Hoofdstuk 1 : suppletie Flashcards

1
Q

Hoe is orthomoleculaire geneeskunde ontstaan ?

A

ontdekking dat voedingstekorten of tekorten aan voedingstoffen leiden tot ziektebeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke invloed heeft een hoge dosis vit D3 ?

A

Abram Hoffer : vit D3 verlaagt cholesterol , verlaagt schizofrenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent inborn error of metabloism ?

A

Dat het lichaam bepaalde stoffen niet zelf kan aan maken (bv vit C)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verband tussen stress en vit C?

A

Strees verlaagt vit C enorm . ( Irena Stone)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie bedacht de term orthomoleculair ?

A

Linus Pauling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent biochemische individualiteit ?

A

Dat er geen gemiddelde mens bestaat qua behoefte voedingstoffen of dagelijkse hoeveelheid die ze nodig hebben. elk mens is uniek .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is orthomoleculaire geneeskunde ?

A

ortho = goed = behandeling waar er een optimale moleculaire omgeving aan de organen wordt voorzien , gericht op de optimale hoeveelheid en aanwezige stoffen die het lichaam nodig heeft om optimaal te functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de basisprincipes van orthomoleculaire geneeskunde ?

A
  1. absolute en marginale tekorten aan voedingstoffen leiden tot ziektebeelden
  2. preventie via suppletie
  3. herstel en genezing via suppletie
  4. orthomoleculaire aanbevolen hoeveelheden
  5. biomedisch uniek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat bedoelt men met lichaamseigen stoffen ?

A

Stoffen die het lichaam herkent ( macronutrienten, micronutrienten , zonlicht …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat bedoelt men met lichaamsvreemde stoffen ?

A

Stoffen die het lichaam niet kent ( straling, stress, toxines, medicijnen, drugs, alcohol , roken ,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn inter individuele behoeften , wat zijn intra individuele behoeften ?

A
  1. Inter = de stoffen die een individu nodig heeft afhankelijk van de genetische aanleg
  2. stoffen die een individu nodig heeft afhankelijk van leefstijl , leefomstandigheden en leefomgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kan de leefomgeving invloed hebben op de behoefte aan voedingstoffen ?

A

Stad, vervuiling, straling, zon, lawaai, stilte, industrie, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan de leefstijl of individualiteit invloed hebben op de behoefte aan voedingstoffen ?

A

intensief sporten, stress, verarmde voeding, onregelmatig eetpatroon, menopauze, borstvoeding, ouderdom, adolescentie, roken , alcohol, medicijngebruik ,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke genetische factoren hebben invloed op behoefte aan voedingstoffen ?

A

huidskleur, geslacht, erfelijke aandoeningen, enzymentekorten, snelle of langzame stofwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is integratieve geneeskunde ?

A

De samenwerking tussen reguliere en orthomoleculaire geneeskunde
Holistische aanpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef de stadia van een ziekteproces

A

acuut stadia = lichaam kan zichzelf nog herstellen , mits get geven van rust en de nodige voedingstoffen
( koorts, grieperigheid, verkoudheid,…)
2. chronisch stadium = dat lichaam zich niet herstelt krijgt door bv onderdrukking van de symptomen door medicatie , verkeerde behandeling , niet behandelen, geen rust , geen voldoende voedingstoffen ,
(spijsverteringsproblemen, gewrichtsklachten, spierzwakte, spierpijnen, migraine, allergieën , ontstekingen, bronchitis , …)
3. depositie stadium = chronisch stadium dat blijft aanslepen en zich vast zet in het lichaam . Toxische stoffen stapelen zich op in de weefsels ( in de vetweefsels, gewrichten, spieren, organen, hersenen )
Dit geef tongeremde inflammatie ( longontsteking, jicht, overgewicht, insuline resistentie, …)
4. degeneratie stadium = geen herstel van het lichaam, verder beschadiging van de weefsels, verhoging inflammatie, oxidatie, toxificatie = herstel bijna nie tmeer mogelijk of heel moeilijk omkeerbaar
(artrose, diabetes, levercirose, alsheimer , …)
5.Profileratie = beschadigde cellen gaan zich vermenigvuldigen ( kanker, tumoren , ..)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe beïnvloed onze leefstijl en omgeving onze genen ?

A

Onze voeding en omgeving geven stoffen vrij die onze genexpressie beïnvloeden. Onze genen maken proteïnes die belangrijk zijn voor de opbouw van ons lichaam. als de genen beïnvloed worden door verarmde voeding en vervuiling dan vormen ze minder goede proteïnes en is er geen opbouw maar afbraak van het lichaam .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een charge nummer op een product ?

A

9 cijferige code om het product te traceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom zijn bio flavonoïden belangrijk in een vit C supplement ?

A

Ze versterken de antioxidante werking

ze beschermen de broze haarvaatjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een gebufferde vit C ?

A
  1. ascorbinezuur gebonden aan mineralen zoals calcium, magnesium , kalium en/of natrium bevat
  2. zorgt voor ontzuring en is vriendelijker voor maagwand
  3. is ook beter opneembaar , dus beter wanneer er hoge doseringen nodig zijn. Je hebt minder dosis nodig van vit C in de vorm van calciumascorbaat of magnesiumascorbaat , dan van ascorbinezuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is ascorbylpalmitaat ?

A
  1. is een vetoplosbare vorm van vit C . Vit c is gehecht aan een vetzuur palmitinezuur
  2. dit is de vorm van vit C die de oermens wss binnen kreeg via orgaanvlees
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de voordelen van ascorbylpalmitaat ?

A
  1. deze vorm kan doorheen de hersen barrière
    En zorgt hierdoor voor het neutraliseren van vrije radicalen in de hersenen.
  2. deze vorm zorgt dat vrij radicalen in de celmembramen worden geneutraliseerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een wateroplosbare vit C ?

A

ascorbinezuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is esther - vit C ?

A

Dit is vit C met mineralen als calcium of magnesium en de natuurlijke vit C metabolieten
Deze vorm geeft minder maagklachten en wordt beter opgenomen in de witte bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is Ce-Qure vitamine C ?

A

Dit is vitamine c in combinatie met plantaardig vet en Citrus flavonoïden die in de natuur ook altijd samen zijn met vit C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe kan je extra supplementeren met omega 3 ?

A

krilolie
algenolie
visolie
vlaszaadolie
perilla olie ( plataardige olie uit perilla zaden )
calanusolie ( olie afkomstig van kleine kreeftdiertjes)

27
Q

In welke voedingsmiddelen zit omega 3?

A

vette vis, algen

hennepzaad, lijnzaad, chiazaad

28
Q

Hoeveel omega 3 hebben we nodig per dag ter preventie ?

A

1 tot 3 gr / dag

29
Q

In welke weefsels slaat vis toxines op ?

A

In de spieren !

30
Q

Hoe toxisch zijn visolie supplementen ?

A

Als visolie gemaakt wordt uit lichaamscellen en niet uit levercellen van de vis , en als ze op de juiste manier gefabriceerd worden, bevatten ze geen toxines
in hoge mate ontgeurde en geraffineerde visolie bevat minste toxines
zuurstofvrije productie en geen hoge verhitting
best ook vit E toegevoegd aan de omega 3 ter neutralisatie van vrije radicalen

31
Q

In welke voeding zit vit D ?

A

vis , eieren

32
Q

Welke invloed heeft hoge dosering vit A op vit D ?

A

vermindert de activiteit van vit D

33
Q

Wat bedoelen we met breedspectrum preventie ?

A

Het implanteren van stoffen in onze voeding die een brede werking hebben in ons lichaam , gericht naar het vrijhouden van ziekten en degeneratieve ziekten:

  1. bescherming tegen vrije radicalen ( zorgen dat de cellen voldoende zuurstof krijgen )
  2. bevorderen van positieve genexpressie
  3. ondersteuning spijsvertering
  4. balans bloedsuikerspiegel
  5. beschermen tegen vorming van ontstekingen / inflammatie
  6. ondersteuning immuunsysteem
  7. optimale detoxificatie
  8. optimale energie vorming
34
Q

Welke voedingstoffen behoren tot dit breedspectrum ?

A

Macronutriënten, micronutriënten , fytonutrienten , prebiotica en probiotica , innerlijke balans, rust, beweging, stress balans

35
Q

Welke voeding is naast het breedspectrum nog extra belangrijk

A
  1. pre en probiotica
  2. enzymen
  3. Q10
  4. l-carnitine
  5. alfa liponzuur
  6. nAC ( n-acetylcysteïne)
36
Q

welke factoren hebben invloed op de darmflora van kinderen en volwassenen ?

A

overdreven hygiëne , keizersnede, koemelk ipv borstmelk , antibiotica

37
Q

Wat is de fctie van acetyl-l-carnitine

A
  1. transport van de vetzuren naar de mitochondriën
  2. vooral aanwezig in skeletspieren en hartspier
  3. ondersteunt hersenfunctie
  4. ondersteunt zenuwstelsel
  5. ondersteunt energieproductie in de cellen door vetverbranding
  6. ondersteunt lever, nieren, bloedvaten, hart, spieren, alvleesklier
  7. verbetert concentratie , geheugen en stemming
38
Q

Uit wat maakt het lichaam acetyl l carnitine ? Welke co factoren zijn hierbij nodig ?

A

Uit de aminozuren lysine en methionine

Go factoen vit C, ijzer, Vit B6, niacine

39
Q

Wat is N- acetyl- L cysteïne ?

A

Een zwalhouden aminozuur , dat aangemaakt wordt uit het aminozuur L- methionine

40
Q

Voor welk belangrijke stof is N-acetyl_ L cysteine een voorloperstof ?

A

voor glatathion = de belangrijkste intracellulire antioxidant

41
Q

Wat is alfa - liponzuur ?

A
  1. zwavelhouden vetzuur , zowel oplosbaar in vet als water ( door ringstructuur)
  2. bevind zich in alle cellen , met name in de mitochondriën
  3. essentieel voor gezonde energieproductie in de cellen
42
Q

Aan welke ziekten linken we een verstoord darmflora ?

A
  1. allergieën
  2. ontstekingen
  3. verzwakte weerstand
  4. psychologische aandoeningen
  5. insuline resistentie
  6. diabetes
43
Q

oorzaken van verstoorde darmflora ?

A
  1. te weinig vezels
  2. te veel dierlijke eiwitten
  3. te weinig micronutriënten
  4. vervuiling, toxische stoffen
  5. medicijn gebruik
    6.te veel bewegen
  6. te weinig bewegen
    8.chemotherapie
    9.straling
    10.gebrek aan maagzuur
  7. te weinig polyfenolen, flavonoïden
    te veel geraffineerde koolhydraten
44
Q

Wat zijn de gunstige effecten van probiotica ?

A
  • aanmaak goede bacteriën
  • versterken darmslijmvlies
  • aanmaak bioactieve stoffen
  • betere opname voedingstoffen
  • anti schimmel, bacterieel, viraal
  • betere vertering
  • houd pathologische bacteriën onder controle
  • anti candida
45
Q

welke lactobacillen verminderen lactose intolerantie ?

A

lactobacillus acidophilus

46
Q

welke lactobacillen helpen bij diarree ?

A

lactobacillus bulgarius

47
Q

In welk deel van de darm komen er veel lactobacillen voor ?

A

dunne darm

48
Q

Noem de verschillende lactobacillen !

A

Lactobacillus :

  • acidophilus
  • bulgarius
  • casei
  • plantarum
  • rhamnosus
  • salivarius
49
Q

In welk deel komen de bifido bacteriën voor ?

A

dikke darm

50
Q

Welke bifido bacteriën komen enkel bij kinderen voor ,

A

bifido infantis / brevis

51
Q

Welke bifido komen wel bij volwassenen voor en niet bij kinderen ?

A

Bifido adolescentis

52
Q

Noem de verschillende bifido bacteriën !

A

Bifidobacterium :

  • adolescentis
  • breve
  • longum
  • bifidum
  • infantis
53
Q

Welke bacterie helpt goed tegen ontstekingen in de dikke darm ?

A

Bifidobacterium bifidum

54
Q

wat betekent CFU .

A

colony formin gunits ( aantal bactierie kolonies in een preparaat )

55
Q

Goede probiotica kuur ?

A
  • 3 maanden

- miljard CFU/dag

56
Q

welke voeding is van groot belang naast probiotica ?

A

prebiotica

57
Q

Geef de rijkste bronnen aan prebiotica ,

A

aardpeer, schorseneren, artisjok, knoflook, bieslook, prei, ui, asperges, haver, bananen, appels, bessen , honing, paddenstoelen, chicorei, paardenbloem , peulvruchten

58
Q

Welke stoffen maken ons lichaam aan mbv pre en probiotica ?

A
bioactieve stoffen en microbiële metabolieten 
bv boterzuur ( butyraat)
59
Q

wat is het risico als je te weinig groeten eet en te veel vlees ?

A
  • te veel afbraakproducten uit eiwitten > lekkende darm > DNA schade > darmontsteking > darmkanker
60
Q

Waarom zijn polyfenolen goed voor onze darmen ?

A

ze verlagen de ziekteverwekkende bacteriën en verhogen de goed bacteriën

61
Q

Wat doet boterzuur ? Of microbieel metabolieten ?

A

sterken darmwand aan, verhoogt energie van darmcellen, ontstekingsremmend , stimuleren groei goede bacteriën

62
Q

Wat produceren pre en probiotica in onze darmen ?

A

microbiële metabolieten = gezonde darmwerking

63
Q

Noem de verschillende microbiële metabolieten ,

A
korteketen vetzuren :
boterzuur
butyraat
secundaire galzuren
vitamines
organische zuren
proteïnes ;, peptiden, aminozuren
neurotransmitter GABA
bioactieve afbraakproducten
signaalmoleculen
toxische stoffen
64
Q

Noem de verschillende spijsverterings enzymen ?

A
amylase ( zetmeelafbraak)
gluco amylase ( glycogeen afbraak)
sucrase
maltase
lactase
cellulase
hemicellulase
pectinase
fytase ( fytinezuur afbraak)
trypsine
chymotrypsine
pepsine
elastase
papaine
bromalaine
glutemase
lipasen