Hoofdstuk 12 Flashcards
Harlow experiment - band
jonge apen binnen meer aan de surrogaat moeder met stof dan de moeder die voedt.
Bowlby experiment - hechtingsgedrag
babies laten ook hechtingsgedrag zien. –> als baby 6-8 maanden is en gaat bewegen wordt het gedrag groter –> meer gevaar voor het kind. Dus meer bewegen en drive voor betere band gaan tegelijkertijd omhoog.
stange-situation test
kind gaat met moeder en onbekende in kamer. moeder en dan onbekende gaan weg –> comfort level gemeten.
3 types attachement:
- securly (veilige) binding –> worden verdrietig als moeder weg gaat, maar voelen veilig zolang de moeder er nog is.
- avoidant (ontwijkend) binding –> ontwijkt moeder
- anxious (angstige) binding –> veel huilen en kan niet getroost worden.
sensitive care
regelmatig contact van comfort, snelle reactie en helpen bij signalen van disstress en interactie met de baby op een emotionele synchronische manier.
genotype invloed op binden
bij genotype ll –> snelle serotonine opname, geen verschil in bindings gevoeld bij sensitive of insensitive zorg.
–> bij heterozygoot wel.
welke zorg zorgt voor positief gedrag op latere leeftijd?
goede band met zorgvragers en goede kwaliteit dag opvang.
Welke verschillen zijn er in culturen in zorg?
- jagers families:
- Kung –> kind altijd bij de moeder en altijd voeden.
- -> weinig disstress
Door deze aanpak is er een sterke band van onderlinge afhankelijkheid en groepsloyaliteit. Er is relatief minder individuele afhankelijkheid.
prosocial gedrag
vrijwillig gedrag met de intentie om andere te laten profiteren.
welke drie stadia van ontwikkeling zag erikson?
- autonomy (zelf controle)
- initiative (bereidheid om acties te initiëren)
- industry (competentie in het vervullen van taken)
Wanneer wordt empathie ontwikkeld?
2e levensjaar; zorgt dat kinderen acties kunnen baseren op geven, helpen, delen en troosten gebaseerd op het begrijpen van de gevoelens en benodigdheden.
helpen kinderen
jonge kinderen zijn geprogrammeerd om te helpen, vanaf 12 maanden geven ze spontaan dingen aan anderen.
sociaal leren
vanaf 3 jaar kunnen kinderen in sociale context gedrag /acties kopiëren.
- -> ook over imitatie. De relevante en irrelevante acties worden gekopieerd.
- -> kinderen kunnen vaardigheden aan elkaar leren.
parentings style
the manier waarop ouders met hun kinderen samenwerken.
2 parameters:
- warmte
- controle
welke 4 ouderlijke stijlen zijn er? (Baumrind)
- authoritatrian
- authoitative
- permissive
- uninvolved (neglectful)
authoritatrian
lage warmte, hoge control. (gehoorzaamheid belangrijk)
–> kinderen lage zelf waarde, slecht presteren op school.