Hoofdstuk 14 Flashcards
sociale druk
de complete set van psychologische druk die we ondervinden door andermans meningen, voorbeelden, verwachtingen en eisen, echt of ingebeeld.
social facilitation
het versterkende effect van een publiek bij het uitvoeren van een taak.
sociale interference
een vermindering van het uitvoeren van de taak doordat er een publiek aanwezig is.
–> angst voor evaluatie/oordelen zorgt voor verminderen uitvoeren taak.
explain the presence of others on social facilitation and interference - Zajonc.
andere mensen aanwezig–> drive and arousal verhoogd –>
- verbeterde resultaten bij dominante responses (social facilitation)
- slechtere resultaten bij niet dominante responses (sociale interference)
chocking under pressure
als taken sterk afhankelijk zijn van het werk geheugen (deel van de hersenen dat bewuste aandacht controleert en behoudt van informatie die nodig is om een probleem op te lossen)
–> niet dominante taken vragen veel van het werk geheugen, door angsten en druk kunnen er veel onnodige/afleidende gedachten zijn, waardoor er een overload van het werkgeheugen ontstaat.
stereotype threat (dreiging)
een angstig gevoel dat test makers ervaren als ze worden herinnerd aan dat hun groep volgens het stereotype slecht presteert in de test.
–> self fulfilling prophecy: de verwachting dat je slecht presteert zorgt er juist voor dat je slecht presteert.
impression management
alle manieren waarmee mensen bewust en onbewust hun gedrag aanpassen om de indrukken van anderen te beïnvloeden.
–> sociale psychologen karakteriseren ons als acteurs, die een rol spelen, of politica die onze zelf en eigen agenda promoten.
informational influence
sociale invloed die werkt door het geven van aanwijzingen over de objectieve natuur van een gebeurtenis of situatie.
normative influence
een persoons verlangen om bij een groep te horen en goed gekeurd te worden door anderen.
ash klassieke conformity experiment
3 studenten, bevestigen welke lijn gelijk is aan de standaard lijn. Als andere 2 medeplichtigen studenten expres het anderen antwoord gaven. Werd er 37% van de tijd een bevestigend verkeerd antwoord gegeven. Ondanks dat het overduidelijk was welke lijn gelijk was.
–> later experiment liet zijn dat het om normatieve invloed ging. Als het niet hard op hoefde gezegd te worden daalde het foute antwoord cijfer drastisch.
–> invloed alleen bij uniforme beslissing. Als er andere ook oneens waren, vaker het juiste antwoord gegeven. Minder angst om er niet bij te horen.
order/disorder condition
in een ordelijke situatie minder criminaliteit, afval etc tov een niet ordelijke situatie.
the passive bystander effect
in een nood situatie is het waarschijnlijker dat als er slecht 1 persoon is dat deze te hulp schiet. Dan als er 2 personen zijn. Mensen zijn dat meer bezig met hoe de andere persoon over hun denkt. En waarom deze niet te hulp schiet.
group polarization
als een groep niet gelijk verdeeld is in mening, dan zal de meerderheid juist extremer neigen naar hun eigen mening. Bij gelijke verdeeldheid komt er sneller een compromis.
verklaringen voor groep polarisatie
- informatieve invloed: mensen zeggen vaker de pro mening dan de tegen mening. Mensen horen dus vaker de voor argumenten. En hun mening wordt dus nog meer versterkt.
- normatieve: mensen willen graag bij de groep horen, dus zullen meer meegaan in de mening om er bij te horen.
one-upmanship hypothese
onderling in de groep is er een competitie wie de sterkste voorstander is –> daardoor wordt de mening van mensen extremer.