Hoofdstuk 11 Flashcards
welke drie stadia zijn er in prenatale ontwikkeling?
- zygotic (2 weken)
- embryotic (3-8 weken, ontwikkeling organen)
- fetal fases (8 tot einde)
tetragonese
omgeving effecten (drugs, stress) die gevaarlijk zijn voor de prenatale ontwikkeling.
cephalocaudale ontwikkeling
ontwikkeling is het snelste van de hoofdregio, later ontwikkeld het lichaam zich.
hoe is de ontwikkeling van menarche (eerste menstruatie) gegaan
tot jaren 1960 gedaald. Nu stabiel, alleen wel eerder borstontwikkeling en schaamhaar.
shared attention
gezamenlijke aandacht, een baby en volwassenen hebben samen aandacht voor een object.
sociale referentie
rond de tijd van kruipen of lopen, leren babies op de gezichtsuitdrukking van de volwassenen om een situatie in te schatten.
welke stappen zijn er voor babies in het ontdekken van de wereld:
- voorkeur nieuwe stimuli (habituation)
- sterke controle drive van omgeving
- 5-6 maanden, ontdekken met handen en ogen van objecten
- 6-12 maanden, shared attention en gaze staring. Gebruiken volwassenen als voorbeeld.
Verstand van core fysieke principes:
- begrijpen basis fysieke begrippen, omdat ze langer staren naar de onmogelijke gebeurtenissen dan de mogelijke.
- zoeken wat manuele beweging nodigt heeft komt pas later (Piaget’ verstopte object) –> betekend niet dat ze het niet begrijpen.
Piaget’s theorie
kinderen acties in de wereld zijn de driving force voor cognitieve ontwikkeling, er zijn schemes (blauwdrukken van acties in de hersenen)
little scientists.
–> spelen draagt bij aan ontdekken, niet aan repeteren van kennis.
–> Piaget onderschatte jonge kinderen en overschatte de mogelijkheden van oudere kinderen en adolescenten.
welke twee complementaire processen droegen bij aan ontwikkeling van schemes volgens Piaget?
- assimilatie
- accomodatie
assimilatie
proces waarbij nieuwe ervaringen worden ingebracht in bestaande schemes.
–> een rekenmachine zal niet worden gebruikt om te rekenen, maar worden toegepast in het sabbel schema.
accomodatie
een nieuwe stimuli vereist het bestaande scheme uit te bereiden of aan te passen om het nieuwe object te accomoderen.
operations
omkeerbare acties, acties die ongedaan kunnen worden gemaakt door andere acties.
schemes
- operational schemes: blauwdrukken om na te denken over omkeerbaarheid acties.
- concrete-operationele schemes: helpt een kind nadenken over omkeerbare consequenties van acties en daardoor een basis creëren voor het begrijpen van fysieke principes (oorzaak gevolg relaties)
- formale-operationele schemes: abstracte principes die kunnen worden toegepast op een grote variatie in objecten, substanties en situaties –> persoon kan theoretisch nadenken over acties die niet eens uitgevoerd kunnen worden.
welke vier stadia erkent Piaget?
- sensorimotor (geboorte tot 2 jaar)
- preoperation: (2-7 jaar)
- concrete operation (7-11 jaar)
- formal operations (11-16 jaar)