Hoofdstuk 15 Flashcards

1
Q

Wat zijn Angststoornissen?

A

die waarbij angst of angst de meest prominente stoornis is. Het omvat gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis en fobieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Side note: Onderzoek met tweelingen geeft aan dat ongeveer 30 tot 50% van de individuele variabiliteit in het risico om een ​​bepaalde angststoornis te ontwikkelen voortkomt uit genetische variabiliteit

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Gegeneraliseerde angststoornis?

A

wordt gegeneraliseerd genoemd omdat het niet gericht is op een specifieke dreiging; in plaats daarvan hecht het zich aan verschillende bedreigingen, reëel of ingebeeld. Ze maken zich zorgen over dezelfde soort zaken waar de meesten van ons zich zorgen over maken - gezinsleden, geld, werk, ziekte, dagelijkse beslommeringen - maar in veel grotere mate en met veel minder provocatie

prikkelbaarheid, spierspanning en slaapproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Side note: Gegeneraliseerde angststoornis wordt zelden gediagnosticeerd bij kinderen; de gemiddelde beginleeftijd is 31 jaar

Bij gepredisponeerde mensen verschijnt de aandoening vaak voor het eerst op een diagnosticeerbaar niveau na een grote levensverandering op volwassen leeftijd, zoals het krijgen van een nieuwe baan of het krijgen van een baby; of na een verontrustende gebeurtenis, zoals een ernstig ongeval of ziekte

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is hypervigilantie?

A

Een dergelijke verhoogde aandacht voor potentiële dreiging

kan gedeeltelijk het gevolg zijn van genetische invloeden op de ontwikkeling van de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een fobie?

A

is een fobie een intense, irrationele angst die heel duidelijk verband houdt met een bepaalde categorie van objecten of gebeurtenissen

Laboratoriumonderzoek toont aan dat mensen met fobieën hypervigilant zijn, specifiek voor de categorie objecten waar ze bang voor zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een Paniekstoornis

A

Een psychische stoornis die wordt gekenmerkt door het herhaaldelijk optreden van paniekaanvallen op onvoorspelbare tijden en zonder duidelijk verband met gebeurtenissen in de omgeving. Elke aanval gaat gepaard met een intens gevoel van angst, dat meestal enkele minuten duurt en gepaard gaat met tekenen van hoge fysiologische opwinding.

weerspiegelt de angst dat er een paniekaanval kan optreden.

Meerdere aanvallen, waarvan 1 maand slopende zorgen over nieuwe aanval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Paniekaanval

A

Paniekaanvallen duren meestal enkele minuten en gaan gepaard met hoge fysiologische opwinding (waaronder snelle hartslag en kortademigheid) en de angst om de controle te verliezen en zich op de een of andere hectische, wanhopige manier te gedragen

die veel mensen op een of ander moment ervaren, weerspiegelt een specifieke angst, bijvoorbeeld om een ​​openbare toespraak te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Agorafobie?

A

Met een paniekstoornis heeft u regelmatig paniekaanvallen. Als gevolg daarvan probeert u situaties te voorkomen waarin u misschien een paniekaanval krijgt. Dat vermijden noemen we een agorafobie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voordat clinici of onderzoekers een psychische stoornis kunnen diagnosticeren, moeten ze het gedrag evalueren in termen van vier thema’s, ook wel de vier D’s genoemd:

A
  1. afwijkend gedrag
  2. angst / nood
  3. disfunctie
  4. gevaar

deviance, distress, dysfunction, and danger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is DSM-5?

A

Veelgebruikte afkorting voor de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fifth Edition, uitgegeven door de American Psychiatric Association, die een breed scala aan psychische stoornissen definieert en criteria vaststelt voor de diagnose ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een psychische stoornis?

A

Een stoornis in iemands emoties, driften, denkprocessen of gedrag die (a) gepaard gaat met ernstige en relatief langdurige stress en/of beperkingen in het functioneren, (b) niet eenvoudigweg een normale reactie is op een gebeurtenis of reeks gebeurtenissen in de omgeving van de persoon, en (c) niet kan worden verklaard als een gevolg van armoede, vooroordelen of andere sociale krachten die voorkomen dat de persoon zich adaptief gedraagt, noch als een bewuste beslissing om te handelen op een manier die in strijd is met de normen van de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn Trauma- en stressgerelateerde stoornissen

A

Aandoeningen die verband houden met blootstelling aan een traumatische of stressvolle gebeurtenis, waaronder reactieve hechtingsstoornis en posttraumatische stressstoornis (PTSS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn Obsessief-compulsieve en gerelateerde stoornissen?

A

Stoornissen waarbij verontrustende gedachten, beelden of driften het bewustzijn binnendringen, meestal vergezeld van repetitieve acties die worden uitgevoerd als reactie op een obsessie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn Depressieve stoornissen

A

Aandoeningen gekenmerkt door een droevige, lege of prikkelbare stemming, waaronder depressieve stoornis en dysthymie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn Bipolaire en gerelateerde stoornissen?

A

Aandoeningen die worden gekenmerkt door grote stemmingswisselingen, van depressie tot manie, waaronder bipolaire I-stoornis en bipolaire II-stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen?

A

Stoornissen op het schizofreniespectrum worden gekenmerkt door ongeorganiseerd denken en spreken, wanen, hallucinaties, ongeorganiseerd gedrag en afgeplat of ongepast affect. Een andere psychotische stoornis is waanstoornis, waarbij aanhoudende wanen gepaard gaan die niet gepaard gaan met andere verstoringen van gedachten of stemming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn Persoonlijkheidsstoornissen?

A

Aandoeningen met inflexibele, onaangepaste persoonlijkheidskenmerken. DSM-5 somt 10 specifieke typen op, zoals paranoïde persoonlijkheidsstoornis, narcistische persoonlijkheidsstoornis en vermijdende persoonlijkheidsstoornis, evenals ‘andere’ en ‘niet-gespecificeerde’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is Dissociatieve stoornissen?

A

Aandoeningen die worden gekenmerkt door verstoring van en/of discontinuïteit in de normale integratie van psychisch functioneren, waaronder een dissociatieve identiteitsstoornis (voorheen “meervoudige persoonlijkheidsstoornis” genoemd).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn Voedings- en eetstoornissen?

A

Aandoeningen gekenmerkt door extreem ondereten, te veel eten of zuiveren; door overmatige bezorgdheid over gewichtstoename; of door non-food items te eten. Voorbeelden zijn anorexia nervosa, boulimia nervosa en pica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn Stofgerelateerde en verslavende stoornissen?

A

Aandoeningen veroorzaakt door drugs zoals alcohol, cocaïne, opioïden en tabak die het beloningssysteem van de hersenen activeren; evenals niet-stofgerelateerde aandoeningen zoals gokverslaving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn Slaap-waakstoornissen

A

Aandoeningen die te maken hebben met slaapstoornissen, waaronder slapeloosheid, hypersomnolentiestoornis (overmatige slaperigheid) en narcolepsie (in slaap vallen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn Neurologische ontwikkelingsstoornissen

A

Vroeg ontwikkelende stoornissen, waaronder verstandelijke beperkingen, communicatiestoornissen (bijv. vertraagde taal, stotteren), autismespectrumstoornis, aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) en leer- en motorische stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat zijn Neurocognitieve stoornissen?

A

Denkstoornissen geassocieerd met hersenbeschadiging of disfunctie als gevolg van ziekten zoals de ziekte van Alzheimer, Parkinson of de ziekte van Huntington, of traumatisch hersenletsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is de diagnostische criteria die in de DSM-5 zijn gespecificeerd, voor anorexia nervosa? (4 punten)

A

(a) weigeren zijn lichaamsgewicht op of boven een voor leeftijd en lengte minimaal normaal gewicht te houden;
(b) een intense angst uiten om aan te komen of dik te worden;
(c) een verstoring vertonen in de beleving van haar of zijn eigen lichaamsgewicht of lichaamsvorm, een ongepaste invloed van lichaamsgewicht of lichaamsvorm op de zelfevaluatie vertonen, of de ernst van het huidige lage lichaamsgewicht ontkennen;
(d) als een postpuberale vrouw ten minste drie opeenvolgende menstruatieperioden heeft gemist (een aandoening die wordt veroorzaakt door een gebrek aan lichaamsvet).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is de ziekte van medische studenten?

A

wordt gekenmerkt door een sterke neiging om zich persoonlijk te verhouden tot, en de symptomen van een ziekte of aandoening die in een leerboek wordt beschreven, bij zichzelf te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is ADHD?

A

Gemeenschappelijk acroniem voor aandachtstekortstoornis/hyperactiviteitsstoornis, een vaak gediagnosticeerde stoornis bij kinderen, gekenmerkt door impulsiviteit en moeilijkheden om de aandacht op taken te concentreren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke 3 variaties beschrijft het DSM-5 van ADHD

A
  1. Het overwegend onoplettende type - wordt gekenmerkt door gebrek aan aandacht voor instructies, zich niet kunnen concentreren op schoolwerk of andere soortgelijke taken, en onvoorzichtigheid bij het voltooien van opdrachten.
  2. Het overwegend hyperactieve impulsieve type - wordt gekenmerkt door gedrag als friemelen, van de stoel gaan zonder toestemming, overmatig praten, anderen onderbreken en antwoorden eruit flappen voordat de vraag is voltooid.
  3. Het gecombineerde type, dat het meest voorkomt, - wordt gekenmerkt door beide reeksen symptomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

waar uit ADHD zich in de hersenen?

A

het gaat om tekorten in, of een langzamer dan gemiddelde mate van rijping van, de prefrontale kwabben van de cortex - een deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het concentreren van de aandacht op taken en het remmen van spontane activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat doet Methylfenidaat bij ADHD (Ritalin)

A

verhoogt de activiteit van de neurotransmitters dopamine en noradrenaline in de hersenen, en de effectiviteit ervan kan voortvloeien uit het vermogen om de neurale activiteit in de prefrontale cortex te stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is het Downsyndroom?

A

Een aandoening die het gevolg is van het hebben van een extra chromosoom 21, gekenmerkt door een specifieke reeks lichamelijke symptomen en een matige tot ernstige verstandelijke beperking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is De ziekte van Alzheimer

A

Een aandoening die voornamelijk voorkomt bij oudere volwassenen, gekenmerkt door progressieve verslechtering van het cognitief functioneren en de aanwezigheid van afzettingen in de hersenen die amyloïde plaques worden genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Risicofactoren voor de ziekte van Alzheimer (8 dingen)

A

Hoog cholesterolgehalte*

Hoge bloeddruk*

Sedentaire levensstijl*

Tabak gebruik*

Obesitas*

Boven de 50 zijn

Hoofd wond

Familiegeschiedenis van de ziekte van Alzheimer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat betekend episodisch?

A

dat het omkeerbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat zijn de drie categorieën oorzaken van psychische stoornissen?

A
  1. predisponerende
  2. precipiterende
  3. ( perpetuating). bestendigende oorzaken

predisposing, precipitating, and perpetuating - de drie P’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat zijn predisponerende oorzaken van een psychische stoornis?

A

Die aandoeningen die ruim voor het begin van een psychische stoornis aanwezig zijn en die de persoon vatbaar maken voor de stoornis. Ze kunnen genetische aanleg, ervaringen in de vroege kinderjaren en de sociaal-culturele omgeving waarin iemand zich ontwikkelt, omvatten.

Genetische overerving, schadelijke omgevingseffecten, vergiften (drugs, alcohol ect), geboorteproblemen, virussen en bacterien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat zijn Precipiterende oorzaken van psychische stoornissen?

A

De gebeurtenissen die het meest onmiddellijk een psychische stoornis veroorzaken bij een persoon die voldoende aanleg heeft voor de stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat zijn Precipiterende oorzaken van psychische stoornissen?

A

De gebeurtenissen die het meest onmiddellijk een psychische stoornis veroorzaken bij een persoon die voldoende aanleg heeft voor de stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat zijn Perpetuating oorzaken van psychische stoornissen?

A

Die gevolgen van een psychische stoornis - zoals de manier waarop andere mensen de persoon behandelen die hem heeft - die helpen de stoornis in stand te houden zodra deze begint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat zijn vier mogelijke manieren om sekseverschillen in de prevalentie van specifieke psychische stoornissen te verklaren?

A
  1. Verschillen in het melden of onderdrukken van psychische nood.
  2. De verwachtingen van clinici. (Wat komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, dat wordt sneller gediagnosticeerd)
  3. Verschillen in stressvolle ervaringen
  4. Verschillen in manieren om te reageren op stressvolle situaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is een obsessie?

A

is een verontrustende gedachte die herhaaldelijk het bewustzijn van een persoon binnendringt, ook al herkent de persoon het als irrationeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wat is een dwanghandeling?

A

is een zich herhalende handeling die gewoonlijk wordt uitgevoerd als reactie op een obsessie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat is een obsessief-compulsieve stoornis?

A

Een psychische stoornis die wordt gekenmerkt door een herhaalde, verontrustende, irrationele gedachte (de obsessie) die alleen (tijdelijk) kan worden beëindigd door een handeling uit te voeren (de dwang).

Een uur per dag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Hoe zijn obsessief-compulsieve stoornissen vergelijkbaar met fobieën?

A

in die zin dat het een specifieke irrationele angst met zich meebrengt. Het verschilt in de eerste plaats van een fobie doordat de angst bestaat voor iets dat alleen als een gedachte bestaat en alleen kan worden verminderd door een ritueel uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Welke soorten obsessies en dwanghandelingen komen het meest voor?

A

. De meest voorkomende obsessies hebben betrekking op ziekte, misvorming of overlijden, en de meest voorkomende dwanghandelingen zijn controleren of schoonmaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Welke delen van de hersenen zijn anders bij een een obsessief-compulsieve stoornis??

A

De hersengebieden die bijzonder betrokken lijken te zijn, omvatten delen van de frontale kwabben van de cortex en delen van het onderliggende limbische systeem en basale ganglia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

De DSM-5 omvat 6 aandoeningen waarbij blootstelling aan traumatische of stressvolle gebeurtenissen expliciet in de diagnose wordt vermeld, welke 6?

A
  1. twee kinderstoornissen, waarbij kinderen verwaarlozing, mishandeling of onvoldoende zorg hebben ervaren
  2. reactieve hechtingsstoornis, waarbij kinderen geremd zijn of zich emotioneel terugtrekken van hun verzorgers
  3. ongeremde sociale betrokkenheidsstoornis - waarbij kinderen te veel vertrouwd zijn met onbekende volwassenen
  4. acute stressstoornis - waarbij individuen pijnlijke herinneringen, een negatieve stemming, geheugenverlies en slaapstoornissen ervaren, naast andere symptomen die minstens 3 dagen aanhouden
  5. aanpassingsstoornis, waarbij individuen emotioneel leed ervaren dat niet in verhouding staat tot de ernst van de stressor als reactie op een herkenbare gebeurtenis, zoals een overlijden of het beëindigen van een romantische relatie
  6. posttraumatische stressstoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat is Posttraumatische stressstoornis (PTSS)

A

Een psychische stoornis die direct en expliciet verband houdt met een bepaald traumatisch incident of een reeks incidenten (zoals marteling) die de getroffen persoon heeft meegemaakt.

48
Q

PTSS wordt gekenmerkt door drie belangrijke symptomen

A
  1. oncontroleerbare herbeleving,
  2. verhoogde opwinding
  3. vermijding van traumagerelateerde stimuli.
49
Q

Mensen met PTSS vertonen ook tekorten in een aantal cognitieve vaardigheden, welke 6 dingen?

A
  1. snelheid van informatieverwerking
  2. werkgeheugen
  3. verbaal leren en geheugen
  4. remmende controle
  5. episodisch geheugen
  6. het voorstellen van toekomstige gebeurtenissen
50
Q

Waarom kunnen sommige mensen vatbaarder zijn voor PTSS dan andere mensen?

A

het vermogen te zijn om je emoties te reguleren (executieve functies)

51
Q

Wat is Stemming?

A

verwijst naar een langdurige emotionele toestand die veel, zo niet alle aspecten van iemands denken en gedrag kleurt.

52
Q

Wat zijn depressieve stoornissen,?

A

de klasse van stemmingsstoornissen die wordt gekenmerkt door langdurige of frequente aanvallen van depressie

53
Q

In de DSM-5 worden twee hoofdklassen van depressieve stoornissen onderscheiden?

A
  1. Een zware depressie wordt gekenmerkt door zeer ernstige symptomen die gedurende ten minste 2 weken in wezen zonder remissie aanhouden.
  2. Dysthymie, ook wel aanhoudende depressieve stoornis genoemd, wordt gekenmerkt door minder ernstige symptomen die minimaal 2 jaar aanhouden.
54
Q

Side note: Gegeneraliseerde angst treedt doorgaans op vóór het begin van een ernstige depressie

A
55
Q

Wat is de hopeloosheidstheorie, van depressie en heeft 3 kenmerken?

A

Dat depressie het resultaat is van een denkpatroon over negatieve gebeurtenissen

  1. Ervan uitgaande dat de negatieve gebeurtenis desastreuze gevolgen zal hebben
  2. Ervan uitgaande dat de negatieve gebeurtenis iets negatiefs over hem- of haarzelf weerspiegelt.
  3. De oorzaak van de negatieve gebeurtenis toeschrijven aan iets dat stabiel is (niet verandert) en globaal (in staat om veel toekomstige gebeurtenissen te beïnvloeden).
56
Q

Wat is rumineren?

A

Herhaaldelijk en passief focussen op symptomen van stress en op de mogelijke oorzaken en gevolgen van deze symptomen.

57
Q

Wat doet het gen (5-HTTLLPR)?

A

de effecten van de neurotransmitter serotonine in de hersenen verandert

dit gen in twee allelen voorkomt: een korte en een lange vorm.

58
Q

Side note; mensen met de korte versie van het 5-HTT-gen bijvoorbeeld meer kans op een depressie dan mensen met de lange versie, maar alleen als ze meerdere stressvolle gebeurtenissen in de kindertijd hadden meegemaakt.

A
59
Q

Alle medicijnen die regelmatig worden gebruikt om depressie te behandelen, hebben het effect dat ze de hoeveelheid of activiteit van een of beide van de twee neurotransmitters in de hersenen verhogen:

A

noradrenaline en serotonine

60
Q

Hoe kunnen volgens een nieuwe theorie stressvolle ervaringen de hersenen veranderen op een manier die depressie veroorzaakt?

A

Een huidige theorie, die verre van bewezen is, is dus dat depressie bij mensen ten minste gedeeltelijk het gevolg is van een door stress veroorzaakt verlies van neuronen of neurale verbindingen in bepaalde delen van de hersenen en dat herstel van depressie het gevolg is van hergroei in die hersengebieden

61
Q

Ernstige depressie en dysthymie worden soms, wat genoemd?

A

unipolaire stoornissen - omdat ze worden gekenmerkt door stemmingswisselingen in slechts één richting

62
Q

Wat is een bipolaire stoornis?

A

gekenmerkt door stemmingswisselingen in beide richtingen: neerwaarts in depressieve episodes en opwaarts in manische episodes.

63
Q

DSM-5 identificeert twee hoofdvarianten van bipolaire stoornissen?

A
  1. Bipolaire I-stoornis

2. bipolaire II-stoornis

64
Q

Wat is het Bipolaire I-stoornis?

A

is het klassieke type, gekenmerkt door ten minste één manische episode, al dan niet gevolgd door een depressieve episode.

65
Q

Wat is het Bipolaire II-stoornis?

A

wordt gekenmerkt door een minder extreem hoge fase, hypomanie genoemd in plaats van manie.

66
Q

Side note; Onderzoek met tweelingen en geadopteerden heeft aangetoond dat de aanleg voor een bipolaire stoornis sterk erfelijk is, meer dan unipolaire depressie of de meeste andere psychische stoornissen

Bipolaire stoornis kan, in tegenstelling tot unipolaire depressie, gewoonlijk worden gecontroleerd met regelmatige doses van het element lithium. Lithium lijkt vooral te werken door de overleving, ontwikkeling en functie van neuronen te bevorderen

A
67
Q

Hoe worden manische toestanden ervaren?

A

Manische episodes worden doorgaans gekenmerkt door expansieve, euforische gevoelens; verhoogd gevoel van eigenwaarde; verhoogde spraakzaamheid; verminderde behoefte aan slaap; en meer energie en enthousiasme, die kunnen worden gericht op een of meer grootse projecten of schema’s

Tijdens hypomanie en de vroege stadia van een manische episode, kunnen de hoge energie en het vertrouwen leiden tot een toename van productief werk, maar naarmate een manische episode vordert, wordt het beoordelingsvermogen steeds slechter en het gedrag steeds onaangepaster

sommigen ervaren het als een tijd van buitengewone prikkelbaarheid, achterdocht of destructieve woede

68
Q

wat is Schizofrenie

A

Een ernstige klasse van psychische stoornissen die wordt gekenmerkt door verstoorde waarnemings- en denkprocessen, vaak met inbegrip van hallucinaties en wanen.

dat schizofrenie een splitsing inhoudt tussen mentale processen als aandacht, perceptie, emotie, motivatie en denken, zodat deze processen relatief geïsoleerd van elkaar werken, wat leidt tot bizarre en ongeorganiseerde gedachten en acties

69
Q

Side note: Het manifesteert zich meestal voor het eerst in de late adolescentie of vroege volwassenheid, en de gemiddelde leeftijd voor de eerste diagnose is ongeveer 4 jaar later bij vrouwen dan bij mannen

Soms herstellen mensen volledig van schizofrenie, soms herstellen ze gedeeltelijk en soms verslechtert de stoornis gedurende het leven van de persoon.

A
70
Q

Voor de diagnose schizofrenie moet de persoon gedurende ten minste 1 maand twee of meer van de volgende vijf categorieën symptomen vertonen:

A
  1. gedesorganiseerde gedachten en spraak
  2. wanen
  3. hallucinaties
  4. grof ongeorganiseerd
  5. catatonisch gedrag en negatieve symptomen
71
Q

Wat houdt het symptoom ‘Ongeorganiseerd denken en spreken’ van schizofrenie in?

A

Veel mensen met schizofrenie vertonen spraakpatronen die een onderliggend tekort weerspiegelen in het vermogen om op een logische, coherente manier te denken

72
Q

Wat houdt het symptoom ‘Waanideeën’ van schizofrenie in?

A

Een waanvoorstelling is een valse overtuiging die wordt vastgehouden ondanks overtuigend bewijs van het tegendeel.

73
Q

Wat houdt het symptoom ‘hallucinaties’ van schizofrenie in?

A

zijn valse zintuiglijke waarnemingen - dingen horen of zien die er niet zijn. Veruit de meest voorkomende hallucinaties bij schizofrenie zijn auditief, meestal het horen van stemmen.

74
Q

Wat houdt het symptoom ‘Grof ongeorganiseerd gedrag’ van schizofrenie in?

A

Niet verwonderlijk, gezien hun problemen met gedachten en waarnemingen, gedragen mensen in de actieve fase van schizofrenie zich vaak op een zeer ongeorganiseerde manier

75
Q

Wat houdt het symptoom ‘Negatieve symptomen’ van schizofrenie in?

A
76
Q

Wat houdt het symptoom ‘Ongeorganiseerd denken en spreken’ van schizofrenie in?

A
77
Q

Side note: Hallucinaties en wanen werken meestal samen om elkaar te ondersteunen. Een man die bijvoorbeeld een waan van vervolging heeft, kan herhaaldelijk de stem van zijn vervolger horen die hem beledigt of bedreigt.

A
78
Q

Side note: Hallucinaties en wanen werken meestal samen om elkaar te ondersteunen. Een man die bijvoorbeeld een waan van vervolging heeft, kan herhaaldelijk de stem van zijn vervolger horen die hem beledigt of bedreigt.

A
79
Q

Wat is katatonisch gedrag?

A

gedrag dat niet reageert op de omgeving

kan sprake zijn van opgewonden, rusteloze motorische activiteit die niet zinvol op de omgeving is gericht

80
Q

Wat wordt catatonische stupor?

A

het kan een volledig gebrek aan beweging inhouden gedurende lange perioden

81
Q

Wat zijn de zogenaamde negatieve symptomen van schizofrenie?

A

symptomen die gepaard gaan met een gebrek aan of vermindering van verwacht gedrag, gedachten, gevoelens en driften

Ze omvatten een algemene vertraging van lichamelijke bewegingen, spraakgebrek (langzame, moeizame, niet-spontane spraak), afgeplat affect (vermindering van of afwezigheid van emotionele expressie), verlies van basale driften zoals honger, verlies van het plezier dat normaal gesproken voortkomt uit het vervullen van driften en sociale terugtrekking

82
Q

Hoewel je zou verwachten dat catatonische stupor wordt opgenomen in de categorie negatieve symptomen, is dit meestal niet het geval, waarom?

A

omdat wordt aangenomen dat de stupor actief wordt gehandhaafd.

83
Q

Wat voor stoornis is Schizofrenie?

A

een cognitieve stoornis, veroorzaakt door schadelijke veranderingen in de hersenen

Ze presteren bijzonder slecht bij taken die langdurige aandacht vereisen of alleen reageren op relevante informatie terwijl ze irrelevante informatie negeren

84
Q

Wat is de dopaminetheorie van schizofrenie?

A

de theorie dat schizofrenie voortkomt uit te veel activiteit in hersensynapsen waar dopamine de neurotransmitter is.

Een belangrijke tekortkoming in de theorie is dat het de negatieve symptomen van schizofrenie niet verklaart, die niet goed worden behandeld door geneesmiddelen die uitsluitend op dopamine werken en die doorgaans niet worden verergerd door geneesmiddelen die de werking van dopamine versterken

84
Q

Wat is de dopaminetheorie van schizofrenie?

A

de theorie dat schizofrenie voortkomt uit te veel activiteit in hersensynapsen waar dopamine de neurotransmitter is.

Een belangrijke tekortkoming in de theorie is dat het de negatieve symptomen van schizofrenie niet verklaart, die niet goed worden behandeld door geneesmiddelen die uitsluitend op dopamine werken en die doorgaans niet worden verergerd door geneesmiddelen die de werking van dopamine versterken

85
Q

Side note: Moderne theorieën suggereren dat schizofrenie mogelijk gepaard gaat met ongebruikelijke patronen van dopamine-activiteit. Overactiviteit van dopamine in een bepaald deel van de hersenen, vooral in de basale ganglia, kan de positieve symptomen van schizofrenie bevorderen, en onderactiviteit van dopamine in de prefrontale cortex kan de negatieve symptomen bevorderen

A
86
Q

Wat is Glutamaat?

A

is de belangrijkste prikkelende neurotransmitter bij snelle synapsen in de hersenen

87
Q

Wat betekend predispositie?

A

aanleg voor iets hebben

88
Q

Wat betekend geringere?

A

minder

89
Q

wat betekend index cases (indexgevallen)

A

het identificeren van een groep mensen

90
Q

wat betekend concordantie voor de stoornis?

A

in gedragsgenetisch onderzoek, een index van erfelijkheid die wordt gevonden door een reeks individuen te identificeren die een bepaalde eigenschap of stoornis hebben en vervolgens het percentage van een specifieke klasse van hun familieleden (bijv. identieke tweelingen) te bepalen die dezelfde eigenschap of stoornis hebben.

91
Q

side note: Meer recentelijk is veel onderzoek gericht geweest op het identificeren van individuele genen die bijdragen aan de ontwikkeling van schizofrenie. Er lijken veel verschillende genen bij betrokken te zijn, en geen enkel gen of een kleine reeks genen kan verantwoordelijk zijn voor de meeste genetische invloed bij grote groepen mensen met schizofrenie (Bertram, 2008). In overeenstemming met de huidige chemische theorieën over schizofrenie, is bekend dat ten minste enkele van de geïdentificeerde genen de neurotransmissie van dopamine beïnvloeden, en van sommige is bekend dat ze de neurotransmissie van glutamaat beïnvloeden

A
92
Q

Naast genen wat heeft nog meer de oorzaak van schizofrenie?

A

gedeelde prenatale omgevingen.

93
Q

Welke soorten vroege verstoringen van de hersenontwikkeling zijn geïmpliceerd als predisponerende oorzaken van schizofrenie? (4 dingen)

A
  • ondervoeding
  • Prenatale virale infecties (bv rodehond)
  • geboortecomplicaties
  • hoofdletsel later in de kindertijd, vóór de leeftijd van 10 jaar,
94
Q

Wat zijn predisponerende effecten?

A

Van te voren, dus voor de geboorte.

95
Q

Welk bewijs suggereert dat de gezinsomgeving schizofrenie kan bevorderen, maar alleen bij degenen die genetisch vatbaar zijn voor de stoornis?

A

De resultaten suggereren dat een mate van ongeordende communicatie thuis die de meeste kinderen niet schaadt, schadelijke effecten kan hebben op degenen die genetisch vatbaar zijn voor schizofrenie.

96
Q

Wat betekend prevalentie?

A

het aantal zieken

97
Q

schizofrenie laat een aanzienlijke interculturele consistentie zien, welke twee verassende conclusies kwam ze op?

A

Ten eerste bleek een vrij hoog percentage mensen, op alle locaties, te herstellen van schizofrenie;

ten tweede was het hersteltempo groter in de ontwikkelingslanden dan in de ontwikkelde landen

98
Q

Wat zijn enkele mogelijke verklaringen voor de intercultureel verschil in herstel van schizofrenie? (3
punten)

A
  • meer aan onderlinge afhankelijkheid en familiebanden wat ertoe kan leiden dat ze zich minder wrokkig en meer koesterend voelen tegenover een familielid dat extra zorg nodig heeft
  • Mensen in ontwikkelingslanden noemen de stoornis ook minder snel ‘schizofrenie’ of beschouwen het als permanent, en noemen het eerder ‘een geval van zenuwen’, wat meer goedaardig klinkt en het verbindt met ervaringen die iedereen heeft gehad.
  • Ten slotte zijn in minder geïndustrialiseerde landen mensen met schizofrenie beter in staat om een ​​economisch nuttige rol te spelen.
  • weinig medicijnen, wat herstel kan tegenhouden.

Minder gestigmatiseerd, minder afgesneden van de normale gang van zaken en beter verzorgd door naaste familieleden en buren kan de kans op herstel vergroten

99
Q

Waardoor wordt schizofrenie veroorzaakt?

A

De aandoening wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische aanleg, vroege fysieke verstoringen van de normale hersenontwikkeling en stressvolle levenservaringen

Als de stoornis eenmaal begint, kan de stoornis zelf effecten hebben die de stoornis verlengen, in ieder geval gedeeltelijk afhankelijk van hoe familieleden en anderen in de gemeenschap reageren.

Verontrustende effecten van de aandoening zelf, of van de reacties van anderen erop, kunnen een verdere achteruitgang van de hersenen en een meer chronisch beloop van de aandoening veroorzak

100
Q

Wat is een persoonlijkheidsstoornis?

A

Stabiel gedragspatroon dat iemands zelfgevoel, doelen en vermogen tot empathie en/of intimiteit schaadt en gepaard gaat met aanzienlijke stress en handicaps.

Maar wat gebeurt er als iemands persoonlijkheid buiten het normale bereik valt, wanneer iemands dagelijkse manier van omgaan met andere mensen als “vreemd” of extreem wordt beschouwd? Het resultaat is een persoonlijkheidsstoornis

101
Q

Welke 10 persoonlijkheidsstoornissen zijn er?

onverdeeld in 3 clusters

A

cluster A (paranoïde, schizoïde en schizotypisch)

Cluster B (asociaal, borderline, theatraal en narcistisch);

Cluster C (vermijdend, afhankelijk en obsessief-compulsief).

102
Q

Wat 3 zitten er in cluster A

A

paranoïde, schizoïde en schizotypisch

103
Q

Wat is Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen zeer wantrouwend zijn tegenover andere mensen en hun motieven wantrouwen.

Tussen 0,5% en 3% van de volwassenen vertoont deze aandoening, en het lijkt vaker voor te komen bij mannen dan bij vrouwenWa

103
Q

Wat is Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen zeer wantrouwend zijn tegenover andere mensen en hun motieven wantrouwen.

Tussen 0,5% en 3% van de volwassenen vertoont deze aandoening, en het lijkt vaker voor te komen bij mannen dan bij vrouwenWa

103
Q

Wat is Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen zeer wantrouwend zijn tegenover andere mensen en hun motieven wantrouwen.

Tussen 0,5% en 3% van de volwassenen vertoont deze aandoening, en het lijkt vaker voor te komen bij mannen dan bij vrouwen

104
Q

Wat is een Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen weinig emoties vertonen, zowel positief als negatief, en sociale relaties vermijden, de voorkeur aan geven alleen te zijn.

Deze aandoening is relatief zeldzaam en komt voor bij minder dan 1% van de mensen in de bevolking

105
Q

Wat is een Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen extreme ongemakken vertonen in sociale situaties, vaak bizarre denk- en waarnemingspatronen en excentriciteiten in het gedrag.

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis komt voor bij ongeveer 2 tot 4% van alle mensen en komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen

106
Q

Wat 4 zitten er in cluster B?

A

asociaal, borderline, theatraal en narcistisch

Dit cluster omvat vier voorbeelden, waarbij de gemeenschappelijke link is dat personen met deze stoornissen zeer emotioneel, dramatisch of grillig gedrag vertonen dat het voor hen moeilijk maakt om stabiele, bevredigende relaties te hebben.

107
Q

Wat is een Antisociale persoonlijkheids stoornis?

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen consequent de rechten van anderen schenden of negeren. Mensen met deze aandoening worden soms sociopaten of psychopaten genoemd, soms psychopathie genoemd

In feite wordt geschat dat ongeveer 30% van de mensen in de gevangenispopulatie voldoet aan het diagnosecriterium voor antisociale persoonlijkheidsstoornis. In de bredere populatie wordt geschat dat tussen de 3 en 3,5% van de mensen in de Verenigde Staten een antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft, wat ongeveer vier keer vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen

108
Q

Wat is een Borderline persoonlijkheidsstoornis?

A

Een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door instabiliteit, ook in emoties - in- en uitzwaaien van extreme stemmingen en zelfbeeld - die vaak dramatische veranderingen in identiteit, doelen, vrienden en zelfs seksuele geaardheid vertoont.

109
Q

Wat is een Histrionische persoonlijkheidsstoornis?

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen voortdurend proberen het middelpunt van de aandacht te zijn, zich gedragen alsof ze altijd ‘op het podium’ zijn, met behulp van theatrale gebaren en maniertjes; ze worden vaak beschreven als ‘emotioneel geladen’ en vertonen overdreven stemmingen en emoties.

110
Q

Wat is een Narcistische persoonlijkheidsstoornis?

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen egocentrisch zijn, bewondering van anderen zoeken, een gebrek aan empathie hebben, groots zijn en vertrouwen hebben in hun eigen uitzonderlijke talenten of kenmerken

Geschat wordt dat ongeveer 1% van de mensen in de bevolking een narcistische persoonlijke stoornis vertoont, waarvan 75% mannen

111
Q

Welke 3 horen er in cluster C?

A

vermijdend, afhankelijk en obsessief-compulsief

De rode draad voor deze laatste cluster van persoonlijkheidsstoornissen is angst en paniek. Mensen met angstige persoonlijkheidsstoornissen hebben veel gemeen met mensen die lijden aan depressie en angststoornissen; het verschil is er een van graad

112
Q

Wat is een Vermijdende persoonlijkheidsstoornis?

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen extreem verlegen, ongemakkelijk en geremd zijn in sociale situaties. Ze voelen zich ontoereikend en zijn extreem gevoelig om geëvalueerd te worden en zijn bang voor kritiek.

Ongeveer 1 tot 2% van de mensen in de bevolking lijdt aan deze aandoening, mannen en vrouwen met vergelijkbare frequentie

113
Q

Wat is een Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis?

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen een extreme behoefte aan zorg tonen. Ze zijn aanhankelijk en zijn bang om gescheiden te worden van belangrijke mensen in hun leven, omdat ze denken dat ze niet voor zichzelf kunnen zorgen.

114
Q

Wat is een Obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis?

A

Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen gepreoccupeerd zijn met orde en controle, en daardoor inflexibel zijn en weerstand bieden aan verandering.