Hoofdstuk 2 Flashcards
Neurale plasticiteit
Vermogen van hersenweefsel om zich aan te passen aan de omgeving
Bv: leren, omgaan met life Events, stress
3 anatomische aanduidingen van locaties in het brein
- Brain-body oriëntatie
- Spatial oriëntatie
- Anatomical oriëntatie
Centrale functie van hersenvliezen
Beschermen zenuwstelsel
Hersenvlies betekenis
Systeem van membranen om de hersenen heen en bestaat uit 3 soorten
3 soorten hersenvliezen
- Dura mater
- Arachnoid mater
- Pia mater
Dura mater
Harde hersenvlies; hard membraan (niet flexibel).
Bevat veel sensoren, zenuwcellen en bloedvaten.
Stevigste hersenvlies omdat het uit 2 delen bestaat
Arachnoid mater
Spinnenwebvlies
Subarachnoide ruimte gevuld met vloeistof
Brein kan bewegen, dit vloeistof zorgt ervoor dat het brein zijn vorm en functie behoudt
Pia mater
Zachte hersenvlies
Cellofaan folie om brein heen, volgt de controleren van het brein
Ischemisch CVA (cerebro vasculair accent)
Herseninfarct (80%)
Afsluiting van bloedvat door bloedprop, leidt tot zuurstoftekort
Hemorragisch CVA
Hersenbloeding (20%)
Bloeduitstorting in de hersenen door opengebarsten/ gescheurd bloedvat
Bloedingen bij hersenvliezen
- Epiduraal hematoom = bloeding Dura mater
- Subduraal hematoom = bloeding onder Dura mater
- Subarachnoïde hematoom = bloeding tussen zachte en spinnenweb
Cerebrum
Grote hersenen; hogere cognitieve orde functies
Bv: verwerking sensorische info
Cerebellum
Kleine hersenen; motor functies + meer assisterende functie
Hersenstam
Gespecialiseerde vitale/ primitieve functies
Bv: slaap/waak systeem, ademhaling, bloeddruk en cardiovasculair systeem
Cerebrale cortex
Hersenschors
2 soorten hersenschors
- Sulcus (groeven) = grenzen van de verschillende gebieden (kwabben) in het brein > partial lob
- Gyrus = overige bochten en windingen > temporal lob
Fissure = diepere sulcus
Frontale kwab
Voorkant grote hersenen
Informatie verwerking dat te maken heeft met emotie en gedrag + het vermogen om te plannen
Pariëntale kwab
Bovenkant grote hersenen
Informatie verwerking vanuit de zintuigen + vermogen om te leren
Temporale kwab
Onderkant grote hersenen
Informatie verwerking dat van belang is voor je spraak en taal
Occipitale kwab
Achterkant grote hersenen
Informatieverwerking dat van belang is bij zien
Grijze en witte stof
Grijze stof: zenuwcellen (geen isolerende laag); cellichamen > buitenkant
Witte stof: zenuwvezels (isolerende laag); uitlopers > binnenkant
Reticulaire stof: netvormig (mix van vezels en cellen)
Ventrikels
Hersenholtes
4 met elkaar verbonden holtes gevuld met cerebrospinale vloeistof
Functie ventrikels
Ondersteunen van metabolisme door afvoeren van afvalstoffen en beschermen van hersenweefsel
Centrale zenuwstelsel
Hersenen en ruggenmerg omhuld door de schedel en gewervelde botten
Perifere zenuwstelsel
Deel van zenuwstelsel dat het CZS verbindt met de rest van het lichaam
• Sensorische connecties met sensorisch receptoren in de huid
• Motorische connecties naar lichaamsspieren
• Autonomische (sensorisch + motorisch) naar lichaamsorganen
Ontogenetische ontwikkeling
Ontwikkeling van een organisme van bevruchting tot volwassenheid
Corpus callosum
Hersen balk
Tractus
Een bundel zenuwvezels (binnen centrale zenuwstelsel)
Ruggenmerg stof
Binnenkant : grijze stof (zenuwcellen)
Buitenkant : witte stof (zenuwvezels)
! Hersenen is het andersom !
5 segmenten van het ruggenmerg
Boven - beneden
Cervicaal
Thoracaal
Lumbaal
Sacraal
Coccygeaat
Dermatoom
Elk sigment is onderverdeeld in kleinere takjes
2 paar ruggenmergerszenuwen per dermatoom
• sensorische zenuw - binnenkomen, afferent - verstuurt info van huid, gewrichten en spieren naar ruggenmerg
• motorische zenuw - uitgaand, efferent - verstuurt info naar spieren in bepaald deel van het lichaam
Afferent
Naar een structuur in centrale zenuwstelsel toe
Input
Sensorisch
Efferent
Van een structuur van het centrale zenuwstelsel af
Output
Motorisch
Wet van Bell
Ventraal/ anterieure Hoorn (vooraan) = motorisch (efferent), aansturen spieren/ reflexen
Dorsaal/ posterieure Hoorn (achteraan) = sensorisch (afferent), info over pijn/ temperatuur/ tast
2 soorten autonome zenuwstelsel
Sympathicus en parasympathicus
Sympathische divisie (autonome zenuwstelsel)
Fight of flight
• stimuleren: activeren en opwinding
• verbonden met thoracale en lumbale ruggenmerg segmenten
• ganglia dichtbij ruggenmerg
• PREganglionaire vezels KORT, POSTganglionaire vezels LANG
• neurotransmitters: acetylcholine (pre) + norelinephrine (post)
Parasympathische divisie (autonome zenuwstelsel)
Rest and digest
• inhiberend: relaxen, voedsel verteren
• verbonden met sacrate ruggenmerg segment, maar voor met 2 hersengebieden (vagus, facialis en oculomotorius)
• ganglia dichtbij organen
• PREganglionaire vezels LANG, POSTganglionaire vezels KORT
Neurotransmitter: acetylcholine (pre+post)
Verschil dendrieten en axonen
Dendrieten gaat naar cellichaam toe, axonen gaan van cellichamen af
Hersenstam
Stokje dat hersenen en ruggenmerg aan elkaar maakt
3 onderdelen hersenstam
- Achterhersenen = rhombencephalon - motorisch
- Middenhersenen = mesencephalon - sensorisch
- Tussenhersenen = diencephalon - integratie van sensorische en motorische info
Achterhersenen (rhombencephalon) bestaat uit
- Metencephalon (dwars door hersenen heen) = pons + cerebellum
- Myelencephalon (ruggenmerg hersenen) = medulla; verlenging van ruggenmerg
Reticulaire formatie (netvormige structuur)
Achterhersenen
= mix van zenuwcellen (grijs) en zenuwvezels (wir) en zorgt voor opwinding, slaap/waak
Pons (brug)
Achterhersenen
= verbindt het xerebellum met de rest van de hersenen
Medulla (merg) en pons
Achterhersenen
= vitale functies
Cerebellum
Achterhersenen
= kleine hersenen
= motorische functies
Tectum
Middenhersenen
= dak van Middenhersenen met 4 knobbels met aparte functie
Tegmentum
Middenhersenen
= vloer van Middenhersenen vooral betrokken motorische functies met rode nucleas (aansturen ledematen) en substantie nigra (initiëren van vrijwillige bewegingen)
Thalamus
Tussenhersenen
= kamer
= integreert sensorische info en stuurt deze door naar specifieke gebieden in cerebrale cortex
Hersenschors
Belangrijkste Tussenhersenen
Hypothalamus
Tussenhersenen
Ligt onder de thalamus
= reguleert hormoonproductie via de hypofyse
= betrokken bij vrijwel alle aspecten van gedrag
Ganglion
Grote hersenen
= cluster van neuroten
Basale ganglia is betrokken bij impliciet geheugen (motorisch) en controleren van vrijwillige motorische bewegingen