Hoofdstuk 10 Flashcards
Tussenvraag 10.1. Kan een schuldeiser die meerdere vorderingen heeft op zijn debiteur het faillissement aanvragen?
Aanvragen kan wel, maar als één schuldeiser meerdere vorderingen heeft op de onderneming dan kan geen faillissement worden uitgesproken. Er moeten minimaal 2 schuldeisers zijn.
Tussenvraag 10.2. Wat zou de achterliggende gedachte zijn van het feit dat de schuldeiser alleen maar aannemelijk hoeft te maken dat de debiteur is opgehouden met betalen, en dat niet hoeft te bewijzen?
Het faillissement is een instrument ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Als die worden opgezadeld met een moeilijke bewijslast dan worden zij en toekomstige schuldeisers benadeeld.
Tussenvraag 10.3. Kan in de openingscasus (de eenmanszaak van) Laura, in april 2007, failliet worden verklaard?
Nee, Laura heeft weliswaar een eenmanszaak, maar in april 2007 is er maar één schuldeiser: haar secretaresse.
Tussenvraag 10.4. Is in de openingscasus de directeur van Ladron BV persoonlijk aansprakelijk?
Het lijkt er wel op. Iemand die al maanden geen administratie bijhoudt en daarnaast een Jaguar weggeeft, pleegt onbehoorlijk bestuur. De crediteuren kunnen hem dan privé aansprakelijk stellen.
Tussenvraag 10.5. Hebben de vennoten in een VOF en de maten in een maatschap ook nog iets aan deze regeling?
Deze regeling is er ten behoeve van alle natuurlijke personen die dreigen failliet te gaan en dus ook voor de vennoot in een VOF en de maat in een maatschap. Het vermogen dat zij in de onderneming hebben zitten, is onderdeel van hun privévermogen.
Tussenvraag 10.6. Valt de handeling van Remco Klaassen in de openingscasus onder de faillissementspauliana? Op wie rust de bewijslast?
Remco handelt in strijd met de wet. Dat noemt men Paulineus handelen. Het is een onverplicht verrichte rechtshandeling waardoor de schuldeisers worden benadeeld. Er is een omkering van bewijslast. Het gaat om een schenking, verricht binnen een jaar (namelijk één maand) voor het faillissement.
Tussenvraag 10.7. Garage Van Beek heeft de auto van Leo gerepareerd en klaar staan om te worden opgehaald. Leo gaat daarna failliet. Heeft garage Van Beek een feitelijk voorrecht? Zo ja welk? Zo nee, waarom niet?
Ja, garage van Beek heeft een retentierecht. Het mag de auto onder zich houden totdat de rekening is betaald. Gebeurt dat niet, dan mag van Beek de auto verkopen en daarmee de vordering betalen. De restwaarde gaat dan in de boedel.
Tussenvraag 10.8. Hoe is in de openingscasus de rangorde bij een eventueel faillissement van Ladron BV?
De bank komt eerst, want die heeft een recht van hypotheek.
De curator komt daarna, want die is boedelschuldeiser.
Daarna komt de fiscus, zij hebben het hoogste wettelijke voorrecht.
Daarna komen de werknemers, ze hebben ook een voorrecht, maar komen na de fiscus.
Als laatste komt Laura. Zij is concurrent werknemer en moet achteraan sluiten.
Curator
Dat is een gespecialiseerde advocaat, die gaat zorgen voor de afwikkeling van het faillissement. Hij is degene die vanaf dat moment beslist wat er met het vermogen moet gebeuren. De curator doet zijn werk ten behoeve van alle schuldeisers gezamenlijk.
Boedel
Een faillissement is een algemeen beslag op het gehele vermogen van de schuldenaar ten behoeve van zijn gezamenlijke schuldeisers. Dat gehele vermogen wordt in het kader van faillissementen de boedel genoemd.
Beslag
Een beslag wil zeggen dat de ondernemer niets meer kan doen met zijn goederen en met zijn schulden.
Schulden saneren
Bij een faillissement van een natuurlijke persoon zal er in de meeste gevallen te weinig vermogen over zijn om de schuldeisers ook maar een deel van hun vordering terug te betalen. Het faillissement wordt dan opgeheven wegens gebrek aan baten. Dit betekend niet dat de vorderingen daarmee vervallen. Met andere woorden, een natuurlijke persoon die failliet wordt verklaard, wordt de rest van zijn leven achtervolgd door de schuldeisers. Om dit te voorkomen, kan hij zijn schulden saneren. Dit betekend dat hij zijn schulden afkoopt tegen een lager bedrag.
Onverplichte rechtshandelingen
Onverplichte rechtshandelingen die een schuldenaar voor het uitspreken van het faillissementsvonnis verricht en die nadelig zijn voor de boedel, en dus ook nadelig voor de gezamenlijke schuldeisers, kunnen door de curator ongedaan worden gemaakt. Hierbij kan gedacht worden aan schenkingen en bijvoorbeeld verkoop van voorraad of inventaris.
