Hoofdstuk 14 - Paragraaf 14.5 - 14.13 Flashcards

1
Q

Wat is ‘major depressive disorder’?

A

Een stoornis die wordt gekenmerkt door ernstige negatieve stemmingen of een gebrek aan interesse in normaal plezierige activiteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ‘persistent depressive disorder’?

A

Een vorm van depressie die niet ernstig genoeg is om als depressieve stoornis te worden gediagnostiseerd, maar wel langer aanhoudt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar staat ‘SSRIs’ voor?

A

Selective serotonin reuptake inhibitors.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is ‘learned helplessness’?

A

Een cognitief model van depressie waarbij mensen zich niet in staat voelen de gebeurtenissen in hun leven onder controle te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is ‘bipolar I disorder’?

A

Een stoornis die wordt gekenmerkt door extreem verhoogde stemmingen tijdens manische episoden en vaak depressieve episoden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is ‘bipolar II disorder’?

A

Een stoornis die wordt gekenmerkt door afwisselende perioden van extreem depressieve en licht verhoogde stemmingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is ‘schizophrenia’?

A

Een psychische stoornis die wordt gekenmerkt door veranderingen in gedachten, percepties of bewustzijn resulterend in psychose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen positieve en negatieve symptomen?

A

Positief = symptomen die wel aanwezig zijn in schizofrenie, en normaal niet (hallucinaties, gedesoriënteerde bewegingen etc.)
Negatief = symptomen die in schizofrenie niet aanwezig zijn, en normaal wel (empathie, emotie, snelle bewegingen etc.).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn ‘delusions’?

A

Valse overtuigingen gebaseerd op onjuiste interpretaties over de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn ‘hallucinations’?

A

Valse zintuigelijke waarnemingen die zonder externe bron worden ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is ‘disorganized speech’?

A

Onsamenhangende spraakpatronen waarbij vaak van onderwerp wordt gewisseld en vreemde of ongepaste dingen worden gezegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is ‘disorganized behavior’?

A

Op vreemde of ongewone manieren handelen, waaronder vreemde bewegingen van de ledematen, bizarre spraak en ongepaste zelfzorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een ‘obsessive-compulsive disorder (OCD)’?

A

Een stoornis die wordt gekenmerkt door frequente opdringerige gedachten en dwangmatige handelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ‘anorexia nervosa’?

A

Een eetstoornis die wordt gekenmerkt door overmatige angst om dik te worden en daardoor de energie-inname te beperken om een aanzienlijk laag lichaamsgewicht te verkrijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is ‘bulimia nervosa’?

A

Een eetstoornis die wordt gekenmerkt door de afwisseling van diëten, eetbuien en purgeren (zelf opgewekt braken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is ‘binge-eating disorder’?

A

Een eetstoornis die wordt gekenmerkt door eetbuien die aanzienlijk leed veroorzaken.

17
Q

Wat is ‘addiction’?

A

Een gedragsstoornis waarbij het gebruik van een middel voortduurt ondanks de negatieve gevolgen en de wens om te stoppen.