Hfst 7 Flashcards

1
Q

Collectieve dwang

A

Verplichting dat iedereen wordt gedwongen bij te dragen aan de productie of samen te werken om een product te produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Collectieve producten

A

Producten die niet een vaste prijs hebben of op de markt kan worden gekocht. Voor het gemeenschappelijk goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cooperatief spel

A

Spel waarbj de spelers tijdens het spel afspraken maken en een gezamelijke strategie kunnen bedenken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dominante strategie

A

De beste strategie van een speler ongeacht de gekozen strategie van de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gevangenendilemma

A

Een simultaan niet-cooperatief spel waarbij individuele strategieen van de partijen tot een slechter resultaat leidt dan in het geval van samenwerking tussen de partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Individuele producten

A

Producten die kunnen worden gesplitst in individueel leverbare eenheden waarvoor een prijs kan worden gevraagd en ze via de markt worden geleverd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Meeliftgedrag

A

Het verkrijgen van een voordeel door de keuze van een ander, waaraan je zelf niet meebetaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Niet-cooperatief spel

A

Spel waarbij spelers niet met elkaar kunnen onderhandelen en geen onderlinge afspraken kunnen maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Prijzenoorlog

A

Een felle concurrentiestrijd die wordt gevoerd met steeds nieuwe prijsverlagingen van de concurrenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Quasi-/semi-collectieve producten

A

Individuele producten die door de overheid of collectieve sector wordt aangeboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Simultaan spel

A

Spel waarbij de spelers gelijktijdig hun strategie bepalen zonder de gekozen strategie van hun tegenspeler te kennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Speltheorie

A

Theorie met spelers/partijen die afhankelijk van het gedrag van de tegenspeler/partij een optimale strategie voor zichzelf bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tit-for-tatstrategie

A

Een strategie waarbij de speler zich cooperatief opstelt als de andere dat ook doet, maar zich niet meer cooperatief gedraagt als de andere partij zich niet meer aan de afspraken houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zelfbinding

A

Houding van een speler die rekening houdt met de belangen van de tegenpartij om daar uiteindelijk zelf beter van te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly