Hoofdstuk 3 woordjes -duim- Flashcards
beliebt
populair
berühmt
beroemd
man
men
die Marmelade
de jam
das Mehl
de bloem
die Milch
de melk
Österreich
Oostenrijk
der Pfannkuchen
pannenkoeken
Fisch
vis
Frikandelle
gehaktbal
Mineralwasser
mineraalwater
Nudeln
Pasta
Orangensaft
sinassappelsap
Reis
Rijst
gemüse
groente
Salz
zout
Zucker
suiker
Birne
peer
Gürke
Komkommer
Mandarine
mandarijn
brot
brood
Brötchen
broodje
butter
boter
Honig
Honing
Tee
Thee
Kaffee
Koffie
Käse
kaas
Wurst
Worst
Schinken
ham
Frühstück
ontbijten
zutasten
ingredienten
gabel
vork
Löffel
lepel
messer
mes
leer
leeg
niemals
nooit``
früher
vroeger
jeden Tag
elke dag
wunderschön
geweldig
zutlause
thuis
durchschnitlich
gemiddeld
einfach
gewoon
erklären
uitlegen
etwa
ongeveer
genauso wie
net zo….als
Geschmack
de smaak
Metzgir
slager
Sieger
winnaar
zeigen
laten zien
bedeuten
betekenen
fehlen
ontbreken
fertig
klaar
Grund
reden
je….dësto
hoe….hoe
verwöhne
Verwennen
Umfrage
De enquête
Zeitung
De krant
Komisch
Vreemd/raar
Der Alltag
Het dagelijks leven