Hfdst.1 Flashcards

1
Q

Psychologie
(Psychology)

Leg uit wat deze wetenschap is en doet.

A

De wetenschap van gedrag en geest.
Gedrag (behaviour) = observeerbare acties van een mens of dier
Geest (mind) = individuele sensaties, gevoelens, gedachten, dromen, percepties, motieven en andere subjectieve ervaringen.
Het refereert ook aan alle onbewuste kennis en operationele ‘regels’ die in ons brein zijn opgebouwd of opgeslagen. Zij vormen de basis voor georganiseerd gedrag en bewuste ervaringen.
Science = alle pogingen om antwoorden te vinden op vragen dmv systematische collectie en logische analyses van objectieve, observeerbare data.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 fundamentele ideeën waar de psychologie uit voortkomt?

A
  1. Materialisme
    Gedrag en mentale ervaringen hebben altijd een biologische/fysieke oorzaak.
    Descartes (dualisme - wel nog sprake van ziel) en Hobbes (materialisme - concept van ziel overbodig. Lichaam is een machine. Ook het brein.
    Studie: van reflexen en het localiseren van functies in ons brein
2. Empirisme 
Gedrag ontstaat door ervaringen die we opdoen: de omgeving prikkelt de menselijke machine via onze zintuigen.
Britse empiristen (John Locke) beweerden dat al onze gedachten en kennis worden opgedaan door zintuiglijke ervaringen. Associatie-wet
  1. Nativisme / Evolutionaire basis voor gedrag. We bezitten aangeboren kennisstructuren die ons in staat stellen om te overleven en ons voort te planten en die door natuurlijke selectie zijn ontstaan. Gedrag en geest hebben dus een evolutionaire basis. Door het principe van natuurlijke selectie evolueert ons gedrag en onze geest. We worden dus niet geboren als onbeschreven blad (tabula rasa) maar zijn al toegerust met aangeboren kennis en ervaringen (innate). Eerst dit idee bij Leibniz en Kant (filosofen). Vervolgens heeft Darwin dit idee verder wetenschappelijk onderzocht en kwam met de evolutie theorie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

9 soorten verklaringen (9 levels of analyses):

In de psychologie kan het gedrag en/of de mentale ervaringen van een persoon op 9 manieren worden geanalyseerd.

Welke manieren / levels zijn dat?

A
  1. Neurale verklaringen (neurale verbindingen in ons brein en dat wat zich daardoor afspeelt in ons zenuwstelsel als oorzaak)
  2. Fysiologische verklaringen (chemische processen in het lichaam als oorzaak zoals drugs en hormonen)
  3. Genetische verklaringen (invloed van onze genen als oorzaak)
  4. Evolutionaire verklaringen (natuurlijke selectie als oorzaak)
  5. Leer-theoretische verklaringen (de voorafgaande ervaring van het individu als oorzaak)
  6. Cognitieve verklaringen (kennis en overtuigingen van het individu als oorzaak)
  7. Sociale verklaringen (de invloed van anderen op jou als oorzaak)
  8. Culturele verklaringen (de culturele context waarin iemand opgroeit als oorzaak)
  9. Ontwikkelings-theoretische verklaringen (leeftijdsgerelateerde veranderingen als oorzaak)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke van de 9 levels of analyses focussen zich op biologische processen? (Voortkomend uit Nativisme)

A

Neurale verklaringen
Fysiologische verklaringen
Genetische verklaringen
Evolutionaire verklaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke van de 9 levels of analyses focussen zich op omgevingservaringen, kennis en ontwikkeling? (voortkomend uit Empirisme)

A
Leer-theoretische verklaringen 
Cognitieve verklaringen 
Sociale verklaringen 
Culturele verklaringen 
Ontwikkelingstheoretische verklaringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 hoofd specialisaties in de psychologie?

A
  1. Persoonlijkheids psychologie
  2. Abnormale psychologie
  3. Clinische psychologie
    (uitleg zie blz. 18)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Psychologie heeft contact met allerlei andere wetenschappen. Daarom heet het een Hub-science

Deze wetenschappen kun je opdelen in 3 categorieën. Welke?

A
1. Natuurwetenschappen
Biologie 
Chemie
Fysiologie 
2. Humanitaire wetenschappen
Kunst
Muziek
Talen
Filosofie 
3. Sociale wetenschappen 
Politicologie 
Economie 
Sociologie 
Antropologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt bedoeld met

Association by contiguity? = Associatie door contiguiteit

A

Dit is het principe dat voor het eerst beschreven werd door Aristoteles (in zijn ‘wetten van associatie’). Het houdt in dat als 2 gebeurtenissen in onze omgeving (stimuli) tegelijkertijd optreden, of de een direct na de ander (contiguously), dat deze gebeurtenissen dan in onze geest aan elkaar worden gelinkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt bedoeld met
Behavioral Genetics?
(gedragsgenetica)

A

Een onderzoeksspecialiteit die psychologische verschillen tussen individuen poogt te verklaren aan de hand van verschillen in hun genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt bedoeld met
Behavioral neuroscience?
(neurowetenschap mbt gedrag)

A

Onderzoeksspecialiteit die gedrag probeert te verklaren in termen van processen die plaatsvinden in ons zenuwstelsel. Er wordt hier vaak gebruik gemaakt van invasieve technieken bij dieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is biopsychologie?

A

De soort psychologie die bestudeert welke werking drugs, hormonen (chemische stoffen) hebben op ons brein en hoe dat van invloed is op ons gedrag en onze ervaringen. Zowel bij mensen als dieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is cognitieve neuroscience?

Cognitie = alle onderwerpen die te maken hebben met mentale informatie en kennis

A

Onderzoeksspecialiteit die cognitie probeert te verklaren aan de hand van processen die in ons zenuwstelsel plaatsvinden. Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van niet-invasieve technieken bij mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg Dualisme uit

A

Dualisme is de filosofische theorie die stelt dat 2 unieke systemen (het materiële lichaam en de immateriële ziel) betrokken zijn bij de controle over het gedrag. Zie Descartes.

Materialisme (Hobbes) staat hier haaks op. Daar is de immateriële ziel geen bruikbaar concept meer voor het verklaren van gedrag. Alles is machinerie, ook ons brein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is Materialisme?

A

Dit is de theorie van Thomas Hobbes dat er niets anders bestaat dan materie en energie. Er is dus niet zoiets als een immateriële geest/ziel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is nativisme?

A

Het idee dat bepaalde elementaire ideeën zijn aangeboren en opgeslagen in de menselijke geest (innate) en dus niet door ervaring opgedaan hoeven worden (zoals bij empirisme wordt gesteld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe zou je de term Mind (geest) uitleggen?

A
  1. De gehele set van individuele sensaties, percepties, herinneringen, gedachten, dromen, motieven, gevoelens en andere subjectieve ervaringen.
  2. In de cognitieve psychologie is het de set van hypothetische-informatie, verwerkingsstappen, die stimulus-informatie analyseren en gedragsresponsen organiseren.
17
Q

Wanneer is de wetenschap Psychologie formeel gezien ontstaan? Wie speelde daarbij een hoofdrol?

A

1879

Wilhelm Wundt opende toen het eerste universitaire onderzoekslaboratorium voor psychologie in Leipzig (Duitsland)

18
Q

Hoe hebben de drie ideeën, materialisme / empirisme / nativisme, de hedendaagse psychologie geholpen?

A

Materialisme: het fysieke verband van Descartes en het materialisme van Hobbes maakten een natuurwetenschappelijke benadering van gedrag, gedachten en gevoelens mogelijk.

Empirisme (Locke) zorgde voor een van de belangrijkste verklaringen voor het menselijk gedrag namelijk: de invloed van prikkels vanuit de Omgeving waardoor we ervaringen opdoen die ons gedrag beïnvloeden.

Nativisme (Kant en Darwin) lieten zien dat de mens niet alleen een machine is die wordt aangestuurd door de omgeving, maar dat die machine al bij de geboorte op een specifieke manier in elkaar steekt. Waardoor sommige gedragingen en ervaringen wel mogelijk zijn of voor de hand liggen en andere niet.

19
Q

Wat was René Descartes (1596-1650) zijn versie van het dualisme?

A

Hij zag het lichaam als een complexe machine, hij sneed erin om te kijken hoe het werkte. Dieren waren volledig machinaal en hadden geen ziel. Mensen wel: zij denken bewust met een losstaande geest.

Descartes kwam tot de conclusie dat het lichaam een complexe machine is die functioneert zonder directe inmenging van de ziel. Zijn voorstelling van de aansturing van deze mechanismes lijkt erg op wat we tegenwoordig weten van reflexen. Hij schreef nog slechts één eigenschap toe aan de ziel: het denkvermogen. Maar ook dit was volgens hem afhankelijk van zintuiglijke prikkels om in staat te zijn over te gaan tot actie.

20
Q

Hoe hielp Descartes om de weg vrij te maken voor psychologie als wetenschap? En waarom was zijn theorie niet helemaal geschikt voor psychologie als wetenschap?

A

Descartes dualisme (filosofie) hielp de weg vrijmaken naar de wetenschap door de grote nadruk op het lichaam. Hij verenigd wel de (religieuze) gedachte dat de geest onstoffelijk cq immaterieel is met het besef dat zintuigen, zenuwen en spieren invloed hebben op gedrag.

Beperkingen voor wetenschap =
hoe kan een onstoffelijke geest (die de natuurwetten niet volgt) het stoffelijke lichaam (dat de natuurwetten moet volgen) aansturen?

21
Q

Wat is het materialisme van Thomas Hobbes? En hoe droeg dit bij aan de psychologie van vandaag de dag?

A

Materialisme (filosofie) =
Hobbes: er bestaan alleen materie en energie. Alle gedrag is het gevolg van lichamelijke processen, ook in de hersenen. Bewust denken is een product van de hersenen als machine (en dus afhankelijk van natuurwetten). Niet van een losstaande immateriële ziel.

Hobbes beargumenteerde dat de ziel een betekenisloos concept is en dat er niets anders bestaat dan materie en energie. Zijn opvatting was dat al het menselijke gedrag veroorzaakt wordt door lichamelijke processen, ook in het brein. Ook gedachten zijn puur een product van de machinerie van het brein en derhalve onderhevig aan de wet der natuur. Dit nam alle beperkingen weg met betrekking tot wat psychologen wetenschappelijk konden gaan onderzoeken/bestuderen.

22
Q

Hoe heeft het materialisme van Hobbes een fundering gelegd voor andere stromingen/manieren van verklaren?

A

Hobbes idee over de hersenen als machine zorgde voor vooruitgang op twee gebieden:

  1. De fysiologie nam een vlucht. Er werden vele ontdekkingen gedaan over het zenuwstelsel: toegenomen begrip van het zenuwstelsel en reflexen leidde tot reflexologie + ontdekking dat verschillende delen van de hersenen verschillende functies hebben.
  2. Hobbes gedachte van de mens als machine leidde tot de filosofische stroming empirisme: als we machines zijn, dan wel machines die leren. Dit was een belangrijke basis voor hedendaagse psychologie: studie van de effecten van de omgeving en ervaringen op gedachten, gevoelens en gedrag.
23
Q

In de negentiende eeuw kwam men tot de ontdekking dat de zenuwen die de ruggenwervel ingaan twee separate wegen aflegt, een voor het dragen van boodschappen naar het centrale zenuwsysteem die de sensitiviteit van de receptoren van de huid aanstuurt en een voor het dragen van boodschappen naar de operatieve spieren.

Dit begrip leidde tot een theorie die reflexologie heet. Wat is reflexologie?

A

De reflexologie suggereert dat dat elke vorm van menselijk gedrag plaatsvindt door middel van reflexen. Zelfs de zogenaamde vrijwillige handelingen zijn complexe reflexen voortkomend uit de hogere regionen van het brein.

Een van de voornaamste wetenschappers binnen deze theorie is I.M. Sechenov. Hij ageerde dat elke menselijke handeling wordt geïnitieerd door stimuli in de omgeving. Deze stimuli hebben effect op de mens zijn waarnemende receptoren, die een ketting van reacties in gang zet tot de uiteindelijke spierbeweging in het uitvoeren van de handeling.

24
Q

Een tweede belangrijke wetenschappelijke ontwikkeling in de negentiende eeuw was het concept van het lokaliseren van specifieke functies in specifieke plekken in het brein, waardoor bepaalde delen van de hersenen verantwoordelijk waren voor mentale ervaring en gedrag.

Hoe droeg deze ontwikkeling bij aan de ontwikkeling van de psychologie?

A

De bewijzen van de relatie tussen de geest en het brein hebben bijgedragen aan de wetenschappelijke psychologie omdat het een basis gaf voor het idee dat er een materiële basis is voor het mentale proces.

25
Q

Hoe leidde lokalisatie van verschillende functies in de hersenen tot de overtuiging dat de geest wetenschappelijk bestudeerd kan worden?

A

Bewijs over de relatie tussen de geest en de hersenen bevestigde dat er een stoffelijke/lichamelijke basis is voor mentale processen.

Voorbeelden van dit soort bewijs =
Müller: verschillende zintuigelijke ervaringen activeren verschillende delen van de hersenen.
Flourens: schade aan verschillende delen van (dieren)hersenen veroorzaken verschillende defecten in de motoriek.
Paul Broca: beweest dat schade aan een zeer specifiek deel van de linker hemisfeer ervoor zorgt dat men het spraakvermogen verliest, maar andere mentale vermogens niet aantast. Gebied van Broca = taalgebied in de hersenen.

26
Q

Wat zei Johannes Müller (1801-1858) over de functies van diverse gebieden in de hersenen?

A

Hij stelde voor dat de verschillende eigenschappen van de zintuigelijke ervaringen er zijn doordat de zenuwen van verschillende zintuigelijke organen, verschillende delen van de hersenen prikkelen.

27
Q

Wat voor experimenten deed Pierre Flourens (1794-1867) mbt hersengebieden en functies?

A

Hij voerde experimenten uit met dieren om aan te tonen dat schade aan verschillende delen van de hersenen verschillende soorten beperkingen opleverde aan de bewegingen van de dieren.

28
Q

Welke twee belangrijke ontdekkingen over het zenuwstelsel werden er in de 19e eeuw gedaan?

A
  1. Toegenomen begrip van de reflexen

2. Het concept van lokalisatie van functies in de hersenen

29
Q

Welke ontdekking deed de Fransman Francois Magendie in 1822?

A

Magendie ontdekt twee wegen van de zenuwen in de ruggengraat:

  1. de route naar het centrale zenuwstelsel vanuit de sensorische receptoren in de huid.
  2. de route voor het vervoeren van signalen richting de werkende spieren.

Verder wordt ontdekt dat bepaalde hersengebieden reflexen verbeteren of dwarsbomen.

30
Q

Wat is Empirisme? Wie speelt daarbij een belangrijke rol?

A

Het materialisme leidde tot de stroming van het empirisme. Het empirisme stelt dat menselijke kennis en het gedachteproces voortkomen uit zintuiglijke ervaringen. De input van de zintuigen is de basis van onze kennis van onze omgeving en dit stelt ons in staat om ons aan onze omgeving aan te passen. Bekende aanhangers van het Brits empirisme zijn John Locke en John Stuart Mill.

De Britse empiristen stellen geheel in lijn met het materialisme dat gedachten ervaringen reflecteren en dus niet voortkomen uit vrije wil. Volgens hen komen complexe gedachten en ideeën voort uit het onderling koppelen van elementaire ideeën, die gevormd zijn door sensorische ervaringen.

31
Q

Wat is de wet van Associatie van Nabijheid = the law of association by contiguity?

A

Het belangrijkste principe van de empiristen is de law of association by contiguity (wet van associatie van nabijheid). De wet stelt dat als je kort na elkaar twee sensaties ervaart, deze in je hersenen met elkaar worden geassocieerd. Als je daarna aan de ene sensatie denkt, komt de ander ook automatisch weer in je hoofd op.

Bijvoorbeeld, wanneer een kind een hap neemt van een appel, ervaart het bepaalde sensaties (gewaarwordingen) zoals het zien van de rode kleur van de appel, de vorm, het proeven van zoete smaak en het horen van het woord ‘appel’ als een volwassene dit uitspreekt. Al deze sensaties worden als geheel ervaren en worden dus geassocieerd in het geheugen van het kind tot het complexe idee ‘appel’. Wanneer het kind daarna het woord ‘appel’ hoort, denk het aan de vorm, de kleur en de smaak, of wanneer het kind een appel ziet denkt het aan het woord ‘appel’. Door het onderling verbinden van allerlei ervaringen en concepten komen complexe associaties tot stand. De law of association by contiguity is nog steeds belangrijk voor het begrijpen van de processen van het leren en het geheugen. Het belangrijkste in het empirisme is dat het aandacht vraagt voor de invloed van ervaring, dat tevens terug te vinden is in alle facetten van de psychologie.

32
Q

Wat is nativisme?

A

Nativisme is het tegenovergestelde van het empirisme. Het nativisme stelt dat bepaalde kennis en vaardigheden aangeboren zijn en dat ervaring daar niets mee te maken heeft. Alleen met deze basis zou het mogelijk zijn om te leren.

De basis van het nativisme ligt in Duitsland en Immanuel Kant (1724-1804) is een bekende aanhanger. Kant maakte onderscheid tussen twee soorten kennis:

  • a priori is aangeboren en
  • a posteriori wordt verworven door ervaring.

Kant stelt dat a posteriori-kennis alleen mogelijk is door a priori-kennis.

33
Q

Wat waren de ideeën van Darwin en wat was de invloed ervan?

A

Kant stelde weliswaar dat bepaalde dingen zijn aangeboren, maar hij had geen idee hoe dit zo gekomen is. Charles Darwin (1809-1882) kwam met ideeën hierover in zijn inmiddels wereldberoemde boek “The Origin of Species”. Darwin presenteerde in dit boek zijn beroemde proces van natuurlijke selectie.

Kort gezegd komt natuurlijke selectie erop neer dat individuen die eigenschappen hebben waardoor ze zich goed kunnen aanpassen aan hun omgeving, een grotere kans hebben om te overleven en zich voort te planten. Zo worden de succesvolle eigenschappen van generatie op generatie doorgegeven en steeds verder verspreid door de populatie. Dit principe kon worden toegepast op anatomie en gedrag.

Begrip: survival of the fittest

34
Q

Hoe verklaren psychologen mentale processen en gedrag?

A

Het doel van psychologen is mentale processen en gedrag verklaren. Ze proberen voor alles de oorzaak te achterhalen. Deze oorzaken zijn vaak complex en kunnen op verschillende niveaus en op verschillende manieren worden onderzocht. Binnen de psychologie zijn er twee categorieën qua niveau van analyse. Gedragingen kunnen worden onderzocht op elk van de hieronder beschreven niveaus.

35
Q

In welke categorieën kunnen de niveaus van verklaringen ingedeeld worden? En welke 4 niveaus behoren tot de biologische?

A

De eerste categorie is de biologische categorie. Deze bestaat uit vier niveaus:

  1. Het neurale niveau is het niveau waarbij de oorzaak in de hersenen wordt gezocht. Omdat elk mentaal proces en elk gedrag een product is van het zenuwstelsel is het zoeken van een neurale verklaring vaak erg handig. Mensen die in dit veld werkzaam zijn:

Gedrags-neurowetenschappers. Soms onderzoeken ze kleine structuren en soms grote structuren.

  1. Nauw gerelateerd aan de gedrags- neurowetenschap is het specialisme van de fysiologie. Of biopsychologie. Biopsychologen bestuderen de manieren waarop hormonen en drugs hun invloed uitoefenen op de hersenen om gedrag en ervaringen te veranderen, zowel in menselijke- als niet-menselijke dieren. Een voorbeeld hiervan is de rol van het hormoon cortisol in reactie op stress.
  2. Op het genetische niveau wordt de oorzaak in de genen gelegd. Genen zijn eenheden met erfelijk materiaal. Genen zorgen voor de opbouw van het hele lichaam en dus ook voor de opbouw van de hersenen. Ook zorgen zij voor de verschillen tussen mensen. De mensen die werkzaam zijn in dit veld worden gedragsgenetici genoemd. Zij bestuderen zowel mensen als dieren, en onderzoeken bijv. DNA-codes (om uit te zoeken welke genen bijdragen aan een specifiek kenmerk).
  3. Het evolutionaire niveau gaat er van uit dat de oorzaak in het proces van natuurlijke selectie ligt. Evolutionaire psychologen onderzoeken onder andere hoe een bepaald kenmerk een rol gespeeld heeft in het proces van de natuurlijke selectie. Meestal gaat het dan om het bestuderen van evolutionaire functies.
36
Q

De tweede categorie bestaat uit analyse niveaus die berusten op Ervaring. Welke 5 niveaus horen hier bij?

A

De tweede categorie is de ervaringscategorie. Deze bestaat uit vijf niveaus:

  1. Op het niveau van leren wordt de oorzaak gezocht in de eerdere ervaringen van de persoon. Eerdere ervaringen hebben invloed op gedrag en mentale processen. Leerpsychologen verklaren gedrag dan ook alleen door middel van eerdere ervaringen. Zo bestuderen ze ook wat de meest efficiënte manier is om nieuwe vaardigheden te leren.
  2. Op het cognitieve niveau ligt de oorzaak in de kennis en de overtuigingen van de persoon. Cognitie wordt gedefinieerd als de informatie die op de een of andere manier in de hersenen wordt opgeslagen en die weer geactiveerd kan worden door de werking van de hersenen. Het is het makkelijkst te begrijpen met behulp van de computeranalogie. De hersenen zijn als een computer. De hersenen werken volgens bepaalde regels van handelen (de software) en het is mogelijk data erin op te slaan en die op een later moment weer tevoorschijn te halen. Van deze opgeslagen informatie is een deel aangeboren, een deel aangeleerd, deels bewust, en deels onbewust.

Cognitief psychologen onderzoeken de cognities die ten grondslag liggen aan gedrag. Ook houden ze zich bezig met het achterhalen van hoe informatie opgeslagen en geordend wordt, oftewel met het geheugen. Waar een leerpsycholoog er van uit gaat dat ervaring in de omgeving leidt tot een verandering in gedrag, gaat een cognitief psycholoog er van uit dat een dergelijke ervaring leidt tot een verandering in kennis of overtuiging en dat dit het geen is dat leidt tot een verandering in gedrag.

  1. Op het sociale niveau worden de oorzaken gezocht in de invloed van anderen. Mensen zijn sociale wezens en daardoor heeft de wijze waarop we anderen zien behoorlijk veel invloed op ons gedrag. Sociaal psychologen hebben de taak te onderzoeken hoe anderen gedrag beïnvloeden. Een belangrijke term voor sociaal psychologen is de term: social pressure. Omdat het voornamelijk gaat om de opvattingen en gedachten over anderen spreekt men ook wel van sociaalcognitieve verklaringen.
  2. Op het culturele niveau wordt de oorzaak gezocht in de cultuur waarin iemand opgroeit. Elke cultuur heeft zijn eigen kenmerken en beïnvloedt zo de mensen die in die cultuur leven. Culturele verklaringen worden onderzocht door cultureel psychologen. Culturele verklaringen hebben betrekking op veel grotere groepen en meer indirecte contacten dan sociale verklaringen.
  3. Op het ontwikkelingsniveau zoekt men de oorzaak in leeftijdsgerelateerde veranderingen. Gedrag kan deels voorspeld worden door iemands leeftijd en ontwikkelingsfase. De typische mentale processen en gedragingen die bij een bepaalde leeftijd horen worden onderzocht door ontwikkelingspsychologen. Zij beschrijven gedrag en gedragsveranderingen over de levensloop. Ook zijn ze geïnteresseerd in de processen die aan deze gedragsveranderingen ten grondslag liggen. In ontwikkelingsverklaringen komen eigen verklaringen van alle andere niveaus samen omdat ze allemaal op de ontwikkeling kunnen worden toegepast.
37
Q

Hoe kan je de niveaus van analyse gebruiken?

A

De verschillende niveaus die hier boven beschreven zijn verschaffen verschillende manieren van vragen stellen over elk psychologisch fenomeen, zoals jaloezie. Echter, de niveaus moeten niet gezien worden als alternatieve benaderingen, maar liever als complementaire benaderingen die, wanneer ze gecombineerd worden, een meer compleet beeld schetsen van belangrijke aspecten van de psychologie. Hoewel er veel aandacht is voor het belang van genetische versus culturele invloeden op het gedrag moeten beide invloeden altijd in gedachten worden gehouden. Genen komen immers altijd tot uiting in een bepaalde context en de cultuur neemt een belangrijke plaats in in die context. Daarom zal in dit boek, wanneer mogelijk, geprobeerd worden om bevindingen van verschillende niveaus te integreren.

38
Q

Wat bestudeert men nog meer binnen de psychologie? Wat is de scope van psychologie?

A

Binnen de psychologie bestaan natuurlijk nog veel meer specialisaties, maar daarbij gaat het meer om wat er bestudeerd wordt dan om het niveau van analyse. Denk bijvoorbeeld aan motivatiepsychologie, klinische psychologie en sensorische psychologie. Psychologie is geen op zichzelf staande wetenschap. Psychologie is verbonden met de verschillende natuur-, sociale- en humanitaire wetenschappen. Voorbeelden hiervan zijn respectievelijk biologie, sociologie en taalwetenschappen. Psycholoog is een beroep. Het is een beroep dat vele vormen aan kan nemen zoals onderzoeker, therapeut alsook docent.

Buitenstaanders zien de psychologie vaak als een studie van abnormaal gedrag, terwijl de psychologie voornamelijk de studie is van normaal gedrag. De geest is een betwistbaar concept en er wordt dan ook veel gediscussieerd over de betekenis van het woord ’geest’. Een manier om ‘geest’ te interpreteren is als bewuste ervaringen. Probleem hierbij is: wat is bewustzijn? Een andere manier om ’geest’ te zien is als alle kennis en regels die zijn opgeslagen in de hersenen en die aan de basis van gedrag liggen. Meer de computeranalogie dus. Ondanks dat we de geest niet direct zien is het wel een bruikbaar concept in de psychologie.