hoofdstuk 1: referentiekader Flashcards
complotdenken
de overtuiging dat iets het gevolg is van een geheim plan
emotie
een kortdurende en intense reactie op een prikkel die we belangrijk vinden
geheugen
het vermogen om je dingen te herinneren
-> beïnvloeden ons handelen
MAAR
- niet altijd juist
- manipuleerbaar
- minder scherpe negatieve herinneringen
-> crashing memory test
-> videobeelden-> proefpersonen herinneren zich deze
-> beelden bestaan niet
motivatie
de innerlijke kracht die het individu stimuleert tot bepaald gedrag
referentiekader
het geheel van persoonlijke waarden, normen, opvattingen, overtuigingen, kennis en ervaringen dat we tijdens ons leven opbouwen en dat een belangrijke rol speelt bij de waarneming en beoordeling van onze omgeving
individuele factoren
- emoties
- motivatie
- persoonlijkheid
- zelfbeeld
- geheugen
- mogelijke ziekte of beperking
maatschappelijke factoren
- opvoeding en onderwijs
- bio-ecologisch model
- media
opvoeding en onderwijs
-> waarden, normen, kennis, vaardigheden
- via instituties, vooral opvoeding en onderwijs
- vanaf geboorte
-> functioneren in de maatschappij
= socialisatie
bio-ecologisch model
- bronfenbrenner
- in kaart brengen omgevingsinvloeden
- spelen rol in ontwikkeling van referentiekader
media
- grote invloed op beeldvorming
- vaak eenzijdige berichtgeving
-> verregaande gevolgen - beeldvorming
-> traditionele media
-> sociale media en internet - complotdenken
- bewust misleiden, fake news
-> waakzaamheid
tijdsgeest
normen en overtuigingen die vandaag vanzelfsprekend zijn, zijn dat niet altijd geweest
wat bepaalt het referentiekader ook
hoe we onze omgeving beoordelen, maar stuurt interacties aan (hoe we ons gedagen in situaties waarmee je moet omgaan met anderen