Hoofdstuk 14 - Paragraaf 14.14 - Einde Flashcards
Wat is een ‘trauma’?
Een langdurige psychologische en fysiologische reactie op een verontrustende gebeurtenis, vaak een die de overtuigingen van de persoon over de wereld diepgaand schendt.
Wat is ‘posttraumatic stress disorder (PTSD)’?
Een stoornis die gepaard gaat met frequente nachtmerries, opdringerige gedachten en flashbacks die verband houden met een eerder trauma.
Wat zijn ‘dissociative disorders’?
Stoornissen waarbij de identiteit, het geheugen of het bewustzijn verstoord zijn.
Wat is ‘borderline personality disorder’?
Een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door stoornissen in de identiteit, het affect en de impuls beheersing.
Welke drie clusters in persoonlijkheidsstoornissen zijn er in de DSM-5?
- Paranoid, schizoid en schizotypal
(Oneven of excentrisch gedrag) - Histrionic, narcissistic, borderline, antisocial
(Dramatisch, emotioneel of grillig gedrag) - Avoidant, dependent, obsessive-compulsive
(Angstig gedrag)
Wat is ‘antisocial personality disorder’?
Een persoonlijkheidsstoornis waarbij mensen sociaal ongewenst gedrag vertonen, hedonistisch en impulsief zijn en geen empathie hebben.
Wat is ‘autism spectrum disorder’?
Een ontwikkelingsstoornis die wordt gekenmerkt door verminderde communicatie, beperkte interesses en tekorten in sociale interactie.
Wat is een ‘attention-deficit/hyperactivity disorder (ADHD)’?
Een stoornis die wordt gekenmerkt door rusteloosheid, onoplettendheid en impulsiviteit.