Hoofdstuk 10 Flashcards

1
Q

Wat zijn koolhydraten?

A

sachariden/suikers, geen hydraten, polyhydroxy-aldehyden of polyhydroxy-ketonen, belangrijkste E-bron organismen en bouwmateriaal planten
glucose = C6H12O6, gevormd door fotosynthese (niet vergeten dat men D/L nomenclatuur gebruikt want biochemisch terrein)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ziet de structuur van koolhydraten eruit?

A

koolstofketen waarbij elke C 4 verschillende substituenten bevat, afgesproken in fischerprojectie horizontaal staat naar voor, bovenaan staat keton of aldehyde
er zijn verschillende soorten koolhydraten:
monosachariden: aldosen of ketosen respectievelijk afkomstig van aldehyde of keton
disachariden: 2 monosacharide-eenheden, door hydrolyse splitsen in 2 monosachariden
oligosachariden: lineaire ketens 3 tot 10 monosachariden, polyfunctioneel, naast OH-groepen ook aldehydefunctie (aldosen) en ketonfunctie (ketosen)
polysachariden: polymeren van mono- en disachariden (meer dan 10 mono), uit 1 bepaalde soort (homo-polysachariden) of uit meerdere soorten (heteromonosachariden), niet oplosbaar in water itt mono en disachariden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is mutarotatie?

A

het geleidelijk veranderen van specifieke rotatie tot evenwicht door oplossen in water van open-keten glucose –> vorming van hemi-acetaal: reactieproduct alcohol en aldehyde waardoor er alfa en beta cyclische structuur en open keten worden gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bepaal je de stereochemie in koolhydraten?

A

D/L nomenclatuur meest onderste asym. centrum:
OH groep staat rechts –> D-sacharide
OH groep staat links –> L-sacharide
zijn spiegelbeeld van elkaar
cyclische koolhydraten: D/L nog steeds van tel maar anomeren komen erbij kijken
verschil op C-atoom dat in open keten het carbonyl/koolstofatoom was –> alfa of beta
alfa: OH naar onder, komt minder voor door meer sterische hinder
beta: OH naar boven, komt meer voor door minder sterische hinder
zie p. 7 meer uitleg + figuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bepaalt de stabiliteit van cyclische koolhydraten?

A

de conformatie en in hoeverre er spanning optreedt bij die conformatie. bij glucose staan er erg veel OH groepen equatoriaal in de stoelconformatie, bij beta-D-glucose staan zelfs alle OH groepen equatoriaal waardoor het een erg stabiele conformatie is want is er heel weinig spanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn disachariden en hoe gebeurt de binding tussen twee monosachariden?

A

disachariden: twee monosacharide-eenheden, opgesplitst door hydrolysereactie
vorming disacharide: hemi-acetaalgroep ene monosacharide reageert met alcoholgroep andere monosacharide mb een glycosidische binding ter vorming van O die beide ringstructuren aan elkaar binden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn polysachariden?

A

polysachariden: polymeren van mono of disachariden (meer dan 10) 2 mogelijkheden: homo-polysacharide (1 soort monomeereenheden
hetero-polysacharide (meerdere soorten)
niet oplosbaar
ook voorkomen van glycosidische bindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn aldosen?

A

monosachariden met aldehyde als karakteristieke groep
kleinste aldose = glyceraldehyde (aldotriose want 3 C atomen, 1 asym. 2mog. (D&L))
verder heb je nog aldotetrose (4C, 2 asym., 4 mog. 2D&L), aldopentose (5C, 8mog, 4D&L) en aldohexose (6C, 16mog, 8*D&L)
zie p. 5 slides voor meer info
epimeren: speciaal geval diastereo-isomeren, configuratie verschilt in slechts 1 C als deze configuratie op positie 2 gebeurt noemt dit C-2 epimeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn ketosen?

A

ketotriosen, ketotetrosen, ketopentosen, ketohexosen, C met keton laagste nr (dus 2)
kleinste ketose = dihydroxyaceton (geen asym. C) dus slechts 8 optische stereo-isomeren (4D en 4L)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn glycosiden?

A

het substituent dat gevormd werd door een verdere reactie van hemiacetaal en een alcohol, deze binding noemt men de glycosidische binding zie p.11

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly