Hoofdstuk 10 Flashcards
Hoe ontstaat geluid
Luchtmoleculen worden in trilling gebracht. Dit leidt tot luchtdrukverschillen die zich als een golf voortbewegen
Dit gaat door lucht, water en aarde
Fysieke eigenschappen van geluid
Frequentie (hertz)
• waargenomen als toonhoogte
• hoge tonen = hoge frequentie (pitch)
• lage tonen = lage frequentie (pitch)
Amplitude (decibel)
• waargenomen als volume (luidheid)
Complexiteit
• de meeste geluiden zijn een combinatie van verschillende frequenties en amplituden
• waargenomen als timbre (klankkleur)
Fundamentele frequentie
Snelheid waarmee de laagste onderliggende (grond) toon zich herhaalt
De meest lage tonen
Overtomen
De meeste geluiden hebben verschillende overtomen
Geluidsgolven met een hogere frequentie die deelbaar is door de fundamentele frequentie
Periodiciteit
Belangrijk kenmerk van complexe tonen
De fundamentele frequentie wordt op vaste intervallen herhaalt
Aperiodische geluiden
Ruis
Uitwendig oor
• oorschelp = zo veel mogelijk geluiden opvangen uit de omgeving en leidt dit naar de gehoorgang
• externe gehoorgang = tussen gang
• trommelvlies= membraan.
Middenoor
Gehoorbeentjes (kleinste botjes):
de trilling van het trommelvlies overnemen. Ze werken als een hefboom waardoor de trilling versterkt
• hamer
• aambeeld
• stijgbeugel
Binnenoor
• ovaal en rond venster
• slakkenhuis = zitten verschillende kamers met vloeistof. In het midden zit het orgaan corti
• orgaan van corti (bevat haarcellen) = omzetten van verschillende toonhoogtes. Omzetten van trillingen naar actiepotentialen (binnenste haarcellen)
• gehoorzenuw
Buitenste haarcellen
• verbonden met tectoria membraan
• geen receptoren: beïnvloeden alleen de stijfheid van het tectoriaal membraan
• motor functie = basis/stijf, uiteinde/flexibel
Binnenste haarcellen
Zijn er minder maar is wel belangrijker
• niet verbonden met tectoriaal membraan, maken slechts losjes contact
• auditieve receptorcellen
• coderen van geluid
• actiepotentialen
Werking depolarisatie
Meer kalium, meer neurotransmitter in synaptische spleet, excitatie
Dichterbij vuurdrempel
Werking hyperpolarisatie
Minder kalium, minder neurotransmitter in synaptische spleet, inhibitie
Verder van vuurdrempel af
Van oor naar hersenen
- Slakkenhuis
- medulla (hersenstam)
- Middenhersenen (tectum/inferieur colliculus)
- thalamus (Tussenhersenen/mediaal geniculate)
- Primaire auditieve cortex (A1/ bovenste deel temporaal kwab)
- Secundaire auditieve cortex (A2)
Onthouden: de informatie kruist. Links gaat naar zowel links als rechts. Hierdoor hoor je 1 geluid
Secundaire auditieve cortex (A2)
Gebied van Wernicke
• rechter hemisfeer = analyseren van muziek (gyrus)
• linker hemisfeer = taalbegrip (wernicke) (planum temporale)
Codering van frequentie (toonhoogte)
Tonotopische codering = haarcellen in het slakkenhuis coderen frequentie als functie van hun plaats op het basilaire membraan
• voorbeeld spatiele codering
Aan het begin van het slakkenhuis: smal dik stug = hoge frequentie
Aan het einde van het slakkenhuis: breed dun flexibel = lage frequentie
Frequentie van geluid op spraaksignalen (onder 200hz)
Niet tonotopisch maar temporeel gecodeerd naar A1
Frequentie geluid = frequentie membraan = frequentie actiepotentialen
Codering van amplitude (volume)
Codering door temporele codering
Hoe harder het geluid is, hoe harder de trillingen binnenkomen in je oor
• meer intense trilling ovale venster
• meer intense beweging van vloeistof in slakkenhuis
• meer trillingen in membranen
• meer intense trillingen binnenste haarcellen
• meer afgifte neurtransmitters
• hogere vuurfrequentie van bipolaire neuronen
Codering van locatie
Gebaseerd op verschillen tussen de 2 oren in
• aankomsttijd = interaural time difference (ITD)
> berekend in medial superior olivary complex
• volume = interaural intensity differece (IID)
> berekent in lateral superior olivary complex & trapezoid body (trapeziumvormig lichaam)
> meest effectief voor hoge frequenties
Allebei berekend in hersenstam
Geluiden lokaliseren van links en rechts (horizontaal)
Maar ook boven en onder, voor en achter, vereist kantelen van hoofd
Taalgebieden in het brein
Ventraal - taalbegrip - gehoor voor ‘herkenning’
> linker temporaalkwab = gebied van Wernicke
> afasie van Wernicke = vloeiende spraak, onsamenhangend, geen begrip van taal
Dorsaal - taalproductie - gehoor voor ‘actie’
> linker frontaalkwab = gebied van broca
Afasie van Broca = niet vloeiend, onderbroken spraak, wel taalbegrip
Taalgebieden in het brein - stimulatie
Taalverwerving vindt niet exclusief plaats in de linkerhemisfeer, maar deze is wel relatief meer actief
Gebieden voor muziek in het brein
Verwerking in het brein is ongeveer gelijk aan die van taal, maar in de rechterhemisfeer ipv linker.