Hoofdstuk 2: Lezen Flashcards

1
Q

Wat is de ontwikkelingspsychologische benadering van lezen?

A

-Lezen als proces van stapsgewijze verwerving (aanleren)
-Taakanalytische leesmodellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van de taakanalytische leesmodellen?

A

-Spellend tot herkennend lezen
-Opbouwhypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke kritiek is er op de taakanalytische leesmodellen?

A

Ontwikkeling is niet absoluut
-Sommige vaardigheden ontwikkelen door te leren lezen (interactie-effecten)
-Dus: bouwstenen veeleer deelvaardigheden dan leervoorwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn behandelingsconsequenties van de ontwikkelingspsychologische benadering?

A

-Belang voor preventie
-Belang voor vroegtijdige behandeling bij jonge kinderen met leesproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de informatieverwerkingsbenadering van lezen?

A

-Lezen als proces van verwerking van informatie (uitvoeren)
-Verschillende componenten: structurele component, strategiecomponent, sturende component
-Procesmodellen van lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de structurele component van de informatieverwerkingsbenadering van lezen?

A

Beschikbare geheugen- en verwerkingscapaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de strategiecomponent van de informatieverwerkingsbenadering van lezen?

A

Bewerkingen op info in verschillende fasen: geheugen-, leer- en oplossingsstrategieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de sturende component van de informatieverwerkingsbenadering van lezen?

A

-Monitoring
-Programmering en bewaking infoverwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke soorten procesmodellen zijn er binnen de informatieverwerkingsbenadering van lezen?

A

-Bottom-up modellen: lezen start met verklanken
-Top-down modellen: lezen gestuurd vanuit betekenis
-Interactief-compensatoire modellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke soorten bottom-up modellen zijn er binnen de procesmodellen van lezen?

A

-Opbouwmodel
-Inprentingsmodel
-Dual-route model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het opbouwmodel van lezen?

A

-Informatieverwerkingsbenadering: bottom-up model
-Lezen stap voor stap opgebouwd: assemblagestrategie/indirecte route
-Aanleren van deelvaardigheden (~ taakanalytisch model)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het inprentingsmodel van lezen?

A

-Informatieverwerkingsbenadering: bottom-up model
-Lezen gebeurt via directe herkenning: adresseringsstrategie/directe route
-Komen tot automatisering (kwantitatief en kwalitatief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is kwantitatieve automatisering binnen het inprentingsmodel?

A

Hoe trager lezen, hoe accurater lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is kwalitatieve automatisering binnen het inprentingsmodel?

A

-Uitvoering onbewust
-Uitvoering zonder controle persoon (autonoom)
-Gebruikt geen verwerkingscapaciteit
-Niet beïnvloed door bemoeilijking (interferentie)
-Stimulus in directe verbinding met langetermijngeheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het dual-route model van lezen?

A

-Informatieverwerkingsmodel: bottom-up modellen
-Indirecte en directe route in competitie: horse-race model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke kenmerken hebben interactief-compensatoire modellen binnen de informatieverwerkingsbenadering van lezen?

A

-Bottom-up en top-down processen in voortdurende wisselwerking
-Kan op verschillende manieren door model gaan
-Bepaalde onderdelen kunnen fout zijn, maar toch lezen als gevolg hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn 2 voorbeelden van interactief-compensatoire modellen binnen de informatieverwerkingsbenadering van lezen?

A

-Integratiemodel Van der Leij: alles met elkaar in verbinding
-Model Ruijssenaars & Ghesquière: input - controle via herkenning/geheugen/coderingsstrategie - output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke stappen zijn er binnen de leesontwikkeling?

A

-Decoderend lezen
-Herkennend lezen/directe herkenning
-Anticiperend lezen/verkorte directe herkenning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is decoderend lezen?

A

-1e stap leesontwikkeling
-Verklanken
-Teken-klank-koppeling
-Auditieve synthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is herkennend lezen of directe herkenning?

A

-2e stap leesontwikkeling
-Lezen in delen van woorden
-Lezen van kleine losse woorden
-Lezen zonder intonatie
-Lezen met verlengde klankwaarden
-Vlot lezen van gestructureerde rijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is anticiperend lezen of verkorte directe herkenning?

A

-3e en laatste stap leesontwikkeling
-Benutten betekenisinformatie
-Benutten woordvorming/zinsvorming
-Lezen met intonatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de centrale theorie rond cognitieve oorzaken van dyslexie?

A

-Gevolg van problemen bij aanleren en bewustzijn van klankstructuur van taal
-Fonologische vaardigheden: fonologisch bewustzijn, rapid automatised naming (RAN, seriële benoemsnelheid), verbaal kortetermijngeheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waaruit bestaat het fonologisch bewustzijn?

A

-Rijmbewustzijn
-Syllabebewustzijn
-Foneembewustzijn

24
Q

Wat zijn belangrijke fonologische bewustzijnstaken?

A

-Rijmen: passief en actief
-Auditieve discriminatie
-Auditieve synthese
-Auditieve analyse
-Foneemdeletie
-Foneemsubstitutie
-Omkeren
-Spoonerisms

25
Q

Hoe hangt het fonologisch bewustzijn samen met dyslexie?

A

-Fonologisch bewustzijn is lees- en spellingsvoorwaarde
-Fonologisch bewustzijn is gevolg van lezen en spellen
-Interactie tussen fonologisch bewustzijn en lezen/spellen

26
Q

Hoe hangt het rapid naming deficit samen met dyslexie?

A

-Dyslexie gevolg van moeilijkheden met snel serieel benoemen (RAN)
-RAN als fonologische vaardigheid
-RAN als specifiek tekort of in combinatie met fonologisch deficit (dual deficit theory)

27
Q

Wat is het werkgeheugen?

A

Cognitief systeem dat instaat voor tijdelijk opslaan en manipuleren van informatie

28
Q

Wat is het model van werkgeheugen van Baddeley & Hitch?

A

-2 slaafsystemen voor tijdelijk bijhouden info (KTG)
–>Fonologische lus: verbale info
–>Visuo-spatieel schetsboek: visuele en spatiale info
-Centrale verwerkingseenheid (central executive, WG)
–>Aandachtscontrolesysteem
–>Coördineren en integratie info uit slaafsystemen en langetermijngeheugen
–>Wisselen tussen oplossingsstrategieën

29
Q

Hoe hangen werkgeheugen en dyslexie samen?

A

-Dyslexie gevolg van moeilijkheden bij tijdelijk opslaan en manipuleren info
-Fonologische lus is verbaal kortetermijngeheugen
-Onderzoek naar executieve functies neemt toe

30
Q

Uit welke onderdelen bestaat de diagnostiek rond technisch lezen?

A

-Niveaubepaling
-Foutenclassificatie
-Kwalitatieve analyse leerproces

31
Q

Uit welke onderdelen bestaat niveaubepaling?

A

-Woordniveau
-Zinsniveau
-Combinatie

32
Q

Waaruit bestaat de niveaubepaling op woordniveau?

A

-Woordleestests
-Pseudowoordleestests

33
Q

Welke woordleestests zijn er voor niveaubepaling op woordniveau?

A

-Eén Minuut Test (Brus & Voeten, 1972)
-Drie-Minuten-Toets (Verhoeven, CITO, 1995)

34
Q

Wat is de Eén Minuut Test van Brus & Voeten (1972)?

A

-EMT
-Woordleestest voor niveaubepaling op woordniveau
-116 reële woorden in stijgende moeilijkheidsgraad
-Snelheid en accuratesse
-2e leerjaar - 2e middelbaar
-Nieuwe normen 2011-2014
-T-scores: gem50, sd10

35
Q

Wat is de Drie-Minuten-Toets van Verhoeven (CITO, 1995)?

A

-Woordleestest voor niveaubepaling op woordniveau
-3 kaarten verschillende moeilijkheidsgraad
-Snelheid en accuratesse
-Vanaf kerstmis 1e leerjaar (kaart 1) - 6e leerjaar
-Vlaamse normen 2010-2011
-Vergelijkbare vaardigheidsscores voor 3 kaarten
-CITO-zones en percentielklassen: A (Pc76-100), B (Pc51-75), C (Pc26-50), D (Pc11-25), E (Pc0-10)

36
Q

Welke pseudowoordleestest is er voor niveaubepaling op woordniveau?

A

Klepel-R (Van den Bos, de Groot & de Vries, 2019)

37
Q

Wat is de Klepel-R van Van den Bos, de Groot & de Vries (2019)?

A

-Pseudowoordleestest voor niveaubepaling op woorniveau
-116 onbestaande woorden in stijgende moeilijkheidsgraad
-Maat voor decoderend lezen
-Structuur vergelijkbaar met EMT, 2 parallelkaarten
-Snelheid en accuratesse
-1e leerjaar - 2e middelbaar
-T-scores: gem50, sd10
-Index-scores in combinatie met EMT

38
Q

Welke tests zijn er voor een niveaubepaling op zinsniveau?

A

-AVI-leeskaarten
-Gletchr leestekst Faalangst (Test voor Gevorderd Lezen en Schrijven, Depessemier & Andries, 2009)

39
Q

Wat zijn de AVI-leeskaarten?

A

-Niveaubepaling op zinsniveau
-Uitleg
–>Analyse Van Individualiseringsvormen
–>Zoeken naar gedifferentieerd leesonderwijs
–>Indeling technisch leesniveau van zinnen
–>Niveau: M3-E3-M4-E4-M5-E5-M6-E6-M7-E7-Plus
–>2 parallelversies
–>Nieuwe Nederlandse versie en normen
-Interpretatie obv tijd en fouten
–>Beheersingsniveau: T en F
–>Instructieniveau: T
–>Frustratieniveau: T

40
Q

Wat is de Gletchr leestekst Faalangst (Test voor Gevorderd Lezen en Schrijven) van Depessemier & Andries (2009)?

A

-Leerlingen en studenten 16+
-Aparte normering voor tijd en fouten

41
Q

Welke gecombineerde test voor niveaubepaling bestaat er?

A

TODIO-L: Toets Diagnostisch Onderzoek Lezen (Van Rompaey & Vandenberghe, 2014)

42
Q

Wat is de TODIO-L?

A

-Gecombineerde test voor niveaubepaling
-Toets Diagnostisch Onderzoek Lezen van Van Rompaey & Vandenberghe (2014)
-3 leeskaarten: woorden, pseudowoorden, tekst
-Snelheid en accuratesse
-4e leerjaar - 4e middelbaar
-Percentielen en CITO-zones: A (Pc76-100), B (Pc51-75), C (Pc26-50), D (Pc11-25), E (Pc0-10)

43
Q

Welke soorten fouten worden onderscheiden voor de foutenclassificatie?

A

-Basisfouten
-Regelfouten
-Fouten tegen weetwoorden

44
Q

Wat zijn basisfouten?

A

-Niveau: basisgrafeem, complex grafeem, medeklinkercluster, woord, zin
-Foutsoorten: weglatingen, toevoegingen, vervangingen, verwisselingen/volgorde-fouten

45
Q

Wat zijn regelfouten?

A

-Lettergreepovergang: open/gesloten lettergreep
-Woordtekens: trema
-Sjwa (doffe e) in voor- en achtervoegsels: ig, lijk, ver, be, ge
-Andere voor- en achtervoegsels: tie, isch

46
Q

Wat zijn fouten tegen weetwoorden?

A

-Vreemde woorden
-Keuzetekens: c-k-s

47
Q

Op welke niveaus wordt de kwalitatieve analyse van het leesproces gedaan?

A

-Woordniveau
-Zinsniveau

48
Q

Hoe wordt de kwalitatieve analyse van het leesproces gedaan op woordniveau?

A

-Leesstrategie
-Vergelijking leesniveau en leesstrategie bij woordleestests en pseudowoordleestests
-Kwaliteit decoderende strategie
-Kwaliteit van automatisering/directe herkenning

49
Q

Hoe word de kwalitatieve analyse van het leesproces gedaan op zinsniveau?

A

-Situering in leesontwikkeling: decoderend, herkennend of anticiperend lezen
-Analyse kwaliteit van fonologische recodering
-Analyse kwaliteit gebruik contextinfo
-Analyse compensatoire processen
-Analyse taakspecifieke voorkennis en kwaliteit ervan: klank-tekenkoppeling, leesregels, aparte schrijfwijzen, leesrichting
-Analyse van deelvaardigheden: visuele/auditieve synthese, banale visuele deelvaardigheden, banale auditieve vaardigheden
-Analyse niet-taakspecifieke voorkennis

50
Q

Welke methodieken voor taakgerichte leerhulp bestaan er voor lezen?

A

-Opbouwmethodiek
-Inprentingsmethodiek
-Begripsmethodiek

51
Q

Wat is de opbouwmethodiek als taakgerichte leerhulp bij lezen?

A

-Bij problemen met decoderende leesstrategie (accuraat lezen)
-Basisprincipe: vertrekkend van deelvaardigheden, leesvaardigheid stap voor stap opbouwen
-Deelprincipes: aanleren deelvaardigheden (fonologische deelvaardigheden, letterkennis, teken-klankkoppelingen), aanleren decodeerstrategieën (volledige verklanking, visuele synthese), afleren hardnekkig spellen/raden, feedback over accuratesse

52
Q

Welke problemen kunnen er zijn met de decoderende leesstrategie?

A

-Onvoldoende beheersing deelvaardigheden (fonologische vaardigheden, letterkennis, teken-klankkoppelingen)
-Niet flexibel toepassen decodeerstrategieën
-Hardnekkig spellend of radend lezen
-Onvoldoende integratie van deelvaardigheden

53
Q

Wat is de inprentingsmethodiek als taakgerichte leerhulp bij lezen?

A

-Bij problemen met directe volledige woordherkenning (snel lezen)
-Basisprincipes: koppeling orthografie, fonologie, uitspraak en betekenis en versnelling van dit verwerkingsproces tot automatisme
-Deelprincipes: associaties leren, versnellen, feedback over snelheid

54
Q

Welke problemen kunnen er zijn met de directe woordherkenning?

A

-Onvoldoende beheersing techniek
-Stagnatie bij sublexicaal en/of lexicaal decoderen
-Interferentie: verwerking lossen woorden niet geautomatiseerd

55
Q

Wat is de begripsstrategiemethodiek als taakgerichte leerhulp bij lezen?

A

-Bij problemen met verkorte volledige woordherkenning (anticiperend lezen)
-Basisprincipe: gebruik betekenis van woorden en zinnen voor bevorderen technisch lezen
-Deelprincipes: mobiliseren en implementeren van voorkennis (klankvorm en betekenis van woorden, klankvorm en betekenis van verhalen, anticiperen op betekenis), leren toepassen van begripsstrategieën

56
Q

Welke problemen kunnen er zijn met verkorte volledige woordherkenning?

A

-Onvoldoende contextgebruik
-Begrip ondergeschikt aan technieken