Hoofdstuk 3: Spellen Flashcards

1
Q

Wat is orthografie?

A

Systeem van regels waarmee gesproken taal in geschreven taal kan omgezet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke principes bestaat orthografie?

A

-Fonologisch/fonemisch principe
-Syllabisch principe
-Morfologisch principe
-Etymologisch principe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het fonologisch of fonemisch principe van orthografie?

A

-Geluid/klank: 1 foneem = 1 letter
-Maar uitzonderingen: digrafen (homogeen (aa, ee), heterogeen (oe, ie, ch)), 1 grafeem gekoppeld aan meerdere fonemen (e op meerdere manieren uitspreken afhankelijk van woord, abstractie verbindingsklanken, invloed klankpositie binnen woord (verenkelen, verdubbelen))
-Klankzuivere woorden: been, school, helmgras

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het syllabisch principe van orthografie?

A

-Klankgroep (geen lettergreep)
-Spelling bepaalde fonemen afhankelijk van positie in woord
–>Lange klank binnen vs aan einde klankgroep (raam vs ra-men)
–>Korte klinker binnen vs aan einde klankgroep (slap vs slappe, maar ka-chel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het morfologisch principe van orthografie?

A

-Vorm
-Betekenisdragend woorddeel: vrije morfemen (angst in angsthaas of vliegangst) of gebonden morfemen/affix (-isch voor bijvoeglijk naamwoord)
-Morfeem steeds op zelfde wijze geschreven
-Prioritering: syllabisch > morfologisch > fonologisch (gra-pp-ig)
-Verschillende spellingshandelingen hierop gebaseerd
-2 regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke spellingshandelingen zijn gebaseerd op morfologie?

A

-Flexie: toekennen grammaticaal kenmerk aan woordstam (verbuigingen, vervoegingen)
-Woordvorming: afleiding (toevoegen affix) en samenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 2 regels van morfologie?

A

-Regel van gelijkvormigheid: morfemen zoveel mogelijk op zelfde manier geschreven
-Regel van analogie: woorden op zelfde wijze gevormd, op overeenkomstige wijze geschreven (wordt want vliegt, maar eet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het etymologisch principe van orthografie?

A

-Werkelijk, echt
-Principe: bij keuze tussen 2 schrijfmogelijkheden, beslist vroegere/originele vorm woord
-Keuzetekens: ei - ij, ou-au
-Leenwoorden: hockey, weekend, synthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe worden fouten in spelling geclassificeerd?

A

-Basisleerstof: woord schrijven zoals klinkt
-Regels: woord niet schrijven zoals klinkt, eerst regel toepassen
-Keuzetekens: kunt woord op meer manieren schrijven, kiezen
-Weetwoorden: woord niet schrijven zoals klinkt, gewoon weten
-Overige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke spellingsmodellen bestaan er?

A

-Taakanalytische modellen
-Procesmodellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het taakanalytisch model van spelling?

A

-(Aanvankelijk) spellen opgebouwd uit deelvaardigheden (opbouwhypothese)(verwerving)
-Maar ontwikkelingsbenadering relatief (sommige vaardigheden ontwikkelen door leren spellen), dus eerder deelvaardigheden dan leervoorwaarden
-Behandelingsconsequenties: belang voor preventie, belang voor vroegtijdige behandeling bij jonge kinderen met spellingsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het procesmodel van spelling?

A

-Informatieverwerking
-Verschillende spellingsstrategieën: directe spellingsroute (inprentingsstrategie of visueel-motorische strategie), indirecte spellingsroute
-Interactief-compensatoir proces: gevorderde spellers combineren strategieën (direct en indirect) en keuze voor meest efficiënte route
-Aspecten informatieverwerking: KTG, LTG (taakspecifieke voorkennis, niet-taakspecifieke voorkennis, controleprocessen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de directe spellingsroute?

A

-Deel van procesmodel
-Schrijfwijze woord rechtstreeks uit langetermijngeheugen opgehaald
-Inprentingsstrategie of visueel-motorische strategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de indirecte spellingsroute?

A

-Deel van procesmodel
-Schrijfwijze opgebouwd, gekozen uit verschillende strategieën: fonologische strategie (~taakanalytisch model), regelstrategie, analogiestrategie, mnemotechnische strategie, hulpmiddelenstrategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat niet-taakspecifieke voorkennis bij spellen?

A

-Morfologie gesproken taal
-Articulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt spelling opgebouwd in de leerplannen?

A

-Beginnende geletterdheid: schrijven volgens hoorweg
-Gevorderde geletterdheid: schrijven volgens hoorweg, volgens regelweg, volgens onthoudweg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Uit welke onderdelen bestaat de diagnostiek van spellen?

A

-Niveaubepaling (via dictee)
-Foutenclassificatie
-Kwalitatieve analyse spellingsproces

18
Q

Op welke manieren doet men aan niveaubepaling voor de diagnostiek van spellen?

A

-Dictees
-Normtoetsen
-Leerlingenvolgsystemen (LVS) lager onderwijs

19
Q

Welke vormen van dictees zijn er voor de niveaubepaling van spellen?

A

-Woorddictee
-Zinnendictee
-Invuldictee

20
Q

Welke normtoetsen zijn er voor de niveaubepaling van spellen?

A

-Spellingstest voor kinderen van het eerste tot het zesde leerjaar (ST1-6)(Van Vreckem & Desoete, 2016)
-TODIO-S
-TASP
-Gletchr woorddictee

21
Q

Wat is de spellingstest voor kinderen van het eerste tot het zesde leerjaar (ST1-6) van Van Vreckem & Desoete (2016)?

A

-Normtoets voor niveaubepaling
-Accumulatie leerstof 1e-6e leerjaar (tot 135 woorden)
-Ook pseudowoorden, maar minder onderbouwd
-Geen werkwoorden

22
Q

Wat is de TODIO-S?

A

-Normtoets voor niveaubepaling
-Toets Diagnostisch Onderzoek Schrijven van Van Rompaey & Vandenberghe (2017-2018)
-1e-4e middelbaar
-Woorden, zinnen, morfologie, overschrijven

23
Q

Wat is de TASP?

A

-Normtoets voor niveaubepaling
-Zinnendictee hoger onderwijs, eventueel 3e graad middelbaar
-2011/2016

24
Q

Wat is het Gletch woorddictee?

A

-Normtoets voor niveaubepaling
-16+
-2009/2004-2009

25
Q

Waaruit bestaat het leerlingenvolgsysteem (LSV) lager onderwijs voor de niveaubepaling van spelling?

A

-VCLB
-CITO (SVS-V)(enkel woorddictee)

26
Q

Wat zijn de criteria voor een goede foutenclassificatie voor de diagnostiek van spelling?

A

-Duidelijke terminologie
-Beperkt aantal elkaar uitsluitende categorieën
-Kleine restcategorie
-Overzichtelijk scoreformulier
-Eenvoudig scoorbaar
-Interpretatievrij

27
Q

Met behulp van welk instrument kan men aan foutenclassificatie doen voor de diagnostiek van spelling?

A

Verkort Utrechts Classificatiesysteem voor Spelfouten (V-UCS)

28
Q

Wat is het Verkort Utrechts Classificatiesysteem voor Spelfouten (V-UCS)?

A

-Taakanalytisch en linguïstisch (band met leerstof, categorieën onderbouwd)
-3 versies: A voor 2e leerjaar, B voor 3e-5e leerjaar, C voor 6e leerjaar - 1e middelbaar
-Normen (verouderd): 5 niveaugroepen, gemiddelden en grenswaarden per categorie
-Systeem voor spelfouten

29
Q

Waaruit bestaat het systeem van spelfouten van het Verkort Utrechts Classificatiesysteem voor Spelfouten (V-UCS)?

A

-Basisleerstof: woord schrijven zoals klinkt
-Regels: eerst regel toepassen (onveranderlijke woorden, werkwoorden, zin)
-Keuzetekens: op meer dan 1 manier te schrijven en kiezen
-Weetwoorden: gewoon weten

30
Q

Uit welke onderdelen bestaat de analyse van het spellingsproces voor de diagnostiek van spelling?

A

-Verzameling allerlei spellingsproducten
-Analyse taakspecifieke voorkennis (en kwaliteit)
-Analyse deelvaardigheden
-Analyse niet-taakspecifieke voorkennis

31
Q

Waaruit bestaat de verzameling van allerlei specifieke spellingscontrole voor de kwalitatieve analyse?

A

-Vrij geschrijf, opstel, klasnota’s
-Overschrijven, auditief dictee
-Criteriumtoetsen: Spowerk en Spomek
-Bevraging van spellingsstrategieën

32
Q

Uit welke onderdelen bestaat de analyse van taakspecifieke voorkennis (en kwaliteit)?

A

-Spellingsterminologie
-Auditieve strategie
-Regelstrategie

33
Q

Hoe wordt auditieve strategie bepaald voor de kwalitatieve analyse?

A

-Analyse klankmateriaal
-Kennis lettervorm
-Kennis klank-tekenkoppelingen

34
Q

Hoe wordt de regelstrategie bepaald voor de kwalitatieve analyse?

A

-Kennis regel
-Identificatie toepassingsnood
-Adequate uitvoering regel

35
Q

Welke deelvaardigheden worden onderzocht bij de kwalitatieve analyse?

A

-Auditieve analyse (woorden, klankgroepen, klanken)
-Auditieve/visuele discriminatie
-Auditief sequentieel geheugen
-Temporele orde waarneming

36
Q

Wat is belangrijk voor taakgerichte leerhulp bij spellen?

A

-Intensieve, directe en systematische spellingsinstructie
-Strategie-inductie
-Feedback op accuratesse

37
Q

Welke methodieken zijn er voor taakgerichte leerhulp bij spellen?

A

-Opbouwmethodiek
-Strategiemethodiek
-Inprentingsmethodiek

38
Q

Wat is de opbouwmethodiek van taakgerichte leerhulp bij spellen?

A

-Bij problemen met schrijven volgens hoorweg
-Deelprincipes: aanleren deelvaardigheden en aanleren fonologische strategie (elementaire spellingshandeling)

39
Q

Wat is de strategiemethodiek van taakgerichte leerhulp bij spellen?

A

-Bij problemen met schrijven volgens regelweg
-Systematische en expliciete instructie en inoefening van spellingsregels: regelstrategie, taakspecifieke voorkennis, met visuele hulpmiddelen, analogiestrategie
-Instructie en oefening in keuze van juiste spellingsstrategie (identificatie)
-Soms in combinatie met inprentingsmethodiek

40
Q

Wat is de inprentingsmethodiek van taakgerichte leerhulp bij spellen?

A

-Bij problemen met schrijven volgens onthoudweg
-Associaties leren tussen klankvorm en orthografisch woordbeeld (directe route)
-Visueel woorddictee of afschrijfdictee met onmiddellijke feedback
-Mnemotechnische hulpmiddeltjes aanbieden (liedjes, plaatjes)
-Eventueel woordpakketten
-Visueel-motorisch geheugen