Hfst 4 Flashcards
Klassieke selectiemodel
1) Functiebeschrijving en competentieanalyse opstellen
2) Selectietechnieken inzetten om individuele kenmerken van kandidaten te meten
3) informatie samenbrengen en een uitspraak doen/rapport schrijven over de geschiktheid van de kandidaat
Selectie
Een geheel van activiteiten gericht op het kiezen van personen voor de vervulling van functies, zodat aan bepaalde criteria met betrekking tot het functioneren zo goed mogelijk wordt voldaan.
Criteriumdomein
Duidt op de job performance (functieprestatie) die we willen voorpellen. Dit is een latent construct en bevat alle gedragingen en uitkomsten die samen de waarde van de persoon voor de organisatie uitmaken.
8 factoren die je vindt over organisaties en functies heen (criteriumdomein)
- Functiespecifieke taakbekwaamheid
- Communicatie
- Initiatief, doorzettingsvermogen en inspanning
- Bevordering van teamprestaties
- Organisatie van teamprestaties
- Leiderschap en supervisie
- Management en beheer
- Antiproductief gedrag
3 gedragsgebieden van criteriumdomein
- Taakgedrag = gedrag dat verband houdt met het volbrengen van taken en verantwoordelijkheden die geassocieerd zijn met de functie (2 kenmerken: formeel erkend + bijdragen aan technische kern)
- Contextueel gedrag = draagt niet bij tot de technische kernprocessen van de organisatie, maar bevordert het sociale klimaat en de psychologische sfeer van de organisatie. (= extra-rolgedrag)
- Antiproductief gedrag = elk intentioneel gedrag van de werknemer dat door de organisatie als tegengesteld aan de doelstellingen wordt beschouwd
Criteriummaat
Het uitdrukken van het prestatiedomein in meetbare criteria, zoals objectieve data of beoordelingen
Gecontamineerde criteriummaat
De criteriummaat bevat factoren die buiten de controle van de beoordeelde persoon vallen. (Het typische voorbeeld is de criteriummaat ‘verkoopcijfers van een verkoper’. Als het vertrouwen van de consument in de economie minder hoog is, dalen de verkoopcijfers en daar kan de verkoper weinig aan veranderen.)
Deficiënte criteriummaat
Omvatten bepaalde essentiële aspecten van de functie niet. (Nemen we als criteriummaat voor een medisch vertegenwoordiger het aantal afgeleverde folders, dan is dat waarschijnlijk geen goed criterium.)
Selectieconstructen
Constructen die we gebruiken om voorspellingen te doen, gemeten via diverse selectietechnieken. Deze zijn:
- algemene mentale vaardigheid
- kennis en ervaring
- persoonlijkheid en motivatie
- emotionele intelligentie
- interesses
- fit tussen persoon en organisatie
- psychomotorische vaardigheden
Big Five
algemeen aanvaard en gevalideerd meetinstrument voor persoonlijkheid met 5 factoren
4 vaardigheden van emotionele intelligentie
EI is een combinatie van 4 vaardigheden volgen het ability-model:
Het vermogen om de eigen emoties en die van andere te herkennen,
die emoties onderling te onderscheiden,
die info te gebruiken om eigen denken te leiden, en om eigen handelen te leiden.
RAISOC-model van holland
6 brede mensentypes gebaseerd op interesses: realistisch, artistiek, intellectueel, sociaal, ondernemend en conventioneel
supplementary person-org fit
De stijl van individuen die in een organisatie werken, moet overeenkomen met de stijl van de organisatie
complementary person-org fit
De mate waarin de individu en de organisatie behoeften hebben die door de andere partij kan worden vervuld.
Selectieinstrumenten
Concrete operationalisatie van de selectieconstructen