hoofdstuk 3 Flashcards
glocalisatie
het aanpassen van een globale keten aan de lokale norm
maatschappelijke functies
algemene opgaven waarvoor iedere samenleving zich gesteld ziet
ruimte van plaatsen
geheel van gescheiden plaatsen waarbinnen mensen met elkaar omgaan vanwege fysieke aanwezigheid
de eerste/ eenvoudige modernisering (Beck)
de overgang van een agrarische samenleving naar een moderne industriele maatschappij
Tweede modernisering
Tijd waarin opvattingen van de eerste modernisering hun zelfsprekensheid begonnen te verliezen
ruimte van stromen
het samenkomen van verschillende sociale praktijken/handelingen dmv het internet
globalisering versie links
een wereldsysteem met een westers centrum en een uitgebreide periferie dat deels de vroegere verhoudingen continueert
taakdifferentiatie
het opsplitsen van arbeid in verschillende delen
zuil
een netwerk van organisaties die allemaal bij een opvatting passen die mensen begeleiden van wieg tot graf
etnocentrische localisten
groep van mensen die zich bedreigd voelt door de effecten van globalisering
verticale sociale differentiatie
de stratificatie van de samenleving in lagen bovenop elkaar
geselschaft
relaties obv geld verdienen, eigenbelang
paradox van keuzes
meer keuzes lijken fijn, maar leiden tot meer stress, onzekerheid en ontevredenheid
postmoderniteit
de tijd na het modernisme
Traditie (Beck)
een geheel vanzelfsprekende opvattingen dat zonder al te veel reflectie wordt doorgegeven per generatie
moderniteit
het geheel van structuurkenmerken dat een moderne samenleving en cultuur karakteriseert
authenticiteitethos
het ontwikkelen van het eigen zelf is de richtinggevende waarde
sociale differentiatie
het bestaan van verschillen tussen sociale eenheden die adhv een eenvoudig principe kunnen worden gedefinieerd
mediering
het inzetten van sociaalnetwerkmedia
doelrationeel handelen
handelen door een omgang met midellen gericht op het bereiken van een doel
risicomaatschappij
een samenleving waarin er hoog bewustzijn is van de risico’s van grootschalig gebruik van technologie
structuurkenmerk
een essentiele en duurzame eigenschap van een sociaal verband, die licht werpt op haar globaal functioneren
culturele homogenisering
het verdwijnen/verminderen van culturele verschillen
functionele differentiatie
het opdelen van de samenleving in delen die allemaal een taak vervullen
horizontale sociale differentiaties
mensen uit dezelfde sociale klasse maar opgedeeld obv specialisatie
culturele hybridisering/creolisering
het vermengen van globale formats met lokale vormen van culturele expressie
Individualisering van de sociale ongelijkheid
De sociale ongelijkheid hangt niet meer af van je sociale klasse, maar wordt nu toegeschreven aan het individu
mediatisering
hoe media steeds meer invloed krijgt op de samenleving en hoe mensen de wereld ervaren
gemeinschaft versie tonnies
sociaal verband waarbinnen saamhorigheid bestaat op basis van wederzijdse affectieve betrokkenheid
secularisatie
het proces waarbij religie steeds minder grote rol gaat spelen in de samenleving
maatschappelijke dedifferentiatie
het verdwijnen van grenzen tussen verschillende functiesystemen