hoofdstuk 12: kwetsbaarheid en veerkracht Flashcards

1
Q

aandoening

A

overkoepelend begrip voor alle soorten ziekten en beperkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ambulante zorg

A

zorgsysteem waarbij de zorgvrager hulp aan huis krijgt of af en toe bij de hulpverlener langsgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

angststoornis

A

psychische aandoening waarbij je zoveel last hebt van angst dat het je dagelijkse leven verstoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

coping

A

de manier waarop mensen met hun problemen omgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

eerstelijnszorg

A

(laagdrempelig) professionele, niet-gespecialiseerde hulpverlening die rechtstreeks toegankelijk is, zoals de huisarts of het CLB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

eetstoornis

A

psychische aandoening waarbij het normale eetgedrag verstoord is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

externaliserend probleemgedrag

A

probleemgedrag waarbij de persoon negatieve emoties op de buitenwereld richt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

internaliserend probleemgedrag

A

probleemgedrag waarbij de persoon negatieve emoties op zichzelf richt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

mantelzorg

A

hulpverlening door (niet-professionele) mensen uit de onmiddellijke omgeving, zoals familie en vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

psychische kwetsbaarheid

A

grotere gevoeligheid voor stress en negatieve emoties, die kan leiden tot psychische problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

residentiële zorg

A

zorgsysteem waarbij de zorgvrager gedurende een periode in een instelling verblijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sociale kaart

A

overzicht van diensten en organisaties in de zorg- en welzijnssector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

veerkracht

A

het vermogen om stress en tegenslagen te verwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verslaving

A

toestand waarin een persoon afhankelijk is van een bepaalde gewoonte of drug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vooroordeel

A

een mening over een persoon of een groep die niet op feiten is gebaseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zorg- en welzijnssector

A

verzamelnaam voor diensten en organisaties die zich richten op personen of groepen die niet volledig kunnen deelnemen aan de maatschappij

17
Q

zelfzorg

A

zelf je eigen (psychische en lichamelijke) problemen aanpakken en oplossen

18
Q

gevolgen van psychische kwetsbaarheid

A
  • lastiger met tegenslagen (veren minder snel/ krachtig recht)
  • moeilijker met sociale relaties
  • hogere kans op psychische aandoeningen
19
Q

2 functies van veerkracht

A

1: vormt een buffer tegen stressoren (sterke of slappe veer)
2: herstel van mentaal welbevinden als het een deuk kreeg: recht ‘veren’ (terugveren)
= beschermend en herstellend

20
Q

probleemgerichte coping

A

probleem aanpakken. actie ondernemen. vaak als het probleem opgelost kan worden

21
Q

emotiegerichte coping

A

omgaan met emoties die bij het probleem horen. vaak een probleem dat niet opgelost kan worden

22
Q
A