hoofdstuk 4 Flashcards
sociale intergratie
proces waarbij mensen onderdeel worden van een sociale groep of samenleving dmv interactie
affectief handelen
het handelen gericht op gevoel en gemoedstoestanden
sociocentrisme
het beschouwen vn je eigen groep als superieur en het middelpunt van de wereld
organische solidariteit
solidariteit die voortkomt uit de afhankelijkheid van andere
ascetische levensstijl
stijl van leven die afziet van luxe
sociale solidariteit
wij gevoelens en gevoelens van verbondenheid
traditioneel handelen
handelen vanuit gewoonte
nominalisme
Benoeming van een bepaald begrip dat werkelijk niet echt bestaat.
Bijv. de mensheid
modern kapitalisme versie Marx
het verdienen van geld door koopwaren te fabriceren en die vervolgens tegen geld te ruilen
antropologisch materialisme
de materiele omstandigheden vormen de basis van het menselijk bestaan.
sociologisme
de neiging om alle persoonlijke handelingen weg te verklaren vanuit het sociale
doelrationeel handelen
het omgaan met middelen gericht op een geintendeerd doel
sociale orde versie Durkheim
Orde dmv gedeelde sociale normen en waarden waardoor een collectief bewustzijn onstaat
productiewijze
de manier waarop economische waarde of rijkdom wordt gecreerd
mechanische solidariteit (premodern)
in een eenvoudige samenleving waarin iedereen vergelijkbare taken heeft
waarderationeel handelen
een actor let niet op nevengevolgen maar gaat voor het doel omdat dit voor hem belangrijk is
sociale orde versie Marx
zowel klassenorde als klassenconflict
Een werkgever kan altijd een werknemer ontslaan en dus meer eisen.
Maar als dit te veel wordt kan een werknemer zich verzetten.
ascetcisme
het spaarzaam leven zou leiden tot meer waardering van god in de protestantse kerk
interactionisme
sociale bindingen bestaan uit handelingen met betrekking op andere door actie reactie
Klasse versie Marx
de positie binnen de maatschappelijke tegenstelling van bezitters en niet bezitters
collectief bewustzijn
mensen delen de ideeen over wat goed en slecht is
Kapitalistische geest
continu gericht op het maximaliseren van winstkansen, en ook zo min mogelijk spenderen om zo ook geld te verdienen
sociale orde versie weber
mensen stemmen hun gedrag op elkaar af. ze proberen te begrijpen wat de ander wilt en passen hun gedrag daarop aan. Dit leidt dus tot samenwerking
methodologisch individualisme
men moet bij bestuderen van het sociale kijken naar de acties van het individu
commodificatie
dingen die vroeger zelf geproduceerd werden die nu gekocht worden
hermeneutische visie
met de nadruk op interpreteren en begrijpen
actorcentrisme
mensen beschikken over zelfbewustzijn en vrije wil en zullen daarom uit zelfgekozen reden handelen
Kapitalisme versie weber
het doelrationeel inzetten van middelen met het doel via herinvesteringen voortdurend winst te maken
confrontatiestrijd
de directe strijd tussen niet bezittende en bezittende klasse obv tegenstrijdige belangen
meerwaarde
hoeveel een arbeider meer produceert dan hij verdiend