Hoofdstuk 11 Flashcards

1
Q

Welke 2 woorden kenmerken de aard van groei tijdens schooltijd?

A

langzaam en gestaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ossificatie?

A

Botten worden harder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is er verbeterd kwa grove motoriek tijdens de schooltijd?

A

Spiercoördinatie

Fietsen, schaatsen, zwemmen, touwtjespringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat veranderd er in de fijne motoriek tijdens de schooltijd?

A

Toename van myeline in de hersenen

Typen, aan elkaar schrijven, gedetailleerde tekenen.

6/7 jaar veters strikken
8 jaar beide handen gebruiken
11/12 jaar objecten hanteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom kan ondervoeding het cognitieve ontwikkeling beïnvloeden?

A

Omdat het nieuwsgierigheid, responsiviteit en motivatie om te leren afzwakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kan de oorzaak zijn van een groeiachterstand?

A

ondervoeding, stress, misbruik of verwaarlozing. of een groeistoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe heten de twee syndromen dat een groeihormoontekort veroorzaakt?

A
  1. Prader-Willisyndroom

2. Turner-syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke ziekte loopt een zwaarlijvig kind tegen aan?

A

Diabetes, hart- en vaatziekten en kanker.

slecht school prestaties, laag zelfbeeld, psychische problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt obesitas veroorzaakt?

A

door een combinatie van genen en sociale factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is astma?

A

chronische aandoening die wordt gekenmerkt door periodieke aanvallen van piepend ademhalen, hoesten en kortademigheid.

5 - 10 %

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke factoren kunnen een astma-aanval uitlokken? (6 dingen)

A
  • luchtweginfectie (verkoudheid of griep)
  • Overgevoeligheid voor bepaalde stoffen
  • hooikoorts
  • stress
  • beweging
  • verandering temperatuur of luchtvochtigheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn psychosomatische klachten?

A

lichamelijke klachten waarbij psychische factoren een rol spelen.

40% 1 of 2 x per week

(slaapproblemen, hoofdpijn, buikpijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is somatoforme stoornis?

A

een psychische aandoening waarbij een persoon langdurig psychosomatsche klachten heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe groot is de kans om slachtoffer te worden van een verkeersongeval in de leeftijd van 5 tot 14?

A

60%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een visuele beperking?

A

Als iemand niet of slecht kan zien.

  • Normaal is 140 graden
  • Slechtziend: 30%, 30 graden
  • Maatschappelijk blind: minder dan 5%, 10 graden. licht/donker zien
  • Blind: helemaal niets, ook geen licht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een auditieve beperking?

A

probleem met het gehoor, zoals slechthorendheid of doofheid

17
Q

Wat is een cochleaire implantaat (CI)?

A

Een gehoorapparaat dat de functie van het slakkenhuis overneemt en geluiden niet harder maakt, zoals een gewoon gehoorapparaat, maar het geluid omzet in signalen, die naar de gehoorzenuw worden gestuurd.

18
Q

Wat is een spraakstoornis?

A

spraak die zozeer van de spraak van anderen afwijkt dat communicatie moeilijk wordt of de spreker onaangepast gedrag gaat vertonen.

19
Q

Wat zijn 2 veel voorkomende spraakstoornissen?

A
  1. Articulatiestoornis - klanken worden vervormd, vervangen of weggelaten. (lispelen,slissen, neusspraak)
  2. stotteren
20
Q

Wat is een taalontwikkelingsstoornis?

A

Stoornis waarbij een afwijkende ontwikkeling van het begrip of de productie van een gesproken, geschreven en/of andere symboolsysteem optreed

21
Q

Wat is ADHD (attention deficit hyperactivity disorder)

A

Een gedragsstoornis, gekenmerkt door gebrek aan aandacht, impulsiviteit en een lage tolerantiedrempel voor frustraties en overbeweeglijkheid.