Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Bij inzetten media bewust zijn van

A

eigenschappen en kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Elk medium heeft eigenschappen

A

horen alleen bij dat bepaalde medium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eigenschappen medium worden bepaald door

A
  • publiek dat media aanspreekt
  • soort boodschap (commercieel/vermaak)
  • mate van inspanning gebruiker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Indeling media volgen McLuhan

A

Koele media

Hete media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Koele media

A

actief ontvangen boodschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hete media

A

passief ontvangen boodschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vorm van het medium

A

zorgt voor de ervaring die het medium creert. Vorm is belangrijker dan boodschap zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Belangrijke factoren van belang keuze media

A
  • doelgroep
  • vorm boodschap
  • impact (verschilt per media)
  • budget
  • meetbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

meetbaarheid

A

ROI geeft het rendement op de investering aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Crossmediale campagne

A

boodschap vertellen aan de doelgroep via verschillende kanalen.

Maakt gebruik van de eigenschappen van elk medium.

Zet je in om de boodschap zo compleet mogelijk over e brengen op consument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mondiale dorp / global village McLuhan

A

door alle nieuwe technologieen is de wereld eigenlijk net zo klein als een dorp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kenmerk global village

A
  • meer keuze waar je naar kijkt
  • zelf bepalen wanneer je kijkt
  • content is vrij beschikbaar
  • andere rol afstand, plaats en tijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

reproductie

A

producten zijn makkelijk te reproduceren.
Kost weinig tijd en moeite

vb kopieren film, opnemen programma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

web 1.0

A

read only

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

web 2.0

A

read write consument kunnen ook zelf content toevoegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

prosumer

A

samentrekking producent consumer

vb youtube

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

collectieve intelligentie

A

kennis van alle gebruikers samen

iedereen maakt hun eigen content en laten eigen stem horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

voordelen verandering consument producent

A
  • eigen content maken
  • stem laten horen
  • makkelijk samenwerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

nadelen verandering consument producent

A
  • online info is minder betrouwbaar
  • door vele delen is auteur niet duidelijk meer
  • verlies privacy
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

remix cultuur

A

Lawrence Lessig

we leven in een cultuur waarin content geremixt wordt, iedereen kan het aanpassen en veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

oplossing probleem auteursrecht

A

creative commons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

creative commons

A

geeft makers de kans om zelf te bepalen op welke manier hun content gebruikt mag worden.
Zijn gevormd door 4 bouwstenen en 6 licenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Bouwstenen creative commons

A

naamsvermelding
niet commercieel
geen afgeleide werken (mag geen werk gebruiken als basis voor nieuw materiaal)
Gelijk delen (toestemming oom van jouw werk afgeleid materiaal te maken onder de voorwaarde dat het onder dezelfde licentie wordt vrijgegeven.

24
Q

Licenties creative commons

A
  1. naamsvermelding
  2. naamsvermelding - gelijkdelen
  3. naamsvermelding - niet commercieel
  4. naamsvermelding - niet commercieel - gelijkdelen
  5. naamsvermelding - geen afgeleide werken
  6. naamsvermelding - niet commercieel - geen afgeleide werken
25
Q

digitalisering

A

omzetten dat van analoog naar dialoog

26
Q

veranderingen door digitalisering

A
  • reproduceren
  • beeldbewerking
  • hoge omloopsnelheid
  • democratisering (makkelijk mening laten horen)
  • omgang met media
27
Q

Remidiate

A

Botler en Gruslin

Gedachte dat nieuw medium altijd voortkomt uit ouder medium en dat oudere media zich aanpast aan nieuwere media)

28
Q

kenmerken digitalisering tv

A

tijd: opnemen en kijken wanneer het jou uitkomt / terugkijken op tv wat je hebt gemist / aanbevolen content o.b.v. kijkgedrag (netflix)

29
Q

kenmerken digitalisering boeken (ebook)

A

verschillende formats per ereader

30
Q

kenmerken digitalisering radio (streamen)

A

niet plaatsgebonden naar radio luisteren

31
Q

kenmerken digitalisering krant (nieuwswebsites)

A

Tijd: sneller nieuws brengen dan de krant

nieuwe verdienmodellen

32
Q

convergentie

A

het met elkaar versmelten van verschillende soorten media vb qr code of url bij lezen krant

33
Q

distributie

A

verspreiden van content

34
Q

indirecte distributie

A

meerdere mensen zijn betrokken in proces op product van producent naar consument

35
Q

directe distributie

A

fabrikant levert rechtstreeks aan consument

36
Q

4 factoren distributie

A
  1. medium/techniek: content niet afhankelijk van een medium om verspreid te worden
  2. publiek: elk medium heeft eigen publiek
  3. organisatie: infrastructuur:
    Tijd: digitale verspreiding gaat sneller
    Ruimte: bij digitale verkoop geen fysieke ruimte nodig.
  4. verdienmodellen: iedere vorm van distributie heeft eigen kenmerken en kosten
37
Q

inhoud en effect van mediaboodschap wordt voor grootste deel bepaald door

A

kenmerken van een medium

38
Q

vorm van boodschap

A

hoe komt het product dat je wil adverteren het beste tot zijn recht?

39
Q

global villag

A

massamedia die de tijds-en plaatsbarrieres vd menselijke communicatie steeds meer wegneemt, waardoor mensen op mondiale schaal kunnen communiceren.

40
Q

nadeel procumer

A

Walter Benjamin

De waarde van een object verandert als je het reproduceert.

41
Q

Gevolg overgang naar digitalisering

A

vergrijzing oude media

42
Q

invloed digitalisering op populatie

A

opleidingsniveau
sekse
leeftijd (ouderen)

43
Q

voorbeeld convergentie

A

upc

eerst kabeltv, daarna digitale tv, nu pakketten met tv, internet en telefonie

44
Q

NB: media kunnen ook — zijn

A

programma’s, bedrijve of een technologie

45
Q

media staat niet meer op zichzelf..

A

verwijzen naar elkaar.

vb qr code krant / op tv stemmen via twitter

46
Q

nadeel digitalesering/convergentie

A

bepaalde mediavormen kunnen verdwijnen. vb krant

47
Q

voordelen directe distributie

A

door minder tussenstappen kan product goedkoper worden aangeboden

48
Q

nadeel directie distributie

A

kan gevaar zijn voor de onafhankelijkheid van media

49
Q

McLuhan: het medium is..

A

de boodschap. Het gaat niet om de boodschap maar om de vorm vh medium

50
Q

Ook een mondiaal dorp is begrensd

A

internet is niet vanuit elk land even vrij toegankelijk. Vb wegens copyright is niet alles te bekijken op youtube.

51
Q

wat is reproductie aan de van de term prosumer.

wat doet dit met het aura van een kunstwerk

A
  • content kan op internet makkelijk verspreid worden (gereproduceerd)
  • is onderdeel van web 2.0 principe
  • hangt samen met begrip prosumer
  • vb youtube
  • platform dat bestaat door gebruikers die eigen content online zetten
  • door hergebruik content kan originele waarde verloren gaan.
  • walter benjamin 1936
52
Q

wat hebben beeldbewerking en democratisering te maken met digitaliseren?

A

Beeldbewerking en democratisering zijn gevolgen van digitalisering net zoals:

  • reproduceren
  • hoge omloopsnelheid
  • omgang met media

Door beeldbewerking is het lastiger om vast te stellen of een beeld origineel is.

Door digitalisering het is vaak mogelijk om commentaar onder content te plaatsen. Dit maakt content democratischer.

53
Q

vb convergeren

A

stemmen via twitter

qr codes in de krant

54
Q

waarom is het belangrijk om het medium, publiek, organisatie en verdienmodellen in je achterhoofd te houden als je het hebt over distributie?

A

medium: content niet afhankelijk van een medium om verspreid te worden. Er zijn verschillende mediums
publiek: elk medium heeft een publiek. Bij distributie nadenken over je publiek

Organisatie: infrastructuur. Tijd en ruimte spelen belangrijke rol.

Verdienmodellen: iedere vorm van distributie heeft eigen kenmerk en kosten

55
Q

voorbeeld heet medium

A

bericht op social media, maar als er interactiviteit wordt gevraagd wordt het een koud medium

56
Q

3 mediabedrijven actief in NL

A

Sanoma media: internet / tijdschriften
De Persgroep NV: internet / tv / radio / kranten
Telegraaf Media Groep: internet / Kranten / Radio