hoofdstuk 3: motivatie Flashcards
autonomie
zelfstandigheid, zelf kunnen bepalen wat je doet
behoefte
iets wat je nodig hebt of graag wilt hebben
collectivistische cultuur
cultuur waarin veel belang wordt gehecht aan de groep
competentie
het vermogen om een taak goed uit te voeren
crossculturele psychologie
psychologie waarin gedrag in verschillende culturen wordt vergeleken
extrinsieke motivatie
gevolgen gekoppeld aan gedrag
faalangst
angst om niet te kunnen voldoen aan bepaalde verwachtingen
intrinsieke motivatie
gedrag stellen omdat je het graag doet
je ervaart een flow: gevoel dat je helemaal in je bezigheid opgaat
overrechtvaardiging
situatie waarin beloning de intrinsieke motivatie van een persoon verkleint
self-handicapping
(onbewust) mechanisme waarbij mensen er zelf voor zorgen dat ze falen
verbondenheid
een warme, hechte band met anderen
zelfactualisatie
je eigen mogelijkheden verwezenlijken
motivatie
de innerlijke kracht die het individu stimuleert tot bepaald gedrag
2 soorten motivatietheorieën
- behoefte bevredigen vanuit een tekort-> duwt je gedag in een bepaalde richting
- doel bereiken: duwt je in juiste richting
theorie van Maslow
- positieve kijk op mens: uitgangspunt: mensen willen groeien
- categorieën van behoeften
- vaste vgl
- bevredigen van behoeften van laag-> hoog