders binnen van bedrijven met kreten als ‘nieuwe computer voor slechts €399, actie geldt t/m zaterdag 1 mei’. Wat voor soort aanbod is dit? Wat is het risico voor het bedrijf? Hoe kan het bedrijf problemen met honderden aanvaardingen voorkomen?

A

Dit zijn schriftelijke aanbiedingen met een termijn. Het risico voor het bedrijf is dat er veel mensen op de aanbieding af kunnen komen en dat ze tot de termijn afloopt zullen moeten blijven leveren. Dit kan worden voorkomen door bij het aanbod een zit te plaatsen, zoals: ‘zo lang de voorraad strekt’ of ‘op=op’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tussenvraag 3.3. Wat wordt bedoeld met de volgende zin: art. 3:33 BW: maakt in dit soort gevallen in feite de theorie over het herroepen en vervallen van een aanbod tot een wassen neus?

A

Als op art 3:33 BW altijd, zonder voorbehoud, een beroep kan worden gedaan, dan maakt het niet uit of een aanbod kan vervallen of kan worden herroepen. De aanbieder die geen overeenkomst wil, zou immers in alle gevallen kunnen zeggen dat zijn wil niet overeenstemt met zijn verklaring en dat de overeenkomst niet door hoeft te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tussenvraag 3.4. Zijn er ook mogelijkheden met betrekking tot de overeenkomst tussen overeenkomst tussen Martijn en het reisbureau?
Casus:
Zie openingscasus hoofdstuk 3.

A

Martijn is 17 en dus handelingsbekwaam. In beginsel kunnen de ouders ook die overeenkomst vernietigen. De situatie voor hem is echter wel anders. Het reisbureau kan hoogstwaarschijnlijk een beroep doen op de uitzondering. Het is redelijk normaal dat een kind van 17 zelfstandig op vakantie gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tussenvraag 3.5. Wat is het verschil tussen het ontbreken van wilsovereenstemming en het aanwezig zijn van een wilsgebrek?

A

Bij het ontbreken van wilsovereenstemming verklaart iemand iets anders dan wat hij wil verklaren. Bij een wilsgebrek verklaart iemand wel iets wat hij op dat moment wil verklaren, maar iets in het voortraject heeft hem daartoe gedwongen of hij is op de een of andere manier op het verkeerde been gezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tussenvraag 3.6. Stel dat Frans wel aan zijn verplichting had voldaan, maar Theo niet. Hoe heet in het normale spraakgebruik de ingebrekestelling als iemand zijn verplichting tot betalen van de afgesproken prijs niet nakomt?
Zie blz. 54/55

A

Dat kennen we onder de naam ‘aanmaning’ of ‘betalingsherinnering’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tussenvraag 3.7. Kan het reisbureau uit de openingscasus een beroep doen op overmacht met betrekking tot de geannuleerde excursies?
Zie openingscasus H3.

A

Met betrekking tot de excursies waarschijnlijk niet. Deze worden georganiseerd door het reisbureau ingeschakelde organisaties. Het is weliswaar niet de schuld van het reisbureau, maar het komt wel voor hun rekening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tussenvraag 3.8. Stel dat Koos niet heeft geleverd, omdat Henk een eerdere rekening uit een eerdere overeenkomst omtrent de levering van paprika’s niet heeft betaald. Hij schort dus als het ware zelf zijn verplichting om te leveren op. Is dat mogelijk?
Zie blz. 56/57

A

Ja dat kan. Deze levering van Koos heeft juridisch weliswaar weinig te maken met de betaling van de vorige levering, maar er is bepaald dat opschorting mag als er maar voldoende samenhang bestaat tussen de verbintenissen waar het om gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rechten en verplichtingen

A

Op het moment dat er een overeenkomst is, ontstaan er rechten en plichten. De verkoper moet leveren, de koper betalen. De verhuurder moet woonruimte beschikbaar stellen, de huurder betalen. De werkgever moet salaris betalen, de werknemer moet werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Herroepen

A

Een aanbod kan in beginsel worden herroepen zo lang het nog niet is aanvaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geen wilsovereenstemming

A

De wil en de verklaring komen niet met elkaar overeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dwaling

A

Voorbeeld:
Gijs Koopt bij Paul een Porsche uit 1984 die met nieuwe onderdelen is omgebouwd naar een model ui 1992. Later bij een keuring blijkt het originele exemplaar niet uit 1984 te komen maar uit 1975. De auto is dus eigenlijk bijna 10 jaar ouder dan gedacht. Zowel Paul als Gijs wisten hier van niks.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oorzakelijk verband

A

Zonder schade geen schadevergoeding. Er moet een oorzakelijk verband zijn tussen de schade en de tekortkoming. Als de schade zich ook had voorgedaan als de tekortkoming niet had plaatsgevonden, is er geen oorzakelijk verband tussen die twee en ontstaat er geen recht op schadevergoeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly